Startpagina / Samenvattingen / dictaat / onderzoek-tumor-diagnose

Aandoeningen mamma - Stagering bij mammacarcinoom

6 belangrijke vragen over Aandoeningen mamma - Stagering bij mammacarcinoom

Hoe vindt stagering plaats bij mammaca?

Tumor
T0: geen aanwijzing voor primaire tumor (bijv. bij wel aanwezige metastase).
T: carcinoma in situ
T1: kleiner of gelijk aan 2 cm.
T2: 2-5 cm
T3: >5 cm
T4: tumoruitbreiding in huid of borstwand

Klier
N0: geen palpabele okselklieren
N1: palpabele mobiele okselklier(en)
N2: gefixeerde okselklier(en)
N3: klier(en) naast het borstbeen

Metastase
M0: geen teken van metastasering
M1: wel tekenen van metastaseringen met aangifte van plaats.

Aan de hand waarvan wordt de diagnose mammaca gesteld?

Wordt gebaseerd op de zogenaamde 'tripelonderzoek'. Deze bestaat uit lichamelijk onderzoek, beeldvormend onderzoek en cytologisch onderzoek.

Beschrijf samenstelling borstweefsel en wat als contrast zorgt bij rontgenfoto.

Het borstweefsel bestaat in wisselende samenstelling uit klierweefsel met melkgangen, steunweefsel in de vorm van bindweefselschotten, vet en huid.
Alleen vetweefsel heeft een duidelijk ander vermogen om rontgenstralen tegen te houden en dient als een natuurlijk contrastmiddel. Na de menopauze wordt het klierweefsel grotendeels vervangen door vet weefsel. Er zijn dus wat betreft contrasten gunstigere omstandigheden voor het opsporen van pathologie -> mammografie kan dus beter worden beoordeeld.

Hoe verloopt echografie bij diagnose mammaca?

Met behulp van geluidsgolven worden dichtheidsverschillen in de borst onderzocht. Hiermee kan o.a. beoordeeld worden of er sprake is van een solide tumor of een cyste en of de tumor solide of glad begrensd is.
Onder controle van een echo kan ook een punctie gedaan worden.

Wat houdt cytologisch en histologisch onderzoek in?

Bij een cytologische punctie worden met een dunne naald cellen uit de afwijking gezogen en op een objectglaasje uitgesmeerd. Met een speciale kleuring kan de aard van de verkregen cellen worden beoordeeld.
Wanneer met deze punctie onvoldoende cellen zijn verkregen kan met een dikkere naald onder lokale verdoving pijpjes weefsel uit de afwijking worden gehaald. Deze biopten kunnen dan histologisch onderzocht worden.

Wanneer wordt MRI ingezet bij de diagnose mammaca?

Als uitbreiding van de tumor met behulp van tripeldiagnostiek nog onduidelijk is, of als er onduidelijkheid blijft bestaan over de aard van de afwijking.
Dit onderzoek wordt ook verricht als een okselkliermetastase van onbekende oorsprong is gevonden.
Als er dan nog geen diagnose kan worden verkregen, zal er een diagnostische excisiebiopsie verricht worden.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

dictaat

Bekijk samenvatting