Startpagina / Samenvattingen / Directe Belastingen II / onderneming-ondernemer-auto

Totaalwinstbegrip in de inkomstenbelasting vennootschapsbelasting

29 belangrijke vragen over Totaalwinstbegrip in de inkomstenbelasting vennootschapsbelasting

Bij de beantwoording van de vraag of een voordeel is opgekomen in de onderneming speelt het milieu- of sfeer een belangrijke rol. Hoe wordt dit ook wel genoemd? Geef aan wat dit inhoudt. Waarmee wordt invulling gegeven aan dit criterium?

Milieucriterium. In welke sfeer komt een voordeel op? Causaliteit en finaliteit.

Bakker Bart geeft een gratis taart aan zijn moeder. Juwelier Berendsen schenkt een parelcollier aan zijn vrouw. Benoem deze situaties.

Onttrekkingen in de vermogenssfeer.

Aan wie moet de winst uit onderneming worden toegerekend? Tussen welke soorten vermogen dient bij de IB-ondernemer fiscaal onderscheid te worden gemaakt? In welk opzicht kennen we dit onderscheid niet?

Ondernemer (art. 3.4 IB). Ondernemingsvermogen en privévermogen. Civielrechtelijk.

Wanneer vormt een onroerende zaak keuzevermogen? Geef een voorbeeld. Hoe wordt dit ook wel genoemd? Kan het behoudens bijzondere omstandigheden voor het aan de onderneming toe te rekenen gedeelte op de balans worden geactiveerd? Wat zijn die bijzondere omstandigheden? Noem het relevante arrest.

Indien het goed gedeeltelijk voor de onderneming en gedeeltelijk voor privé wordt gebruikt. Woon-winkelpand. Gesplitst gebruik. Ja. Bouwkundig splitsbaar en overheersend (>90%) gebruik. BNB 1955/310.

Noem de hoofdregel voor vermogensetikettering. Hoe doet de ondernemer dit?

De ondernemer is vrij om te kiezen of een goed tot het privé- of ondernemingsvermogen behoort. Te boek stellen.

De ondernemer kan in beginsel niet terugkomen op de etikettering van vermogen als privé- of ondernemingsvermogen. Wanneer wel? Wanneer zal dit het geval zijn? Noem twee mogelijkheden.

Indien sprake is van 'bijzondere omstandigheden'. Verandering functie bedrijfsmiddel; wetswijzigingen.

Gelden voor de allocatie van kosten dezelfde regels als voor het vaststellen van een ondernemingsvoordeel? Benoem. Welke functie hebben de eersten ten opzichte van de laatste? Welke weegt het zwaarst?

Ja. (1) Causaliteit; (2) Finaliteit; (3) Milieu- of sfeer (milieucriterium). Invulling. (2).

Noem twee goederen die typisch keuzevermogen vormen.

Auto; woon-winkelpand.

Wat is bepaald in de kostenarresten (NDFR)? Wanneer leidt dit uitzondering? Wanneer zal dit niet het geval zijn?

Slechts de kosten die de ondernemer in feite maakt, kunnen ten laste van de winst worden gebracht. Indien fictieve opbrengsten bij de ontvanger kunnen worden belast. Ontvanger is in loondienst.

Kan er ook gesplitst gebruik plaatsvinden ten aanzien van een roerende zaak? Hoe wordt 'gesplitst gebruik' van een roerende zaak ook wel genoemd? Is het mogelijk een roerende zaak naar rato van het zakelijke gebruik op de balans op te nemen?

Nee. Gemengd gebruik. Nee.

Waar is het bedrag van de privé-onttrekking van een auto die meer dan 500 km privé wordt gebruikt, geregeld? Hoe wordt deze bepaling genoemd?

Art. 3.20 IB. Autokostenfictie.

Johnnie heeft een meelfabriek. Hij twijfelt of hij het fabriekspand op de balans moet zetten. Moet hij het fabriekspand op de balans zetten? Waarom (niet)?

Ja, verplicht ondernemingsvermogen. Het goed heeft slechts een band met de onderneming.

Kan een ondernemer een roerende zaak die zowel privé als in de onderneming wordt gebruikt, gedeeltelijk op de balans plaatsen? Hoe wordt dit genoemd? Bij welke zaken kan dit wel?

Nee. Gemengd gebruik. Gesplitst gebruik van onroerende zaken (BNB 1955/310).

Benoem de hoofdregel voor de waardering van onttrekkingen. Voor welke goederen geldt anderszins (Cursus Belastingrecht)? Wat geldt voor deze goederen? NB. dit antwoord is bevestigd in de werkgroepopgaven. Welke roepnaam is bedacht door jou voor dit arrest?

Waarde in het economische verkeer. Goederen van geringe waarde (BNB 1971/67). Inkoopprijs. Kruideniersarrest.

Een aannemer betaalt zijn zoon € 30 per uur, terwijl andere werknemers € 20 per uur ontvangen. Vast staat dat de zoon geen specifieke kwaliteiten heeft die de andere werknemers ontberen. Benoem deze situatie.

Onttrekking in de kostensfeer.

Wat volgt uit art. 3.8 IB? Waaruit blijkt dat dit een ruim begrip is?

Totaalwinstbegrip. 'onder welke naam en in welke vorm ook'.

Noem de criteria om te bepalen of er sprake is van een in de ondernemingssfeer behaald voordeel. Is er een vaste rangorde tussen deze criteria? Van welk criterium wordt in recente jurisprudentie uitgegaan (NDFR)? Hoe staan de andere criteria tot dit criterium?

(a) Causaliteit; (b) Finaliteit; (c) Milieu- of sfeer. Nee. Milieucriterium. Als invulling.

Karel exploiteert een fietsenwinkel. Hij verkoopt zijn vakantiehuis op Texel aan Jan-Willem. Zal hij uit deze transactie winst uit onderneming genieten? Waarom (niet)?

Nee. Geen relatie tussen het voordeel en de ondernemingsuitoefening.

Wat volgt uit het Cessna-arrest? Waarnaar mag de fiscus geen onderzoek doen? Geef de overwegingen. Geef het anagram.

Marginaal toetsingsrecht ondernemingskosten door fiscus. Naar nut of noodzaak. (1) kosten van gekozen vervoersmiddel 'in zodanige wanverhouding tot' normaal vervoer; (2) dat geen redelijk denkend ondernemer; (3) vol kan houden dat wijze van vervoer met oog op zakelijke belangen is geschied. Warrige ROzen. BNB 1983/202.

Wanneer behoort een goed tot het privévermogen van de ondernemer? Geef voorbeelden van verplicht privévermogen.

Indien er geen enkele band met de onderneming bestaat. Woonhuis; reguliere beleggingen.

Wanneer behoort een goed tot het verplichte ondernemingsvermogen? Geef voorbeelden van verplicht ondernemingsvermogen.

Indien het goed geen enkele andere band heeft dan met de onderneming. Machines; fabriekspand; in de onderneming gebruikte landbouwgrond.

Bakker Bart heeft een auto die hij niet heeft ingebracht op zijn fiscale balans. Kan hij nu álle reiskosten voor zijn onderneming met betrekking tot de auto in aftrek brengen van zijn belastbare winst uit onderneming? Wat geldt indien hij de auto inbrengt in zijn onderneming? Tenzij wat?

Nee. Art. 3.17-1-b IB (0,19 cent per kilometer). Bijtelling. Art. 3.20-1 IB. Tenzij blijkt dat de auto voor niet meer dan 500 kilometer voor privédoeleinden wordt gebruikt.

Hoe dient het begrip voordelen ex art. 3.8 IB te worden uitgelegd? Tussen welke soorten voordelen wordt onderscheid gemaakt?

Ook 'negatieve' voordelen (verliezen en kosten). (a) Voordelen behaald met een vermogensbestanddeel; (b) Voordeel welke niet betrekking heeft op een vermogensbestanddeel.

Karel drijft een bakkerszaak. Hij woont in een woonhuis verderop. Kan hij het bakkerspand aanmerken als privévermogen. Waarom (niet)?

Nee. Geen enkele band dan met de onderneming.

Waar dienen onttrekkingen te worden gecorrigeerd? Tegen welke waarde dienen zij daar te worden gesteld? Noem de uitzondering.

Fiscale winstberekening. Waarde in het economisch verkeer (hoofdregel). Inkoopprijs (goederen van geringe waarde; BNB 1971/67).

Geef de hoofdregel wat betreft de toetsing door de fiscus of er sprake is van ondernemingskosten. Wat komt de inspecteur wél toe?

'De inspecteur moet niet op de stoel van de ondernemer gaan zitten.' Marginaal toetsingsrecht (Cessna-doctrine).

Bij welke goederen heeft de ondernemer de mogelijkheid het goed te etiketteren als privévermogen of als ondernemingsvermogen? Hoe maakt de onderneming deze keuze? Kan de onderneming terugkomen op een gemaakte keuze? Wanneer is dat anders?

Keuzevermogen. Opnemen op de balans. In beginsel niet. Indien sprake is van bijzondere omstandigheden (wetswijziging of wijziging functie bedrijfsmiddel).

Geef een mooie definitie van onttrekkingen. Welke soorten onttrekkingen kennen we?

Onttrekkingen zijn uitgaven ten laste van het ondernemingsvermogen, welke géén relatie hebben met de onderneming, maar wel met de ondernemer in privé. (a) Vermogenssfeer; (b) kostensfeer.

Kees de bakker gebruikt zijn auto zowel privé als voor het bezorgen van broodjes. Als wat kwalificeert de auto? Waarom?

Keuzevermogen. Zowel een band met de onderneming als met de privésfeer.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Directe Belastingen II

Bekijk samenvatting

Een unieke studie- en oefentool
Nooit meer iets twee keer studeren
Haal de cijfers waar je op hoopt
100% zeker alles onthouden

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.

Onderwerpen die gerelateerd zijn aan Totaalwinstbegrip in de inkomstenbelasting vennootschapsbelasting

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding