CVA, dementie, parkinson

15 belangrijke vragen over CVA, dementie, parkinson

Gemalen voeding (richtlijn 38)

Gemalen voeding is een gewone voeding die gemalen of fijn gesneden is en geen harde stukjes bevat. Er kunnen per instelling of werkveld nuanceverschillen zijn ten aanzien van welke voedingsmiddelen wel/niet toegestaan zijn bij een gemalen voeding. Elke instelling kan met behulp van een logopedist een consistentiematrix invullen met de voedingsmiddelen die in het assortiment zijn opgenomen. De broodmaaltijden bestaan meestal uit brood zonder korst en/of pap, vla, yoghurt of kwark. Vlees, aardappelen en groente worden gemalen en met jus of bouillon smeuïg gemaakt. Alle soorten dranken kunnen worden gebruikt.

Vloeibare voeding (richtlijn 38)

Vloeibare voeding is gewone voeding die vloeibaar gemaakt is óf van zichzelf vloeibaar is. Bij een vloeibare voeding is het bijna altijd noodzakelijk om tussenmaaltijden te gebruiken en aan de voeding energierijke producten toe te voegen. De broodmaaltijden bestaan uit pap, vla, yoghurt, kwark, vruchtenmoes. De warme maaltijd is zo fijn gemaakt dat deze eventueel door een rietje kan. De dranken mogen meestal alle consistenties hebben.

Dik vloeibare voeding (richtlijn 38)

De broodmaaltijden bij een dik vloeibare voeding bestaan uit dikke pappen, vla, yoghurt, kwark en vruchtenmoes. De warme maaltijd kan uit componenten uit de gemalen maaltijd, maar ook uit de vloeibare maaltijd bestaan, bijvoorbeeld stamppot met zeer fijn gemalen vlees. De dranken moeten verdikt worden.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 2 soorten klachten veroorzaken slikstoornissen?

Moeite met slikken (dysfagie)
Verslikken (aspiratie )

Wat zijn de klachten bij slikstoornissen door neurologische aandoeningen?

De patiënt kan stoornissen hebben in het kauwen van voedsel, stoornissen in het transporteren van de voeding door de mond, niet of vertraagd slikken en hoesten bij het eten of drinken. Andere symptomen zijn dat het eten en drinken uit de mond loopt en dat patiënten het gevoel kunnen hebben dat het eten blijft hangen in de keel en/of slokdarm. De stem klinkt hierdoor anders: borrelig.

Wat is het behandeldoel voor slikstoornissen met neurologische aandoeningen?

Voedingstoestand handhaven of verbeteren.
(Complicaties van) verslikken voorkomen.
Dehydratie voorkomen.

Welke consistentie wordt er aangeraden indien de cliënt problemen heeft met: Snel verslikken in vocht

Dranken verdikken

Wat mag je bij een dunne consistentie?

0-1 mm: water, appelsap, cassis, sinas, spa rood, cola, druivensap, koffie, thee, wijn, bouillon, bier
1-2 mm: heldere soep met kruiden

Wat mag je bij een vloeibare consistentie?

0-1 mm: Melk, karnemelk, chocolademelk, yoghurtdrank, heldere jus
1-2 mm: gebonden soep, chocolade dessertsaus, sorbetsaus, roomsaus, sinaasappelsap, ananassap
2-4 mm: dunne mixmaaltijd: gemalen groenten, vlees, aardappelen, jus of saus; vers sinaasappelsap, milkshake, drinkontbijtproduct
mixmaaltijd dikte wordt bepaald doorde instelling

Wat mag je bij een dik vloeibare consistentie?

0-1 mm: schenkstroop
1-2 mm: tomatenketchup, yoghurt, vanillevla, chocoladevla en andere soorten vla, glad gebonden bloempap, beschuitpap
2-4 mm: dikke mixmaaltijd: gemalen groenten, vlees, aardappelen, jus/ saus, vruchtenmoes
1 >: vruchtenyoghurt, jam

Wat mag je bij een extra dik vloeibare consistentie?

0-1 mm: honing, smeerkaas, smeerworst
1-2 mm: dikke vla en yoghurt bijvoorbeeld zelfgemaakte vla, Bulgaarse of Griekse yoghurt, kwark
2-4 mm: griesmeelpap, gemalen groenten
> 1: rijstepap, havermoutpap, brinta, broodpap

Wat mag je bij een gemalen consistentie?

0-1 mm: niks
1-2 mm: chocoladepasta, leverpastei of paté 2-4 mm: leverworst, pindakaas, gemalen gehakt met saus
> 1: zalmsalade, rundvleessalade, huzarensalade, fijne eiersalade, stamppot

Wat mag je bij een zachte voeding consistentie?

0-1 mm: jelly pudding
1-2 mm: geklopte slagroom, aardappelpuree, gebonden pudding, bavarois
2-4 mm: wit- of bruinbrood zonder korst, zalm uit blik, zacht slagroomgebak (zonder nootjes), gestoomde visfilet
> 1: rijpe vruchten (zonder schil en pitten) zoals banaan, aardbeien, perzik en kiwi, cake, omelet, roerei

Wat gebeurt er geadviseerd als een patient met ZvP responsflucaties ervaart?

Bij patiënten met ZvP die responsfluctuaties ervaren wordt een eiwitinname van 0,8 gram eiwit/kg actueel lichaamsgewicht geadviseerd voor het verbeteren van de opname van levodopa. Bij een BMI > 27 kg/m2 wordt in deze formule het lichaamsgewicht behorende bij een BMI van 27 kg/m2 gebruikt (Van Asseldonk et al. 2012a).
Daarbij is het advies de eiwitten over de dag te verspreiden. Voor het samenstellen van het dieet wordt gebruikgemaakt van het dagboek dat door de patiënt is ingevuld voor het in kaart brengen van de responsfluctuaties (Van Asseldonk et al. 2012b).

Waar kunnen patienten met de zvp last van krijgen?

Obstipatie
Ongewenst gewichtsverlies
Toename gewicht
Vertraagde maaglediging
Kauw- en slikstoornissen

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo