Derde stap: probleemonderkenning tijdens de onderzoeksfase - Operationaliseren van de hypothesen

14 belangrijke vragen over Derde stap: probleemonderkenning tijdens de onderzoeksfase - Operationaliseren van de hypothesen

Wat moet je goed bedenken tijdens de probleemonderkenning bij operationaliseren? 5 st

  1. Wat de klachten zijn die aanwezig moeten zijn voor de hypothese
  2. Welke ernst moet aanwezig moet zijn voor deze klachten
  3. Hoe je begrippen in de hypothese meetbaar gaat maken
  4. Hoe je informatie gaat inwinnen.
  5. welke Criteria je vaststelt voor wanneer je de hypothese aanhoudt.
(Je toetst nog niet in deze fase)

Wat moet je goed bedenken tijdens de probleemonderkenning bij operationaliseren? 5 st

  1. Wat de klachten zijn die aanwezig moeten zijn voor de hypothese
  2. Welke ernst moet aanwezig moet zijn voor deze klachten
  3. Hoe je begrippen in de hypothese meetbaar gaat maken
  4. Hoe je informatie gaat inwinnen.
  5. welke Criteria je vaststelt voor wanneer je de hypothese aanhoudt.
(Je toetst nog niet in deze fase)

Je stelt de criteria vast voor wanneer je de hypothese aanhoudt. Dat is de laatste stap bij het operationaliseren. Wat zijn de twee voorgaande stappen waarover je goed moet nadenken?

  1. hoe je begrippen in je hypothese meetbaar kunt maken
  2. welke vorm van ernst van klachten moet aanwezig zijn
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De laatste stap bij operationaliseren is de criteria vast stellen voor wanneer je de hypothese aanhoudt. Wat betekent dat in de regel?

Dat de criteria, klachten goed passen bij het klachtenbeeld en voldoen aan een bepaalde ernst.

Wat bedenk je jezelf bij het operationaliseren van je hypothese? 5st

Hoe kan ik de hypothese meetbaar maken?
Welke begrippen staan er in mijn hypothese?
Hoe kan ik dit begrip meetbaar maken?
Wanneer verwerp ik mijn hypothese? 
Heb ik voldoende informatie om mijn hypothese te toetsen?

Eén van de dingen die je jezelf bedenkt bij het operationaliseren van je hypothese is "Welke begrippen staan er in mijn hypothese? " Geef hiervan een voorbeeld

De hypothese: "Client lijdt aan een depressie"
Depressie is in dit geval het begrip

Eén van de dingen die je jezelf bedenkt bij het operationaliseren van je hypothese is "Hoe ga ik het begrip meetbaar maken?" Geef hiervan een voorbeeld

Bij een depressie pak je de DSM-5 erbij waar je criteria kunt vinden voor depressie. Aan de hand van de criteria bedenk je in welke mate er bij de client de cluster van klachten aanwezig moet zijn en de ernst ervan.
(Soms moet je opzoek gaan naar informatie over een bepaald klachtenbeeld).

Eén van de dingen die je jezelf bedenkt bij het operationaliseren van je hypothese is "wanneer verwerp ik mijn hypothese? " licht toe

Je stelt criteria vast. Bijv: de client moet tenminste 5 van de klachten hebben die het klachtenbeeld "depressie" beschrijf  in de DSM-5 en een hoge of zeer hoge mate van depressie scoren op de gekozen vragenlijst (SCL-90) in vergelijking met de normgroep.

Als je je afvraagt of je voldoende informatie hebt om je hypothese te toetsen en je criteria gebruikt uit een classificatie systeem is dat vrij gemakkelijk om het te controleren, je loopt ze één voor één na.
Hoe doe je dat als je vanuit een bepaalde theorie werkt?

Dan ga je na of er typische gedragingen zijn die de theorie voorspellen of verklaren. Je vraagt je af of alle gedragingen of klachten die bij die theorie horen aanwezig zijn in het klachtenbeeld van de client.

Noem een genormeerde vragenlijst die meestal gebruikt wordt en die goed aansluit bij bij het klachtenbeeld van een client.

De SCL-90; Symptoom CheckList

De daadwerkelijke score op een schaal van een vragenlijst zegt eigenlijk niets. Licht toe. Geef de vakterm

De vergelijking tussen de ruwe score van de client en die van de normgroep geeft pas informatie over hoe groot het lijden is van de client.
Dit heet de normscore.

Kun je enkele schalen noemen (8st) waarmee je de ruwe score kunt vergelijken met die van de normgroep als je kijkt naar de SCL-90

  1. Angst
  2. Agorafobie
  3. depressie
  4. somatische klachten
  5. insufficiëntie (tekortschieten van aders)
  6. sensitiviteit
  7. hostiliteit (haatdragend)
  8. slaapproblemen

Hoe verwoord je een criterium?

"De hypothese wordt aangehouden bij een score van ten minste....op de ....schaal van de ....vragenlijst vergeleken met de normgroep..."

In je eigen woorden hoe je moet operationaliseren in 3 stappen.

  • Je operationaliseert hypothesen door te bedenken hoe je begrippen meetbaar kunt maken en hoe je informatie gaat inwinnen.
  • Je bedenkt welk cluster van klachten aanwezig moet zijn en hoe je de ernst van de klachten gaat bepalen.
  • Vervolgens stel je criteria vast wanneer je je hypothese zult aanhouden. In de regel is dat wanneer de klachten goed passen bij het klachtenbeeld en voldoen aan een bepaalde ernst.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo