Van Rijssel
30 belangrijke vragen over Van Rijssel
Wat beschouwen we als de dieren (animalia)
Multicellulair
Heterotroof
Weefsels(onomkeerbaar ontwikkeld onder invloed van hox genen.)
LET OP; Metazoa, alle dieren met gedifferentieerde weefsels, wordt ook wel als synoniem gebruikt.
Waarom delen we de protozoa niet in bij de dieren.
Waarom delen we de Porifera (sponzen) niet in bij de animalia.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waarop is de klassieke indeling van het leven gebaseerd
Ontologie (ontwikkeling)
Fylogenie (afstamming)
De indeling van het leven veranderd sterk onder invloed van kennis. Welke richting gaat dat op.
Hoe zou je de ontwikkeling van leven op aarde kunnen samenvatten van ééncellig naar meercellig.
Klomp eencelligen.
Holle bol van ongespecialiseerde eencelligen(blastula).
Beginnende specialisatie van cellen in de holle bol.
Invouwing ontstaat in de holle bol.
Ontstaan Gastrula-achtig proto-dier.
Wat is een barriere voor groei boven een bepaalde maat.
Oplossingen;
Oppervlak vergroten.
Geef aan voor de verschillende groepen hoe het zit met hun zenuwstelsel en coordinatie t.a.v. beweging.
kolonievormende eencelligen, geen zenuwstelsel, wel gecoordineerde voortbeweging.
Neteldieren, zenuwnetwerk zonder hierarchie. actie is reactie.
Platwormen, gepaarde ganglia(zenuwknoppen) aan voorzijde. gevoelsfuncties voorzijde.
Ringwormen, gepaarde kopganglia, gedeeltijk versmolten zenuwstreng.
Vertebraten,cerebrale hersenen en enkelvoudige zenuwstreng en schedel.
De indeling van het leven vindt plaats naar
morfologie(bouw-functie)
Ontologie(ontwikkeling)
Fylogenie(afstamming)
Welke indeling wordt vervolgens weer gebruikt binnen de functie en bouw.
-Hoe de symmetrie van het lichaam is.
-Naar lichaamsholte kenmerken.
-Naar ontwikkelings kenmerken.
Hoe is de indeling ( van Metazoa, alle dieren met weefsels) naar symmetrie
Bilaterata, tweezijdige symmetrie
Hoe is de indeling van Bilateralia (tweezijdig symmetrische metazoa) naar aanwezigheid van secundaire lichaamsholte.
Pseudo-coelomata, pseudo-coeloom (heeft geen endotheel)
(EU)Coelomata, wel coeloom
Hoe is de indeling van de bilateralia (tweezijdig symmetrische metazoa)naar embryonale ontwikkeling en ontstaan van lichaamsopeningen.
Deuterostomia, eerste opening wordt anus
Zie ook tekst op plaatje !
Geef de indeling van Animalia in 3 groepen en de onderverdeling van de Metazoa naar radiatie en dan de onderverdeling van de 2-zijdig radialen in 3 groepen.
-Parazoa
-Metazoa
De metazoa zijn naar radiatie verdeeld in
-Radiata
-Bilateralia
De bilateralia zijn onderverdeeld in
-Acoelomata
-Pseudo-coelomata
-Eu-Coelomata
De sponzen delen we niet in bij de dieren omdat ze niet echt onomkeerbaar gespecialiseerde weefsels hebben. We delen ze in als de parazoa(para-zoa betekent naast-dieren)
Hoe zit het met hun voedselvoorziening. Welke technieken gebruiken ze en welke cellen. Welke mogelijkheden hebben ze verder al ontwikkeld.
Door het schoorsteeneffect stroomt er water door de spons en ook door de flagellen.
Er zijn 3 bouwplannen
Asconoid
Syconoid
Leuconoid
Ze hebben nog geen echte weefsels maar wel; transport van voedsel, herkenning van cellen, georganiseerde structuur, symbiose, carnivorie, opname opgeloste stoffen.
Een spons beschermt zich door scherpe of harde skeletelementen en door rubberachtigheid.
Kinetoplastiden zijn een groep van de protisten. Wat kun je daar over vertellen.
CiIliaten, wat kan je erover vertellen.
Rhizarians, wat kun je erover vertellen.
Een subgroep zijn de radiolarians die complexe silica skeletten hebben.
Andere subgroep zijn de forams (foraminiferans) die calciumcarbonaat tests(schaaltjes) hebben die sedimenten hebben gevormt over de tijd.
Rode algen, wat kun je er over vertellen.
Groene algen, wat kun je er over vertellen
2 soorten;
charophytes; omvat ook meest verwant aan planten.
Chlorophytes; O.a. Zeesla(Ulva.)
Fotosynthese, welk deel kunnen we toeschrijven aan welke groep
prokaryoten 20%
planten 50%
Geef de overéénkomsten tussen planten en algen.
meercelllig.
eukaryoot.
fotosyntetisch autotroof.
-Groene algen, dinoflagelaten en bruine algen en planten hebben celwanden van cellulose.
-Groene algen, eugleniden en sommige dinoflaggelaten en planten hebben chlorofyl a en b.
De charofyten hebben een aantal specifieke zaken met planten gemeen waardoor ze beschouwd worden als hun naaste verwanten. Wat zijn dat.
-Een specifieke structuur van "flaggelated sperm"
-formatie van een phragmoplast.(groep microtubuli)
Welke aanpassingen zijn er ontstaan in de kolonisatie van het land door charofyten(de groene algensoort meest verwant aan planten).
2-Multicellulaire afhankelijke embryo's
3-Sporen in sporangia met een wand(sporopollenin(polymeer die sporen bescherm tegen uitdroging).
In de sporangia zitten diploide cellen (sporocyten) die meiose ondergaan en haploide spores produceren
4-multicellulaire gametangia. (gameten in multicellulaire mannelijke en vrouwelijke gametangia
5-apical meristeem. groeipunten naar beneden en naar boven.
Verder ook cuticula(waslaagje), stomatoa(porieen), symbiose met schimmels.
Wat waren direct voordelen van landkolonisatie voor charofyten.
atmosfeer met beschikbaar CO2.
voedingsstoffenrijke bodem aan rand van water.
Op welke manieren kun je het rijk van de planten indelen ?
geen vaatweefsel; bryofyten
Door te kijken of ze zaden hebben.(zaad is een embryo met een pakket voedsel en een beschermlaag).
gymnosperm(naaktzadig), angiosperm(bedektzadig)
Wat is kenmerkend voor de groep bryofyten(planten zonder vaatweefsel)
Wat heeft veen gevormt.
Wat waren de eerste hoog groeiende planten.
425 miljoen jaar geleden.
Welke stadium is dominant in varens.
Welke twee weefsels vindt je in vaten.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden