Diagnostiek bij volwassenen
16 belangrijke vragen over Diagnostiek bij volwassenen
Wat houden indirecte diagnostische methoden in? Hoe wordt het ook wel genoemd?
- Ook wel projectietests, kwalitatieve methoden of performance-based test genoemd.
In de verschillende soorten indirecte methoden wordt onderscheid gemaakt op de categorie waar de methode op gebaseerd is: Expressie; associatie; afmaken; ordening; constructie. Wat houden expressieve- en associatie methoden in in?
- Associatiemethoden = er dient met het eerste woord dat of de eerste waarneming die iemand te binnen schiet, gereageerd te worden op een stimulus. Bijvoorbeeld: de Rorschachtest.
In de verschillende soorten indirecte methoden wordt onderscheid gemaakt op de categorie waar de methode op gebaseerd is: Expressie; associatie; afmaken; ordening; constructie. Wat houden afmaak- en constructiemethoden in?
- Afmaakmethoden = een incomplete taak dient door de onderzochte afgemaakt te worden. Bijvoorbeeld: de Zinaanvultest (ZAT).
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat houdt gestructureerde interpretatie in? Wat is een kenmerk? Hoe kunnen we de regels van gestructureerde interpretatie het beste halen?
- Convergeren door samen te laten vallen van diverse invalshoeken en materiaal = een volledig diagnostisch onderzoek kan niet volstaan met alleen de interpretatie van bevindingen uit indirecte methoden. Voor een optimaal resultaat moeten bevindingen uit de inhoudelijke interpretatie van indirecte methoden, informatie uit kwantitatieve gegevens (scoringsgegevens uit indirecte methoden en vragenlijst- en testgegevens) en gegevens uit anamneses en interview geïntegreerd worden.
- De regels voor gestructureerde interpretatie kunnen we het beste halen uit de hermeneutiek (= leer van het uitleggen, verklaren en interpreteren).
Wat zijn persoonlijkheidsvragenlijsten? Wat is hierbij persoonlijkheid en wat is een ander kenmerk?
- Persoonlijkheid = min of meer stabiele eigenschappen van een persoon. Deze eigenschappen zijn vrij consistent over verschillende situatie en verklaren waarom de ene persoon van de andere verschilt.
- Ze bestaan doorgaans uit uitspraken over een persoon = de onderzochte moet daarbij zelf aangeven of en in hoeverre de uitspraak op hem van toepassing is.
Hoe is de constructie van persoonlijkheidsvragenlijsten? Wat zijn drie stappen bij het construeren van persoonlijkheidsvragenlijsten? Je hoeft deze alleen globaal te benoemen
Stappen bij het construeren van een persoonlijkheidsvragenlijst:
1. Formuleren construct = specificeren welke persoonlijkheidskenmerken men wil meten. Bijvoorbeeld neuroticisme;
2. Formuleren items = items die passen bij het construct en die voldoen aan de stilistische en formele criteria:
3. Groeperen van items = items kunnen op drie manieren in schalen gegroepeerd worden, waarbij het aan te raden is om de drie methoden te combineren.
De stappen bij het construeren van een vragenlijst zijn als volgt: 1. Formuleren construct. 2. Formuleren van items. 3. Groeperen van items. Wat zijn items die passen bij het construct en voldoen aan het stilistische en formele criteria? Noem er minimaal drie en maximaal 6
> De items moeten korter zijn dan twintig woorden;
> De taal van de items moet duidelijk en eenvoudig zijn;
> Dubbele ontkenningen moeten vermeden worden;
> Items moeten eenduidig van inhoud zijn;
> Items dienen over één onderwerp te gaan;
> Items die door bijna iedereen of bijna niemand bevestigd worden, dienen vermeden te worden. Deze items dragen namelijk niet bij tot het onderscheiden van een persoon en opzichte van anderen.
Een test die wordt gebruikt is de Rorschach (comprehensive system). Wat is de doelgroep, de vorm, de meetpretentie en eventuele subschalen/subtests die worden gebruikt?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: associatiemethode
- Meetdoel: Aan de hand van gegeven interpretaties diepere persoonlijke karaktertrekken en de impulsen van mensen te begrijpen. Dit gebeurd aan de hand van interpretatie van 10 deels gekleurde platen met inktvlekken. Er dient met het eerste woord dat of de eerste waarneming die iemand te binnen schiet, gereageerd te worden op een stimulus.
- Subtests: /
Een test die wordt gebruikt is de TAT. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: constructiemethode
- Meetdoel: De onderzochte krijgt 31 zwart-wit afbeeldingen aangeboden met als instructie een verhaal te vertellen, waarbij meestal standaard gevraagd wordt aan te geven wat er op dit moment gebeurt, wat eraan voorafging en hoe het afloopt, en wat de figuren denken en voelen.
- Subtests:
* Versie voor kinderen = Children Apperception Test;
* Versie voor ouderen = Senior Apperception Test.
Een test die wordt gebruikt is de ZAT. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: Afmaakmethode = een incomplete taak dient door de onderzochte afgemaakt te worden.
- Meetdoel: Indruk krijgen van prominente thema’s die uit de responsen naar voren komen.
- Subtests: Categorieën waarin de ZAT-zinnen verdeeld kunnen worden:
• Affecten;
• Relaties;
• Verlangens en idealen;
• Schuld en schaamte;
• Zelfbeschrijving en introspectie; • Het lichaam.
Een test die wordt gebruikt is de NKPV. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: Persoonlijkheidsvragenlijst
- Meetdoel: Het meten van persoonlijkheidskenmerken die klinisch relevant zijn bij volwassenen in de GGZ
- Subtests: De kenmerken zijn:
• Negativisme;
• Somatisering;
• Verlegenheid;
• Ernstige psychopathologie;
• Extraversie;
• Narcisme.
Een test die wordt gebruikt is de NPV-2-R. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: persoonlijkheidsvragenlijst
- Meetdoel: een aantal persoonlijkheidsbegrippen meten dat relevant is voor zowel de behandelpraktijk als in de professionele sfeer
- Subschalen:
• Inadequatie of neuroticisme versus emotionele stabiliteit;
• Sociale inadequate of sociale angst versus sociabiliteit;
• Rigiditeit versus flexibiliteit;
• Verongelijktheid of vijandigheid versus vriendelijkheid;
• Zelfgenoegzaamheid of egoïsme versus altruïsme;
• Dominantie versus submissiviteit;
• Zelfwaardering.
Een test die wordt gebruikt is de TCI. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: adolescenten en volwassenen vanaf 15 jaar
- Vorm: persoonlijkheidsvragenlijst
- Meetdoel: Meet zowel normale als abnormale gedragspatronen. Persoonlijkheid en karakter kan gemeten worden van zowel de algemene als psychiatrische bevolking.
- Subschalen:
• Prikkelzoekend;
• Leedvermijdend;
• Sociaalgericht;
• Volhardend;
• Zelfsturend;
• Coöperatief;
• Zelftranscendent.
Een test die wordt gebruikt is de MMPI-2. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: persoonlijkheidsvragenlijst
- Meetdoel: het meten van persoonlijkheidskenmerken en psychopathologie
- Subtests: /
Een test die wordt gebruikt is de NEO-PI-R. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: adolescenten en volwassenen vanaf 16 jaar
- Vorm: persoonlijkheidsvragenlijst
- Meetdoel: het meten van het five factor model van persoonlijkheid
- Subschalen:
• Neuroticisme;
• Extraversie;
• Openheid;
• Altruïsme;
• Consciëntieusheid.
Een test die wordt gebruikt is de 5DPT. Wat betekent deze afkorting, de is de doelgroep, de meetpretentie en de subtests/subschalen?
- Doelgroep: volwassenen
- Vorm: persoonlijkheidsvragenlijst
- Meetdoel: meten van persoonlijkheid op basis van 5 dimensies
- Subschalen:
• Extraversie;
• Neuroticisme;
• Insensitiviteit;
• Ordelijkheid;
• Absorptie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden