Huiswerkvragen NHA

11 belangrijke vragen over Huiswerkvragen NHA

Zet de kwaliteiten die u als psychosociale hulpverlener nodig hebt op een rijtje. Reflecteer hierop. Welke kwaliteiten bezit u al en wat vindt u dat u nog (verder) moet ontwikkelen? Beschrijf uw conclusies in één tot drie zinnen per kwaliteit.

Als ik naar mijzelf kijk als psychosociaal hulpverlener dan kan ik zeggen dat ik mij professioneel kan opstellen, goede communicatieve vaardigheden bezit, integer ben, verantwoordelijkheid op mij kan nemen en mij goed kan inleven in degene die ik voor mij heb zitten. Ik kan goed luisteren, ik ben nieuwsgierig, ik durf door te vragen, ook naar de betekenis en impact die het voor de client heeft. Ik ben positief ingesteld en heb altijd vertrouwen in de medemens.
Wel moet ik mij nog meer gaan inlezen en literatuuronderzoek doen over bijvoorbeeld de veelvoorkomende stoornissen van de DSM zodat ik eerder vermoedens kan genereren en niet te snel mijn eigen conclusie zal trekken.


Geef in uw eigen woorden aan hoe het diagnostische proces zich verhoudt tot de hulpverleningscyclus.

Het diagnostisch proces is een belangrijk onderdeel van de de hulpverleningscyclus. Tijdens het diagnostisch proces wordt gekeken naar de behoeften en het functioneren van een client. Daar waar in het diagnostische proces een diagnose wordt gesteld en een behandelplan wordt opgesteld is het in de hulpverleningscyclus belangrijk deze te integreren, te kijken naar de doelen die behaald willen worden, interventies in te zetten en tenslotte bij de evaluatie te kijken of doelen behaald zijn en de client weer op eigen benen kan staan.

En hoe verhoudt zich het diagnostisch proces zich met de Klinische cyclus?

Eigenlijk hetzelfde.
Het diagnostisch proces heeft als doel om te onderzoeken wat het probleem van de cliënt is en om een behandelplan op te stellen. De klinische cyclus is het proces om van een bepaald probleem af te komen. Dit noemen we tegenwoordig de hulpverleningscyclus. Diagnostiek is dus het voortraject binnen de klinische cyclus.

Leg uit hoe het paradigma van het hypothesetoetsend model werkt.

Het paradigma van het hypothesetoetsend model ligt ten grondslag aan het diagnostisch proces. Dat betekent dat je continu je denkproces moet blijven toetsen, niet te snel conclusies mag trekken en je vermoedens omzet in toetsbare hypothesen die door meetbare begrippen geoperationaliseerd en getoetst kunnen worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Denk aan een voorbeeld van een ethisch dilemma uit uw eigen leven. Als u zich geen ethisch dilemma kunt herinneringen van uzelf of iemand in uw omgeving, mag u er een bedenken. Beschrijf het dilemma in één zin. Loop vervolgens het vierstappenplan van Van Alphen langs. Beschrijf uw uiteindelijke beredeneerde beslissing over hoe te handelen bij dit dilemma.

Iemand heeft al meerdere suïcidepogingen gedaan. Hij/zij komt bij jou met zijn/haar probleem en je staat voor een ethisch dilemma. Heb je de expertise in huis en ben je competent genoeg om met deze kwestie om te gaan?
Nee.
Via het 4 stappenplan van van Alphen kan ik kijken hoe ik hier mee om moet gaan.
  1. Situatie: Dilemma is, Client is suïcidaal, ga ik met client aan het wek of niet, moet ik naasten waarschuwen of niet.
  2. Moreel probleem, Dilemma: Welke Normen en waarden zijn hierin in tegenspraak: hoe ga ik hier integer mee om en erken ik dat het niet mijn expertise is. Moet ik mijn geheimhouding in geding brengen?
  3. Wat zijn handelingsalternatieven: Teamoverleg, client doorverwijzen naar psychiater of arts om te kijken naar medicatie. En daarnaast betrokkenen informeren?
  4. Beslissing: Client eerst doorverwijzen naar psychiater of arts om te kijken naar medicatie. Betrokkenen nog niet hierover informeren maar client overeenstemming laten tekenen dat zo lang hij in behandeling is geen poging tot zelfdoding gat ondernemen.

Wanneer nodigt u bij het intakegesprek naast de cliënt een van diens naastbetrokkenen uit en welke voorwaarde geldt daarbij?

Bij het intakegesprek nodigen we naast de cliënt een naastbetrokkene uit als dit wenselijk is voor het proces. Bijvoorbeeld als we daardoor meer informatie over de client naar boven krijgen. Of wanneer de omgeving het probleem juist in stand houdt. Een individu is een biopsychosociaal wezen dus problemen hebben te maken met alle drie de factoren en dus ook de context, omgeving waarin de client leeft. Daarnaast is het fijn dat naasten betrokken zijn in het proces van de client waardoor er begrip is voor de situatie en het herstel sneller kan verlopen.
De voorwaarde is dat de cliënt hiervoor toestemming geeft. We begrijpen dat het betrekken van naastbetrokkenen belangrijk kan zijn, maar we respecteren altijd de privacy en wensen van de cliënt.

Wat zijn volgens Van Alphen twee belangrijke antwoorden op de vraag waarom een cliënt niet eenvoudigweg stopt met het gedrag waar diegene last van heeft?

  1. Gedrag moet het een voordeel opleveren anders zou ongewenst gedrag wel vanzelf uitdoven. Bijvoorbeeld dat bepaald gedrag een functie heeft, zoals het vervullen van een bepaalde behoefte of het vermijden van negatieve gevoelens. 
  2. Er is er eenvoudigweg voor de client wellicht geen ander alternatief te beschikking. Er kunnen bijvoorbeeld moeilijkheden zijn op het gebied van zelfcontrole, waardoor de cliënt moeite heeft om het gedrag te beheersen.

Hecht u de voorkeur aan een categoriaal of een dimensionaal systeem om een klachtenbeeld te classificeren? Beargumenteer uw antwoord.

Ik heb geen persoonlijke voorkeur. Het hangt af van het doel van een classificatie. Een categoriaal systeem, zoals testen, classificeert klachten op basis van bepaalde criteria, waardoor het meer gestructureerd is en je snel de ernst van een situatie kan inzien.
Met een dimensionaal systeem waarin er een glijdende schaal is tussen twee uitersten, houdt meer rekening met de volledige diversiteit en intensiteit van klachten. Het hangt dus van het doel af maar de twee classificatiesystemen kunnen elkaar ook aanvullen.

Wat betekent de term 'acculturatiegraad'? Geef hiervan een kort praktijkvoorbeeld.

De acculturatiegraad is de mate waarin iemand van een andere cultuur verschil in aanpassing aan de huidige cultuur ervaart, de culturele afstand die iemand ervaart tussen oude cultuur en de cultuur van het land waarin hij/zij nu leeft. Dit gaat over waarden, overtuigingen, taal etc.

Een voorbeeld zou kunnen zijn wanneer een persoon die vanuit een ander land naar Nederland is verhuisd, de Nederlandse taal leert, zich aanpast aan de sociale normen en waarden en deelneemt aan Nederlandse tradities en gewoonten.

Of een test afnemen bij een cliënt van een andere cultuur. Dit levert soms problemen op doordat begrippen of gebruiken in zijn-haar cultuur een andere betekenis hebben dan in onze cultuur. Daarom vraagt het soms om wat aanpassingen door tijdslimiet aan te passen of wat meer uitleg te geven.

Beschrijf waarom een ingevuld genogram, ecogram of sociogram waardevol kan zijn tijdens een diagnostisch proces.

Omdat het visueel inzicht geeft in de context van relaties binnen een familie, (welke gebeurtenissen in heden en verleden plaatsvonden) sociale netwerk en de relaties hierin en op welke manier mensen uit de omgeving steun verlenen.
Het kan visueel inzicht geven in het sociale netwerk van de client, de samenhang van patronen en problemen met anderen
die de client ondervindt.
Geneogram = diagram met familiebanden en gebeurtenissen in heden en verleden
Ecogram is een diagram met alle sociale contacten die de client heeft
Sociogram geeft de mate van steun aan die deze groep verleent.

Beschrijf waarom een ingevuld genogram, ecogram of sociogram waardevol kan zijn tijdens een diagnostisch proces.

Omdat het visueel inzicht geeft in de context van relaties binnen een familie, (welke gebeurtenissen in heden en verleden plaatsvonden) sociale netwerk en de relaties hierin en op welke manier mensen uit de omgeving steun verlenen.
Het kan visueel inzicht geven in het sociale netwerk van de client, de samenhang van patronen en problemen met anderen
die de client ondervindt.
Geneogram = diagram met familiebanden en gebeurtenissen in heden en verleden
Ecogram is een diagram met alle sociale contacten die de client heeft
Sociogram geeft de mate van steun aan die deze groep verleent.

In deze opdracht gaat u reflecteren op uw diagnostische vaardigheden en een verbeterplan opstellen.
  1. Maak voor uzelf de balans op: waar staat u qua diagnostische vaardigheden?
  2. Stel voor uzelf een verbeterplan op waarin u alle mogelijke interventies zo concreet mogelijk beschrijft. Beschrijf ook duidelijk wie u daarbij van hulp zou kunnen zijn en hoe en op welke termijn u dit gaat aanpakken.
  3. Reflecteer op welke ‘ontsnappingsmogelijkheden’ er nog zitten in uw verbeterplan. Is het concreet genoeg? Wat zou u er nog in kunnen zetten om de kans op succes te vergroten?
Beschrijf bovenstaande drie onderdelen in maximaal 400 woorden.

Xx

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo