FYSIO; psychologische aanpak en persoonlijkheid - Fysiologische maten in persoonlijkheidsonderzoek
9 belangrijke vragen over FYSIO; psychologische aanpak en persoonlijkheid - Fysiologische maten in persoonlijkheidsonderzoek
Wat kan je nog meer meten? M.b.t. Persoonlijkheid?
- Biochemische analyse van bloed of speeksel
- Weerspiegelen bv. veranderingen in immuun systeem
- Immuniteit (antilichamen) neemt toe of daalt naargelang het stress niveau of emoties (dus kan zo in verband staan met persoonlijkheid)
- Hormoonspiegels
- Testosteron: agressie, dominantie, risicogedrag
- Cortisol: stress (hogere niveaus bij verlegen kinderen => meer stress)
- Oxytocine: gerelateerd aan attachment (gehechtheid) en vertrouwen
- Enzymen
- Bv. Monoamine oxidase (MAO): enzym in bloed dat neurotransmitters zou beïnvloeden: zou rol spelen bij sensatie zoeken
Zie ook tabel 7.1 handboek (samenvatting)
Wat verklaart de studie van Geen over gedragsverschillen tussen I en E
Wordt er ook gerelateerd aan asymmetrische hersenactiviteit bij gevoeligheid voor beloning en straf?
- BAS: relatief meer activiteit in L-hemisfeer
- BIS: relatief meer activiteit van R-hemisfeer
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de fysiologische basis voor sensatiezucht?
- Fysiologische basis voor sensatiezucht
- Neurotransmitters—cel--> chemische stoffen die zorgen voor overzetting van zenuwimpuls van 1 zenuwcel naar andere
- Impuls in 1 cel--> chemische stof komt vrij tussen cellen -->impuls in volgende cel
- Monoamine Oxidase (MAO)—enzym dat een optimaal level van neurotransmitters bewaart: breekt neurotransmitters af
- Te weinig MAO = te veel neurotransmitters;
(Omgekeerd: teveel MAO = te weinig neurotransmitters)
- Hoge SZ-personen hebben lagere niveaus van MAO, waardoor er meer neurotransmitters aanwezig zijn, waardoor er minder makkelijk inhibitie kan plaats vinden en hierdoor zijn ze impulsiever, hebben ze minder controle over gedachten, emoties etc.
Hoe hebben neurotransmitters invloed op persoonlijkheid?
- Individuele verschillen in niveaus van specifieke neurotransmitters wordt gelinkt aan individuele verschillen in PH (Depue, 2006):
- Dopamine—geassocieerd met plezier (bv. cocaïne ook, maar erna een tekort; ook gebruik van sociale media is geassocieerd aan dopamine) (Chau et al., 2018)
- Tekort aan Serotonine—geassocieerd met depressie en andere stemmingsstoornissen (bv. fluoxetine, nl. prozac: verhindert afbraak van serotonine); agressie (Crockett et al., 2008, 2015)
- Norepinefrine (noradrenaline)—geassocieerd aan vecht/vlucht respons (door activatie sympathisch zenuwstelsel)
Wat concludeerd Cloninger's Driedimensionale PH model m.b.t. Neurotransmitters en PH?
-Novelty seeking — lage niveaus van dopamine: gaan op zoek naar plezier
- Schade vermijden (harm avoidance) — lage niveaus van serotonine (over de levensloop)
- Beloningsafhankelijkheid (reward dependence) — lage niveaus van noradrenaline (geen vlucht- vechtrespons)
Zijn er verschillen in ochtendtype en avondtype? Hoe komt dit?
-Er zijn stabiele verschillen tussen mensen in ochtendtype/avondtype zijn
- Oorzaak zou liggen in verschillen in onderliggende biologische (circadiaanse) ritmes (circa: ongeveer; dia=dag)
- Verschillende biologische processen fluctueren op basis van een cyclus van gemiddeld 24-25u: circadiaans ritme
- Bv. lichaamstemperatuur: daalt voor slapen, stijgt voor opstaan, piek ‘s avonds (gemiddeld rond 20-21u)
Hoe kan men de activiteeit van hersengolven/beide hersendelen meten?
Welke delen van de hemisfeer is meer actief bij het ervaren van positieve of negatieve emoties?
R-hemisfeer is meer actief bij negatieve emoties
Maar lateralisatie slaat niet zozeer op positief/negatief, wel meer op toenadering/vermijding.
Asymmetie is even stabiele persoonseigenschap over de tijd.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden