Ondervoeding bij decubitus
11 belangrijke vragen over Ondervoeding bij decubitus
Wat voor een screeningsinstrument is de SNAQ?
Verschillende vragen over ondervoeding, wordt toegepast bij volwassenen.
Wat voor een screeningsinstrument is de voedingstoestandmeter?
Is bruikbaar in alle sectoren van de zorg en bij alle groepen. Het bevat de set van criteria voor ondervoeding die het meest gebruikt wordt.
Gewichtsverloop en BMI
Wat voor een screeningsinstrument is de SNAQ + BMI?
De vragen van de SNAQ bleken de vragen te zijn die het meest voorspellend waren voor ondervoeding maar de toevoeging van de BMI is nodig om ook de patiënten zonder recent gewichtsverlies en met een lage BMI te herkennen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat voor een screeningsinstrument is de MNA-SF?
Mini vragenlijst over gewichtsverlies, ziekte, voeding etc.
Wat voor een screeningsinstrument is de SNAQ 65 +?
Stap 1: Onbedoeld gewichtsverlies
Stap 2: Bovenarmomtrek
Stap 3: Eetlust
Wanneer is er sprake van ondervoeding volgens optie 1 van ESPEN 2015?
BMI onder de 20 kg/m² is ondervoeding bij 65 +
Wanneer is er sprake van ondervoeding volgens optie 2 van ESPEN 2015?
Of lage VVMI (Vet vrije massa index) Man: <15 en vrouw: <17
Of gewichtsverlies van 10% in onbepaalde tijd
Of >5% in de laatste 3 maanden
Wat is het behandelplan voor ondervoede patiënten bij een voedingsinname van 50-75% van de behoefte?
Evaluatie en actie ziekenhuis: < 48 uur: evaluatie. Continueren of overgaan op sondevoeding
Evaluatie en actie verpleeghuis: < 5 werkdagen: evaluatie, Continueren of overgaan op sondevoeding
Evaluatie en actie eerstelijnszorg: < 5 werkdagen: evaluatie, Continueren of overgaan op sondevoeding
Wanneer een hoog risico op het refeedingsyndroom?
• BMI < 16
• > 15% ongewenst gewichtsverlies in de laatste 3-6 maanden
• > 10 dagen geen / te verwaarlozen (geschat < 100kcal per 24 uur) intake
• Lage plasmawaarden elektrolyten voor start voeding (kalium, fosfaat, magnesium)
De patiënt heeft twee óf meer van de volgende kenmerken:
• BMI < 18,5
• > 10% ongewenst gewichtsverlies in de laatste 3-6 maanden
• > 5 dagen geen / te verwaarlozen (geschat < 100kcal per 24 uur) intake
• Chronisch (overmatig) alcoholmisbruik
Hoe gaat de behandeling indien er sprake is van refeeding?
- start met 10 kcal/kg/dag (bijvoorkeur 50-60% koolhydraten, 30-40% vet, 15-20% eiwit)
- per dag met 5-10 kcal/kg/dag in 4-10 dagen opbouwen tot volledig behoefte
- vermijd extra glucose (oraal, enteraal intraveneus) tijdens de opbouwfase (of compenseer met de voeding)
Anticipeer op het risico op het ontstaan van het refeedingsyndroom. Bij afwezigheid en uitblijven van biochemische en/of symptomatische veranderingen kan de voeding sneller worden opgehoogd.
En hoe is de behandeling als er sprake is van klinische manifestatie van het refeedingsyndroom?
- indien elektrolytsuppletie nodig: voeding continueren (niet noodzakelijkerwijs stoppen), afhankelijk van de ernst van de elektrolytdaling(en) eventueel tijdelijk voeding niet verder ophogen tot stabilisatie van elektrolyt(en
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden