Fiscale transparantie in de Vpb - Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden

3 belangrijke vragen over Fiscale transparantie in de Vpb - Besluit kwalificatie buitenlandse samenwerkingsverbanden

Indien een buitenlandse entiteit is gekwalificeerd als een personenvennootschap, dan is deze in principe transparant. Noem twee omstandigheden waaronder deze personenvennootschap alsnog als niet-transparante vennootschap wordt aangemerkt. Benoem ten aanzien van de eerste het relevante arrest en welke criteria moeten worden getoetst.

'Open' rechtsvorm en 'open' CV-achtige. BNB 1978/13. (1) het samenwerkingsverband heeft een in aandelen verdeeld kapitaal; (2) kan er, buiten het geval van vererving of legaat, toetreding of vervanging van participanten plaatsvinden zonder dat toestemming nodig is van alle participanten.

Een buitenlandse entiteit die wordt aangemerkt als personenvennootschap kan onder omstandigheden toch niet-transparant zijn, indien sprake is van een 'open' CV-achtige. Wanneer is daar sprake van? Noem de voorwaarden.

(1) Op naam van het samenwerkingsverband wordt een onderneming gedreven; (2) Er is ten minste één 'beherend vennoot' en één 'commanditair vennoot'; (3) De beherend vennoot is onbeperkt of voor een gelijk deel aansprakelijk tegenover derden; (4) De commanditaire vennoot is slechts intern draagplichtig tot maximaal het door hem ingelegde vermogen;  (5) De commanditaire vennoot verricht geen externe daden van beheer en bestuur; (6) De vennootschap heeft geen in aandelen verdeeld kapitaal; (7) Toetreding of vervanging van participanten kan, buiten het geval van vererving of legaat, plaatsvinden zonder dat toestemming nodig is van alle participanten (vraag D).

A BV heeft een deelneming in de in land X gevestigde en naar het recht van dat land opgerichte vennootschap B. Voor de Nederlandse belastingheffing wordt vennootschap B aangemerkt als een niet-transparant lichaam. Voor de belastingheffing van land X is echter sprake van een transparante vennootschap, waarvan de winsten worden toegerekend aan een vaste inrichting van A BV in land X. Kan de heffing van land X over de vaste inrichting resulteren in een reële heffing ex art. 13 lid 11 onderdeel a? Op grond waarvan?

Ja. Besluit V-N 2010/36.2.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo