Achtergronden - Pathofysiologie en preventie

12 belangrijke vragen over Achtergronden - Pathofysiologie en preventie

Waar is DM2 het meest gevolg van?

Combi van een verminderde gevoeligheid voor insuline met het onvermogen om voldoende insuline af te geven.

Benoem de belangrijkste oorzaak voor het metabool syndroom en wat is het belangrijkste kenmerk:

Oorzaak: Slechte leefstijl.
Kenmerk: Centrale adipositas (grote middelomvang. Het gaat gepaard met meer problemen dan alleen de hyperglykemie, zoals hypertensie, verhoogde waarde triglyceride en verlaagd HDL-chol. Dit kan weer zorgen voor verhoogd risico- op hart- en vaatziekten.

De NHG-standaard DM2 hanteert als definitie voor het insulineresistentiesyndroom de NCEP-ATP-III, de richtlijn van het USA National Cholesterol Education Program.

Van welke criteria moet er sprake zijn?

Er moet sprake zijn van 3 of meer van de volgende criteria:
- Middelomtrek >102 cm bij mannen, >88 cm bij vrouwen
- Triglyceride hoger of gelijk aan 1,7 mmol/l
- HDL-chol <1,0 mmol/l bij mannen, <1,3 bij vrouwen
- Systolische RR hoger of gelijk aan 130 mmHg of
diastoische RR hoger of gelijk aan 85 mmHg
- nuchter serumglucosewaarde hoger of gelijk aan 6,1
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Dikker worden is direct gerelateerd aan het ontstaan van diabetes. Welke vooral?

Het is vooral de centrale adipositas (= ectopisch intra-abdominaal vet). Daarnaast speelt ook nog intracellulaire vervetting in de lever en spieren een rol.
Overgewicht zonder centrale adipositas op de voorgrond geeft geen verhoogd risico op DM2

Op insulineresistentie en het verslijten van de betacellen zijn factoren van invloed. Benoem de factoren.

Leeftijd, gekoppeld aan de betaceldysfunctie
Leefstijlfactoren (gebrek aan beweging en ongezonde eetgewoontes) leidend tot insulineresistentie, en deels
kunnen ook genetische factoren leiden tot insulineresistentie.

Wat zijn de belangrijkste oorzaken van het Metaboolsyndroom of te wel dus het insulineresistentiesyndroom en dus van DM2.

Slechte leefstijl -> overgewicht, gebrek aan beweging, ongezonde eetgewoontes, roken

Bij  mensen met diabetes en het metabool syndroom bestaat er  naast de kans op microvasculaire complicaties nog meer kans op....

Macrovasculaire complicaties.
(bij ouderen met diabetes zonder insulineresistentiesyndroom is er niet zo'n verhoogd macrovasculair risico)

Ectopisch vet leidt tot een verminderde gevoeligheid voor insuline. Welke factoren die daartoe leiden zijn bekend?

- Bij mensen met meer ectopisch vet vindt meer lipolyse plaats. Deze toename van vrije vetzuren zorgt vervolgens voor
- zowel een toename van de insulineresistentie
- als een verandering van de insulinesecretie
- het zorgt voor een toename van de ontstekingsfactoren (cytokines), die de gevoeligheid voor insuline uiteindelijk negatief beinvloeden.
- vanuit dit vet worden ook hormonen geproduceerd als leptine en adinopectine die het glucosemetabolisme beinvloeden.

Resultaat: gevoeligheid voor insuline neemt af.

Typische kenmerken van mensen met gestoorde glucosestofwisseling en tevens een insulineresistentiesyndroom hebben.

- Vaak is er een verhoogde nuchtere glucosewaarde, terwijl de waarden overdag redelijk tot normaal kunnen zijn

- Insulineconcentratie is vaak normaal of verhoogd in combi met verhoogde glucose (feitelijk is dit insulineresistentie)

- Naast de tekortschietende insulinesecretie is er na de maaltijd een vertraging van de insuline respons. Dit leidt weer tot een verdere verhoging van de glucosewaarden.

Verklaar hoe het kan dat er een verhoogde nuchtere glucosewaarde is terwijl de aarden overdag best redelijk tot normaal kunnen zijn.

Dit komt voor een belangrijk deel doordat de glucoseproductie in de lever, de gluconeogenese, met name in de nanacht verhoogd is. Is een fysiologisch verschijnsel dat glucose wordt vrijgemaakt uit de lever in de tijd vlak voor het ontwaken. Bij sprake van insulineresistentie gebeurt dit in sterke mate.

Wat is karakteristiek aan de veranderde insulinewerking bij insulineresistentie.

Vooral in de spieren is er minder opname van glucose.

Glucoseopname in de lever is deels insulineafhankelijk en in de spieren wordt uiteindelijk de meeste glucose opgenomen. Hoe dit precies werkt is onbekend.

Factoren die DM2 en insulineresistentie kunnen voorkomen

- Toename van lichamelijke activiteit -> mannen + vrouwen zonder diabetes of een gestoorde glucosetolerantie -> lager risico tot DM2
- Verbetering voedingspatroon
- Behandeling met metformine
- Behandeling met acarbose(glucobay)  
- Bariatrische chirurgie (maagband, bypass)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo