Specifieke : Specifieke leerproblemen

15 belangrijke vragen over Specifieke : Specifieke leerproblemen

Wat is specific learning disorder

Specific Learning Disorder (SLD) is heel specifiek. Het is een ontwikkelingsstoornis met neurobiologische basis. Definitie verklarend of beschrijvend? Het heeft een Specificiteitscriterium, Ernst criterium en Exclusiecriterium. Over het algemeen is er geen sprake van een lager cognitief niveau, maar het gaat over 1 specifiek gebied, zoals dyscalculie of dyslexie, hier gaat het veel moeilijker dan alle andere gebieden.

De drie criterium die nodig zijn voor classificatie specifieke leerstoornis

- exclusiecriterium
- discrepantiecriterium
- specificiteitscriterium

De discrepantiecriterium kent een altijd methodologische problemen. Welke?

1. Validiteit van discrepantiecriterium is beperkt
kinderen met hoge intelligentie en gemiddelde schoolse vaardigheden > dyslexie > oververtegenwoordiging.
Kinderen met lage intelligentie en lage schoolse vaardigheden --> geen diagnose --> ondervertegenwoordiging

2. Intelligentie; welke test; welke score? Welke indexscore? Meetfouten. Correlatie met dyslexie

3. Kip en ei theorie? Bv. Dyslexie; minder lezen > lager VIQ. Intelligentie en lezen ontwikkelen zich onafhankelijk van elkaar
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Kenmerken van dyslexie die niet zichtbaar zijn in DLE. Geef aan waar kinderen moeite mee kunnen hebben

Kinderen kunnen moeite hebben: • Om het verschil te horen tussen klanken als m en n; p, t en k; s, f en g; eu, u en ui. • Om de klanken in volgorde te zetten, zoals bij ‘dorp’ en ‘drop’ of ‘12’ en ‘21'. • Om de aandacht te houden bij ‘klankinformatie’ (gesproken woord). • Met het inprenten van reeksen, bijvoorbeeld tafels of spellingsregels. • Met het onthouden van vaste woordcombinaties, uitdrukkingen of gezegdes. • Met het onthouden van losse gegevens, zoals rijtjes, woordjes en jaartallen.

Er is een nieuw protocol voor dyslexie. Wat houdt deze in

objectievere criteria, niet alleen discrepantie van 3x een D gescoord, er zijn nu specifieke testen, op grond van een combinatie hiervan als de score lager is dan wat ze hebben aangegeven dan is er sprake van dyslexie. Dus met objectievere factoren in Nederland vaststellen of er sprake is van dyslexie.

Wat is een kantaantekening aan de criteria van DSM-5 voor specifieke leerstoornis

Aan deze vier diagnostische criteria moet worden voldaan op basis van een klinische synthese van de individuele geschiedenis, schoolrapporten en psycho-educatieve beoordeling

Wat is dyslexie volgens APA, Peterson & Pennington en Thompson

Dyslexie is een specifieke en hardnekkige lees- en spellingstoornis met een basis in de neurobiologische ontwikkeling, die niet verklaard kan worden door een algemeen leerprobleem, inadequaat onderwijs of sensorische beperkingen (APA, 2013; Peterson & Pennington, 2012; Thompson et al., 2015).

Wat moet gespecificeerd worden bij dyscalculie

Ook specificeren: cijfermatig redeneren en verbaal redeneren. ➔ Kennis en inzicht van rekenontwikkeling > in tweetallen geef 10 punten in de rekenontwikkeling waar je op zou letten. ➔ Kunnen de ‘andere leerproblemen’ naast lezen en spelling een andere oorzaak hebben?

Wat is de numbersense hypothese

Evolutionair hebben mensen een gevoel voor omvang, hoeveelheid, want het is echt belangrijk of iemand of iets groter dan jij is. Of bv. ais er meer of minder van iets is. Bij vogels, zij herkennen kleine hoeveelheden. We hebben een gevoel als we nummers zien, gevoel of iets meer of minder is. Er wordt gedacht dat dit gevoel niet op deze manier werkt.

De 100 of 1 bv. als een persoon weinig zegt. Wat het onderliggende deficiet is, dat dyscalculie verklaart. Het gevoel voor hoeveelheid: numbersense

Wat zegt Peeters over dyscalculie en rekenproblemen

we zien niet zomaar rekenproblemen die verklaart kunnen worden door problemen in het lezen. Er zijn indicaties van een specifiek gebied.


• Suggereerde kern cognitief tekort bij dyscalculie is een stoornis in numerieke magnitude (=omvang) verwerking.

• Suggereerde kern cognitief tekort bij dyslexie zijn tekorten in fonologische verwerking tekorten.

• Hypothese comorbide dyslexie/dyscalculie: cognitieve tekorten liggen ten grondslag aan de comorbiditeit.

• In deze studie werden symbolische en niet-symbolische rekengrootheid en drie subcomponenten van fonologische verwerking (fonologisch bewustzijn, lexicale toegang en verbaal kortetermijngeheugen) & ruimtelijke en verbale vaardigheden beoordeeld.

Onderzoek PEETERS, OP DEN BECK & SMEDT nog aanhalen

Nog doen

Wat is het verschil in mate van ernst. Geef uitleg over licht

Enige moeilijkheden met leervaardigheden op één of meer leerdomeinen, maar zo licht dat de betrokkene deze kan compenseren of goed functioneert met de nodige aanpassingen of ondersteuning, in het bijzonder gedurende de schooljaren.

Geef uitleg over matige ernst bij specifieke leerstoornis

Duidelijke moeilijkheden met leervaardigheden op één of meer leerdomeinen, in die mate dat het niet waarschijnlijk is dat de betrokkene de vaardigheden voldoende leert beheersen zonder periodieke, intensieve en gespecialiseerde ondersteuning tijdens de schooljaren. Er zijn mogelijk aanpassingen of vormen van ondersteuning nodig gedurende minstens een deel van de dag op school, op het werk of thuis, om de activiteiten accuraat en efficiënt te kunnen afhandelen.

Wat moet in de onderkennende diagnose staan, welke criteria

1. Achterstandscriterium: er moet sprake zijn van een klinische score bij lezen en/of spellen.
2. Resistentiecriterium: de lees- en spelproblemen blijken hardnekkig, ook na minstens drie tot zes maanden extra remediëring.
3. Exclusiecriterium: de lees- en spelproblemen mogen geen andere oorzaak hebben.



1. Zeer zwakke prestaties op school (leesprestaties bij zwakste 10% of leesprestaties bij zwakste 16% + spellingprestaties bij zwakste 10%).
2. Extra begeleiding op school werkt niet (aangetoond in een periode van 3 opeenvolgende meetmomenten. Minimaal twee periode extra interventie met betrouwbare methoden). 3. Uitsluiten van omgevingsfactoren en algemene persoonsfactoren/alternatieve verklaringen.

De verklaringsmodellen van specifieke leerstoornis heeft drie hypothesen, welke drie?

1. Fonologische beperking: integreren van klank-woord combinaties.
2. Visuele beperking: woorden “dansen” op papier.
3. Breder automatiseringsprobleem: uit zich ook motorisch of met rekenen.

• Meeste bewijs? 1 (en 3?)
• Is er sprake van een dyslexie-typerend cognitiefprofiel?
• Operationalisatie: minimaal laagste 10% op twee van zes mogelijke testresultaten

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo