Eiwitten, nucleïnezuren en andere N-houdende componenten

4 belangrijke vragen over Eiwitten, nucleïnezuren en andere N-houdende componenten

Eiwitvertering voor welke 3 groepen?

- eiwitvertering bij éénvoudige niet-herkauwers. Voornamelijk carnivoren en omnivoren.
- eiwitvertering bij foregutfermenters. Herbivoren waarvan de voormagen gespecialiseerd zijn om plantaardig voeder te verwerken. Voornamelijk herkauwers.
- eiwitvertering bij hindgutfermenters: vooral herbivoren maar ook bepaalde omnivoren die een herbivore levensstijl hebben. (varken) Specialisatie van het caecum/colon om plantaardig materiaal te verteren.

Allo enzymatische vertering bij foregut fermenters?

- Dikke darm: de resteiwitten worden gefermenteerd in de dikke darm.

Auto enzymatische vertering bij hindgut fermenters?

- Maag: mechanische vertering en aantasting en afbraak door de stoffen HCI en Pepsine.
- Dunne darm: afbraak door eiwit splitsende enzymen: peptidasen, trypsine...
- Opname van aminozuren ter hoogt van de dunne darm en verder transport naar de lever via bloedbaan.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Nadeel hindgut fermentatie?

Het microbieel eiwit dat gevormd wordt in de dikke darm niet geabsorbeerd kan worden door de epitheelcellen in de dikke darm. Zo komt de meerderheid van het gevormde microbieel eiwit in de mest terecht.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo