Motorische beperking
15 belangrijke vragen over Motorische beperking
Wat wordt er verstaan onder motorische ontwikkeling (MO)?
-Complex systeem
-Dynamisch proces: niet-lineair van aard.
Wat is het verschil tussen een motorische achterstand en een motorische stoornis?
Stoornis in de motorische ontwikkeling: afwijkende symptomen, afwijkend bewegingsgedrag en afwijkende ontwikkelingsvolgorde. Kwalitatief
In de MO wordt er vaak gekeken naar mijlpalen. Wat zijn belangrijke mijlpalen en bij welke leeftijd (maanden) past dit?
Standing with assistance: 5-12
Hands-&-knees crawling 5-14 maand
Standing alone: 7-17 maand
Walking alone: 8-18 maand
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
De ontwikkeling van grove en fijne motoriek verschilt enorm de eerste jaren. Wat is het verschil?
Ontwikkeling van fijne motoriek is onstabiel in de eerste jaren.
Waarom wordt herhaalde meting aanbevolen bij jonge kinderen met MO?
-Inter- en intra-individuele variabiliteit
Bij de vroegtijdige onderkenning wordt er in drie fasen gewerkt. Welke?
Herhaald onderzoek: fout-positief?
Verwijzing specialist: stoornis?
Wat is het doel van diagnostiek van motorisch functioneren?
vroegtijdige onderkenning (screening)
- Bepalen van het niveau van motorisch functioneren
- Monitoren van de motorische ontwikkeling
- Evalueren effect van interventie (herhaald onderzoek)
- Voorspellen motorisch functioneren op latere leeftijd (onderzoek-herhaald onderzoek)
In de diagnostiek wordt er onderscheid gemaakt tussen aantoonbare neurobiologische afwijkingen (centraal of perifeer) en geen aantoonbare neurologische afwijkingen.
Noem bij alle drie een voorbeeld
· Cerebrale parese
· Spina Bifida
· Niet-aangeboren hersenletsel (NAH)
Perifeer
· Spierziekten
Geen aantoonbare neurologische afwijking
· Lichte motorische problemen (DCD)
Cerebrale parese: ‘a group of non progressive, but often changing, motor impairment syndromes secondary to lesions or anomalies of the brain arising in the early stages of development
Er wordt verschil gemaakt tussen symptomen vóór en ná het 5e levensjaar. Welke?
-Na het 5e jaar = NAH
Wat zijn vroeg-zichbare symptomen van problemen in de MO?
-Verminderde kwaliteit van bewegen
-Abnormale motorische ontwikkeling
-Verandering van spiertonus
-Abormale reflexen (<6 maand)
-Assymetrie tonus/reflexen
In de verandering van spiertonus zijn verschillen te onderscheiden. Welke?
·Hypotonus: kind dat hoofd niet kan op tillen (tegen zwaartekracht in)
Classificatie van CP kan op drie manieren. Welke?
2. naar locatie
3. naar ernst (adhv GMFC of MACS)
Wanneer er wordt gediagnosticeerd naar type, kunnen er drie niveaus worden onderscheiden. welke?
-Dyskinetisch (oa Chorea-athetotisch): afwisseling hoge/lage tonus
-Atactisch (hypotoon): continue lage tonus
Wanneer er wordt gediagnosticeerd naar locatie, kunnen er drie niveaus worden onderscheiden. Welke?
-Diplegie: benen
-Tetraplegie: 4 ledematen (armen + benen)
Developmental Coordination Disorder (DCD) is opgenomen in de DSM. Wat zijn de drie criteria?
B.Interfereert significant met schoolse activiteiten of activiteiten in het dagelijks leven
C.Niet toe te schrijven aan een aantoonbare neurologische aandoening (spasticiteit of spierdystrofie)
D. Niet toe te schrijven aan mentale retardatie
NB: DSM V: C en D samengevoegd
Nieuw criterium: ontstaan in vroege ontwikkeling
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden