Samenvatting: Dictaat Markten 1

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Dictaat Markten 1

• 0 Introductie

  Dit is een preview. Er zijn 7 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 0
  Laat hier meer flashcards zien

• Individuele economische agenten zijn bijvoorbeeld...

  gezinnen, bedrijven, politici en belangengroepen.

• Gezinnen beschikken over de productiefactoren en stellen deze ter beschikking van de ondernemers. Zij ontvangen de beloningen:

  loon, interest, pacht en huur en winst. 

• 1 De vraag

• Een bedrijf kan haar prijs verlagen om een hogere omzet en winst te krijgen, maar bij sommige producten heeft het nauwelijks effect omdat de consumenten niet extra hoeveelheden van het betreffende goed kopen. De vraag is dan:

  Inelastisch.

• 1.2 De ceteris paribus (cp) vraagfunctie algebraïsch

• De algemene formule van de cp vraagfunctie luidt:

  Qv = ap + b

• 1.3 De ceteris paribus vraagfunctie grafisch

  Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
  Laat hier meer flashcards zien

• Des te vlakker de cp vraaglijn verloopt, des te ...

  elastischer de vraag naar een goed is, dus de vraag is gevoeliger voor de prijs. 

• Als de 'a' van de cp vraagfunctie gelijk aan = is, is de vraag... 

  Volkomen inelastisch. 

• Des te steiler de cp vraaglijn verloopt, des te...

  inelastischer de vraag naar een goed is, dus de vraag is minder gevoelig voor de prijs. 

• 1.4 Verschuiving van of langs de cp vraaglijn

  Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.4
  Laat hier meer flashcards zien

• De cp vraaglijn verschuift evenwijdig naar links of rechts als...

  er factoren veranderen die niet op de assen staan. Bijvoorbeeld inkomen, concurrentie. 

• De cp vraaglijn verschuift evenwijdig naar rechts als... (geef ook voorbeelden).

  er bij elke prijs meer gekocht wordt. Bijvoorbeeld als: 
  - Het inkomen van de consument stijgt
  - Prijs van een concurrerend goed stijgt
  - De voorkeur van de consument voor dit goed stijgt. 

• Waaraan in de formule voor de vraag kan je zien dat de vraaglijn evenwijdig verschuift?

  Aan de 'b'