Capita selecta deelnemingsvrijstelling - Tussenhoudsters

3 belangrijke vragen over Capita selecta deelnemingsvrijstelling - Tussenhoudsters

A BV stort bij de oprichting van TH BV haar deelneming B BV op de aandelen. Op dat moment bedraagt de waarde in het economische verkeer van B BV 100. Het opgeofferde bedrag in B BV bedraagt 50. Welk bedrag geldt als opgeofferd bedrag van TH BV? Wat zou dit zijn indien het opgeofferde bedrag 150 zou zijn? Waaruit volgt dit? Wat is het opgeofferde bedrag bij TH BV voor de deelneming in B BV? Waaruit volgt dit?

50. 100. Art. 13d-6 derde volzin. 50. Art. 13d-6 eerste volzin.

A BV heeft een deelneming in TH BV. Het opgeofferd bedrag bedraagt 200. Op enig moment wordt besloten tot de ontbinding van TH BV. Tot de liquidatieuitkering behoort een deelneming in P BV ter waarde van 100. Sinds de verkrijging van de deelneming in TH BV is de deelneming in P BV met 50 gestegen. Moet de waardestijging op de deelneming in aanmerking worden genomen voor de berekening van het liquidatieverlies? Waarom (niet)? Noem de wettelijke grondslag.

Nee. Kan niet worden gesaldeerd met waardedalingen. Art. 13d-4 tweede volzin.

A BV liquideert zijn deelneming in B BV. Tot het vermogen van B BV behoort een dochtermaatschappij, die door A BV wordt voortgezet. Kan A BV het liquidatieverlies op B BV in aanmerking nemen? Waarom (niet)? Geef de wettelijke grondslag.

Nee. Art. 13d-9 (niet-voortzettingseis).

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo