Samenvatting: Diagnostiek
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Diagnostiek
-
1 week 1
-
1.1 hoorcollege 1: theoretisch kader
Dit is een preview. Er zijn 22 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt er bedoeld met foetaal alcohol syndroom
Mogelijk hierbij te zien dat de temperatuurregulatie verstoord is, kan zijn dat op een koude dag het kind met een shirt rent. Er is een verschil in het sensorische hier dus goed kijken welke soort stoornis het is.
beperkingen in activiteiten
problemen in participatie
stoornissen in functies -
Wat wordt er bedoeld met deductie tijdens deze cyclus
tijdens deze stap ga je de hypotheses operationaliseren en je gaat de toetsingscriteria opstellen. Hierbij heb je dus weer de normen en de psychometrie nodig (COTAN). -
Wat wordt er geschreven bij advies in een diagnostisch verslag
argumentatie en bronverwijzingen
- Bij welke mogelijke bevindingen zou je een bepaald advies wel of juist niet geven, en wat is je onderbouwing daarvan?
Net als voor resultaten, ook verslaglegging van conclusie en advies
è Samenvatting is een belangrijk onderdeel hiervan
- Wat zijn eventuele aanbevelingen?
- Is er vervolgonderzoek nodig?
Conclusie van diagnostisch onderzoek worden in de praktijk ook teruggekoppeld aan de cliënt, patiënt of onderzochte
Expliciete bespreking van diagnostische onderzoek. Wees alert op ja knikken à mensen kunnen blindelings varen op de interpretatie van de clinicus -
1.1.1 H1 en H2 boek
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waar kan criteriumvaliditeit in worden ingedeeld
1. Gelijktijdige validiteit: verwijst naar metingen die tegelijkertijd uitgevoerd worden
2. Voorspellende validiteit: refereert naar losstaande metingen die zijn genomen nadat testscores zijn berekend -
Wat is het verschil tussen testgegevens en testmateriaal
Testgegevens: verwijzen naar de ruwe en geschaalde scores, zoals subschalen en testprofielen.
Testmaterialen: verwijzen naar testhandleidingen, testinstrumenten, protocollen en testvragen of teststimuli. -
1.2 hoorcollege 2: Anamnese en observatie
Dit is een preview. Er zijn 16 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat wordt er bedoeld met speciële anamnese
• Verzamelen van relevante gegevens over de problemen en beperkingen. • Eerdere hulpverlening. • Actueel functioneren: Wat gaat er goed? o Aard; frequentie; intensiteit; duur; wanneer; attributie → bv. a.d.h.v. vaste momenten op een dag in verschillende domeinen (school, werk, thuis etc.). Hier zoveel mogelijk en precies mogelijk kwantificeren wat er hier wordt verteld en door wie, welke personen. Kennis: DSM-V.
Structureel interview! -
Wat wordt er bedoeld met biografische anamnese
Inzicht proberen te krijgen in het systeem --> ouders, verzorgers, partners en vrienden. Zij hebben grote invloed op het ontstaan en in stand houden van de problemen. -
Wat wordt er bedoeld met auto anamnese
De cliënt zelf bevragen, komt meer voor bij volwassenen.
beiden zijn belangrijk bij deze leeftijdsgroepen -
Wat volg je bijna altijd bij ontwikkelingsanamnese
Het bio-psychosociale model; somatisch functioneren (genetische bagage, ziektes, lichamelijke klachten en het functioneren van de vijf zintuigen), sociaal functioneren (thuis, school, werk, vrije tijd en financiën) en het psychisch functioneren (stemming, zelfbeeld, cognities, stoornissen, ontwikkeling). De speciële- en ontwikkelingsanamnese focussen meer op het somatisch- en het psychische functioneren, de biografische anamnese op de sociale functies. -
Wat is het verschil tussen ongestandaardiseerde en gestandaardiseerde settings
Zo heb je aan de ene kant on-gestandaardiseerde setting (vrijlaten van gedrag) of gestandaardiseerde setting (uitlokken van specifieke reacties -> instrumenten of tests gebruiken). Ook heb je zonder methoden (hypotheses generen) of juist wel methodisch (specifieke hypotheses proberen te beantwoorden) -> dit kan je doen in beide settings.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden