Samenvatting: Directe Belastingen Ii
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Directe Belastingen II
-
1 HC I: Winstgenieters in de inkomstenbelasting en de vennootschapsbelasting
Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Laten we ervan uitgaan dat er sprake is van een onderneming. Wordt de vennoot in een vennootschap onder firma als ondernemer aangemerkt? Waarom?
Ja. Hij is hoofdelijk verbonden (art. 18 WvK). -
In welke fase van de onderneming kan de wil van de ondernemer eventueel wel een rol spelen bij de bepaling of er sprake is van een onderneming (p. 101)?
Aanvangsfase. -
Geef de in de jurisprudentie gegeven definitie van een onderneming in fiscale zin. Wat wordt mede verstaan onder een onderneming?
Een duurzame organisatie van kapitaal en arbeid, waarmee beoogd wordt om, door deelname aan het maatschappelijk productieproces, winst te behalen. Het zelfstandig uitgeoefende beroep (art. 3.5-1 IB). -
Benoem de structurele oplossing voor de man/vrouw-firma onder de Wet IB 1964. Geef uitleg bij (2) Geef het relevante artikel.
(1) Urencriterium (1225 uren); (2) Grotendeelscriterium (belastingplichtige geniet grotendeels winst uit onderneming); (3) Gebruikelijkheidscriterium. Art. 3.6 IB. -
Wat is het gevolg, indien het gebruikelijkheidscriterium van toepassing is? Wat is de eerste vereiste voor toepassing van dit criterium? Wanneer is art. 3.6-2-a van toepassing? En 3.6-2-b?
Uren worden niet in aanmerking genomen voor het urencriterium. Samenwerkingsverband met verbonden persoon. Werkzaamheden van ondersteunende aard. Ondermaatschap. Art. 3.6-2 IB. -
Welke types ondernemingen kunnen voor rekening van een belastingplichtige ondernemer worden gedreven? Hoe wordt het feit dat de resultaten van deze laatsten aan de belastingplichtige wordt toegerekend ook wel genoemd? Moet voor de aangifte een samenwerkingsverband een gezamenlijke balans worden opgesteld? Wat dan wel?
Eenmanszaak. Maatschap, VOF, CV. Fiscale transparantie. Nee. Eigen balans. -
Paul beweert dat zijn Tearoom, waar hij verstandelijk gehandicapten in de bediening laat werken, geen onderneming kan zijn aangezien hij geen winst beoogt. Snijdt het verweer van Paul hout? Hoe wordt dus beoordeeld of er sprake is van een onderneming? In welke fase van de onderneming kan de wil van de onderneming wel een rol spelen voor de vraag of er sprake is van een onderneming?
Nee (subjectief). Objectief. Aanvangsfase onderneming. -
Jan en Marie zijn in gemeenschap van goederen gehuwd. Jan exploiteert als eenmanszaak een juwelier die in alle opzichten een onderneming vormt. Kan Marie worden aangemerkt als ondernemer ex art. 3.4 IB? Waarom (niet)? Noem het relevante arrest.
Nee. De onderneming wordt niet voor rekening van Marie gedreven, noch wordt zij rechtstreeks gebonden voor de verbintenissen van de onderneming. BNB 1963/205. -
Waar vindt men de definitie van de ondernemer? Welke eisen worden cumulatief gesteld om te kwalificeren als ondernemer?
Art. 3.4 IB. (1) Er is sprake van een onderneming; (2) Die onderneming wordt voor rekening van belastingplichtige gedreven; (3) De belastingplichtige wordt rechtstreeks verbonden voor verbintenissen betreffende die onderneming (rechtstreekse verbondenheidscriterium). -
Wie genieten, behalve de ondernemer, nog meer belastbare winst uit onderneming? Waar moeten we bij (1) vooral aan denken? Kunnen deze figuren voldoen aan het urencriterium? Wat gaat voor op (2), indien van toepassing? Noem het relevante artikel.
(1) Medegerechtigde; (2) Houder van een hybride schuldvordering op een onderneming. Art. 3.3-1 IB. Commanditair vennoot. Nee. Resultaat uit overige werkzaamheden. Art. 3.3-4 IB.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Directe Belastingen Ii
-
Winstgenieters in de inkomstenbelasting vennootschapsbelasting
-
Totaalwinstbegrip in de inkomstenbelasting vennootschapsbelasting
-
Goed koopmansgebruik - Lubbers-methode
-
Geruisloze omzetting IB
-
De beleggingsdeelneming
-
Arresten deelnemingsvrijstelling
-
Bijzondere vormen van overdracht van de onderneming
-
Winstneming bij staking
-
Capita onzakelijke leningen