Geohydrologische schematisering en hydrologische parameters - De Nederlandse situatie

12 belangrijke vragen over Geohydrologische schematisering en hydrologische parameters - De Nederlandse situatie

Hoe is Nederland op te delen en wat vormt de scheidslijn?

Nederland is te verdelen in:
- de hogere zandgronden in oostelijk en zuid Nederland
- het laaggelegen deel van Nederland met de talloze polders in het noorden en (zuid)westen van Nederland

Meestal wordt als scheidslijn 2m +NAP als grens aan gehouden.
Boven 2m +NAP --> hogere zandgronden
Onder 2m +NAP --> laaggelegen deel

Benoem grof de opzet van een hoge zandgrond

Het heeft een vrij dik freatisch pakket waarin grondwater uitstroomt naar beken en rivieren.

Waar vindt bij een hoge zandgrond kwel en/of wegzijging plaats?

Kwel/wegzijging:
- Kwel: In de beek en rivierdalen
Het regionale stromingspatroon weerspiegelt het gemiddelde neerslagoverschot over een lange reeks van jaren. Fysische bovengrens (NL): 250 mm.
- Infiltratie/Wegzijging: Regionale wegzijging tussen de beekdalen in en in het diepere deel waar geen invloed van de beek is
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Zijn er scheidende lagen aanwezig in een hoge zandgrond?

Ondiep zijn er geen scheidende lagen aanwezig. Wel bevinden er zich enkele sedimentlagen welke niet allemaal goed doorlaatbaar zijn.

Wat is dekzand en waar bevindt het zich in de hoge zandgronden?

Dekzand is, ten opzichte van de andere sedimenten in de hoge zandgrond, relatief jong zandsediment en is meestal eolisch van oorsprong. Het is afgezet tijdens de glaciale periode. Dekzand bevindt zich (direct) onder het maaiveld.

Welke laag bevindt zich onder het dekzand en waar is het van afkomstig?

Onder dit dekzand bevinden zich pleistocene zand- en grindsedimenten afkomstig uit oude preglaciale riviersedimenten afkomstig van de Rijn en Maas. In centraal Nederland zijn deze sedimenten door het landijs opgestuwd tot stuwwallen.

Wat is een belangrijk verschil tussen dekzand en de pleistocene zand- en grindsedimenten?

Dekzanden zijn minder goed doorlatend dan pleistocene zand- en grindsedimenten, dit doordat ze een fijnere textuur (korrelgrootte) hebben.

Is de grondwaterstroming van een hoge zandgrond stationair of dynamisch en wat houdt dit in?

- Regionaal gezien vaak min of meer stationair, ook wel stabiel of zoals bij de Veluwe beschreven een onveranderlijke afvoer.
- Op niveau van de kleine beken dynamisch, hier spelen de stromingspatronen zich af op een kleinere (tijd)schaal en kennen ze een grotere dynamiek die niet zomaar als stationair kan worden beschouwd. Oftewel: dynamische beekdalen die een sterk wisselende afvoer vertonen overeenkomstig het jaargetijde en de daarin optredende neerslagoverschotten/tekorten. Dit betekent hoge afvoeren in de winter en voorjaar en lage afvoeren in het zomerhalfjaar.

Wat sluit het bovenste watervoerende pakket af in laag Nederland?

Een relatief dunne slecht doorlatende laag van klei en veen (deklaag).

Waarin resulteert kwelwater afkomstig van de zee?

Een verziltende werking en daarmee een hoog Cl- gehalte in een aantal boezemwateren.

Wat is de oplossing voor de plassen die door wegzijging worden ontdaan van gebiedseigen water?

Om het waterpeil in de zomer te kunnen handhaven ondanks de afname van gebiedseigen water wordt gebiedsvreemd water toegevoerd om een voldoende hoog peil in de plassen te kunnen handhaven. Van origine wordt hiervoor water van de Rijn gebruikt, wat leidt tot de zogenaamde 'verrijning' van het oppervlaktewater in West Nederland.

Om welke andere reden zou er gebiedsvreemd water toegevoerd moeten worden?

Door doorspoeling voorkomt dit de verzilting van de boezemwateren.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo