Diergroepen

39 belangrijke vragen over Diergroepen

Wat zijn belangrijke kenmerken van parabasalida?

ØÉéncellig
 
ØTwee kernen per cel
 
ØMeerdere flagellen
 
ØMitochondria zonder DNA (mitosomes)
 
ØHeterotroof (fermentatie)
 
ØAsexueel door mitotische celdelingen (vegetatief)
 
ØAnaerobic als commensaal in darmen van dieren (o.a. kakkerlakken en termieten)
 
 

Wat zijn belangrijke kenmerken van euglenophyta?

ØÉéncellig 
ØÉén of twee flagellen
 
ØKristalstaaf in flagel
 
ØHeterotroof (Kinetoplasten)
 
ØFotoautotroof (chlorofyl a en b)/heterotroof/ (Eugleniden)
 
ØAsexueel door mitotische celdelingen (vegetatief)
   
ØOndiep zoetwater en vochtige grond, soms marien
 
ØParasitair
veroorzaakt slaapziekte
 
 
 

wat zijn belangrijke kenmerken van alveolata-dinoflagellaten?

 alveoli 

Ééncellig of kolonies

 

Lengte- en dwarsflagel

 

Fotoautotroof (chlorofyl a en c)

 

Cel bekleed met cellulose platen

Asexueel door mitotische celdelingen (vegetatief)

 

Diplohaplont

Marien en zoetwater als fytoplankton

 

Symbiont in vrijwel alle koralen (fotosynthese levert voedsel)

  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Wat zijn belangrijke kenmerken van de rodofyta?

ØÉéncellig, kolonievormend en meercellig (filamenteus en thalleus)
 
ØFotoautotroof (chlorofyl a)
 
ØRood à accessorisch pigment phycoerythrine
'
 
ØAsexueel door mitotische celdelingen of sporen (vegetatief)
 
ØDiplohaplont (trifasisch)
 
generatiewisseling
 
iso- of heteromorf
 
geen flagellen
 
ØLangs rotskusten van relatief warme zeeën en oceanen
 
 

wat zijn belangrijke kenmerken van  

CERCOZOA & RADIOLARIA?

ØPseudopodia
 
ØFotoautotroof (Chloarachniofyten, chlorofyl a en b)
 
ØHeterotroof (Foraminiferen, Radiolariën)
 
ØAsexueel door zoösporen (vegetatief)
 
ØDiplohaplont (generatiewisseling) of diplont
 
ØBentisch en pelagisch in zoet- en zout water
 
 

Wat zijn belangrijke kenmerken van phaephyta?

 
ØTwee verschillende flagellen (heterokont - kenmerk alle Straminopila)
 
ØFotoautotroof (chlorofyl a en c)
 
ØBruin à accessorisch pigment fucoxanthine
 
ØMeercellig zeewier
 
trichaal (filamenteus, draadvormig)
 
thalleus (hechtschijf + steel + bladschijf)
 
ØAsexueel door zoösporen (vegetatief)
 
ØDiplohaplont
 
generatiewisseling
 
iso- of heteromorf
 
ØDiplont
 
ØLangs rotskusten van relatief koele zeeën en oceanen (kelpwouden)
 
Øvoedselbron
 
Laminaria in soepen (kombu)
 
Alginaat (polysccharide) uit diverse bruinwieren soorten
 

à ijs, jam, tandpasta, pudding etc.

 
 
 
 

Wat is kenmerkend voor de chrysophyta?

ØTwee verschillende flagellen (heterokont - kenmerk alle Straminopila)
 
ØFotoautotroof (chlorofyl a en c)
 
ØCarotenoiden (goudkleur)
 
ØÉéncellig en kolonievormend
 
ØAsexueel door mitotische celdelingen (vegetatief)
   
ØZoet- en zeewater
 

Wat zijn belangrijke kenmerken van bacilariofita?

twee vershcillende flagellen
ØFotoautotroof (chlorofyl a en c)
 
ØAsexueel door mitotische celdelingen (vegetatief)
 
ØDiplont wanner ze te klein worden voor celdeling

ØZoet- en zeewater
 
pelagisch als plankton zwevend in de waterkolom
 
bentisch op de bodem
 
 

Wat is kenmerkend voor alveolaten-ciliata?

alveoli

Ééncellig met ciliën

 

Heterotroof

 

Macro- en microkernen

 

Zoet- en zout water

 

Opname van voedseldeeltjes m.b.v. ciliën

 

Asexueel door mitotische celdelingen (vegetatief)

  Sexueel door conjugatie (afwijkend van de drie modellen 

?wat zijn kenmerken van  

AMOEBOZOANS - Entamoeba


ØParsitair in (on)gewervelde dieren (incl. mens)
   
ØGelobde pseudopodia (kenmerk alle Amoebozoa)
 
ØHeterotroof (kenmerk alle Amoebozoa)

Wat zijn enmerken vn AMOEBOZOA-Gymnamoeba  ?

ØGelobde pseudopodia (kenmerk alle Amoebozoa)
 
ØHeterotroof (kenmerk alle Amoebozoa)

 
ØBodem, zoet- en zout water
 

Welke belangrijke kenmerken van  

CHLOROPHYTA - Chlorophyceae zijn er?

ØÉéncellig, kolonievormend, trichaal, thalleus en siphonaal
 
ØFotoautotroof (chlorofyl a en b)
 
ØGroen (soms gekleurd door caretenoïden)
 
ØAsexueel door mitotische celdelingen of sporen (vegetatief)
 
ØHaplont
 
ØDiplohaplont
 
generatiewisseling
 
iso- of heteromorf
 
ØConjugatie
   
ØWereldwijde verspreiding in zoet- en zoutwater en op het land
 
ØSymbiont met schimmel à Licheen (korstmos)
 
 

wat ijn kenmerken van weekdieren?

Alle Mollusca hebben een vergelijkbaar bouwplan met als voornaamste kenmerken:
 
Gespierde voet
 
Sterke cefalisatie
 
Viscerale massa
 
Mantel (met mantelholte waarin de kieuwen)
 
Mantel scheidt een in- of uitwendige schelp af
 
Radula (rasptong)
 
Verder hebben ze een echt coeloom en vaak een trochofoor-larve
 
En zijn ze vaak gonochoristen (gescheiden geslachten); maar bv. de longslakken zijn hermafrodieten

Wat zijn weetjes van lophotrochozoa?

 
De clade Lophotrochozoa werd pas als groep herkend toen men DNA-sequenties ging vergelijken
 
Sommige hebben als voedingsapparaat een lofofoor, andere hebben een trochofoor-larve, en sommige hebben geen van beide
 
Tot de Lophotrochozoa behoren 18 (!) fyla, waaronder de platwormen (Platyhelminthes), raderdiertjes (Rotifera), mosdiertjes (Ectoprocta), armpotigen (Brachiopoda), gelede wormen (Annelida) en weekdieren (Mollusca)
 

wat zijn kenmerk van nematoden?

rondwormen
heel erg divers
veel verschillende niches
geen segment
weefsels en organen
pseudopreumoon
earoob
drie weefsels
enkelvoudige ogen
zenuwstelsel

wat is kenmerken van neteldieren?

diploblastisch ontwikkeling
netelcellen
hydra en medusa vormen (mond richt naar boven of naar benden)

Wat is kenmerk van sponzen?

veel soorten
geen weefsels
geen differentiatie(op twee na die heloen bij het opnemen van voedsel)
filtervoeders

Wat is kenmerkend voor ribkwallen?

plankton
filtervoeders
weefsels/organen

wat is kenmerk van placozoa?

twee lagen cellen
meest basale fylum
Aseksuele voortplanting
 
Voedselopname door opname kleine partikels organisch materiaal
maar 1 soort
 

wat is kenmerk van Lophotrochozoa?

dkfjh

Wat zijn kenmerken van Echinodermata (stekelhuidigen)?

 
Zeesterren en andere Echinodermata zijn langzaam bewegende of sessiele mariene evertebraten
 
Ze hebben een hard endoskelet van kalkplaten met daaroverheen een dunne epidermis
 
Echinodermata hebben een uniek watervaatstelsel, een netwerk van hydraulische kanaaltjes die zich vertakken tot ambulacraalvoetjes die een rol spelen bij voortbeweging, voedselopname en gaswisseling
 


 
Gemeenschappelijke kenmerken van de Chordata en de Echinodermata:? 

Zeesterren en andere stekelhuidigen (fylum Echinodermata) lijken weinig op de Chordata (waartoe ook de mens behoort)
 
Gemeenschappelijke kenmerken van de Chordata en de Echinodermata:
 
Radiale klieving
 
De embryonale mond vormt zich aan de overzijde van de blastopore
 
vele DNA-kenmerken

Wat is kenmerkend voor Cephalopoda: Coleoidea?

Omvat pijlinktvissen, zeekatten, oktopussen (700 soorten)
 
Schelp inwendig of (bij Octopus) afwezig
 
Twee voornaamste groepen: Octopodiformes (8 armen) and Decapodiformes (10 armen)
 
Komen tot op grote diepte voor (8000 m)
 
Chromatoforen
 
Oog is camera met lens

Welke camouflage techniken hebben cephaloppoda?

Camouflagetechnieken
 
spuiten met inktvrijwel allen (Nautilus niet)
 
van kleur veranderenchromatoforen in huid: iridoforen (breking, productie groen, blauw), leucoforen (laagjes cellen, reflectie heersend licht: wit, blauw)
 
huid samentrekken en vervormen: nabootsing patronen omgeving
 
bioluminescentie: lichtproductie 

Wat zijn kenmerken van Cephalopoda: Nautiloidea?

Uitwendige schelp
 
Twee paar kieuwen
 
>90 tentakels, zonder zuignappen; vier armen worden gebruikt bij de paring
 
Het oog is een pinhole camera
 
Uitwendige schelp is gekamerd en gedeeltelijk met lucht gevuld (fragmoconus)
 
Slechts 5 of 6 soorten, Indo-Pacifisch gebied

Wat zijn kenmerken van cephalopoda/inktvisdingetjes?

2 cm – 18 m! (Architeuthis)
 
Uitsluitend marien, van ondiep water tot de diepzee
 
Actieve predatoren met straalaandrijving
 
Schelp afwezig (octopi), inwendig (pijlinktvissen) of uitwendig (nautili)
 
Cephalopoda hebben een gesloten bloedsomloop, goed ontwikkelde zintuigen (camera-obscura ogen bij de nautilus, "vertebraten"-ogen bij de rest) en een complex centraal zenuwstelsel
 
Behalve een radula ook een "snavel
 

Wat zijn kenmerken van bivalvia/tweekleppigen?

 
Zeer grote klasse aquatische weekdieren (zoetwater en marien, tot 5000 m diep)
 
Sessiel, maar voortbeweging mogelijk met de voet of "zwemmen" met de kleppen
 
Sommige soorten boren in hout of koraal
 
Meestal detritivoren (filter-feeders), sommige hebben symbiose met algen; Septibranchia zijn diepzee-predatoren
 
Schelp bestaat uit twee laterale kleppen, verbonden via een scharnier, spieren en ligamenten; radula is verdwenen; ogen vaak aanwezig
 
Water stroomt mantelholte in via afferente sipho en eruit via efferente sipho; voedselopname en respiratie via de kieuwen
 
In de maag: kristalsteel: het enige "wiel" in de natuur
 
 

Wat zijn kenmerken van gastropoda/slakken?

Driekwart van alle soorten Mollusca zijn Gastropoda
 
Marien, zoetwater, land
 
<1 mm – 0.5 m groot
 
Ecologisch zeer succesvol
 
lichaam (en schelp) spiraalsgewijs gewonden
 
schelp soms gereduceerd: (half)naaktslakken
 
Radulavorm zeer divers
 
Torsie: tijdens de vroege ontwikkeling van het embryo draait de viscerale massa over 100%
 
Belangrijkste onderklassen: Caenogastropoda (vnl. zeeslakken); Heterobranchia (vnl. landslakken en zeenaaktslakken)

Wat zijn kenmerken van conchifera/schelpdragers?

Omvat de Gastropoda (slakken), Bivalvia (tweekleppigen) en Cephalopoda (inktvissen e.d.)
 
Onderlinge verwantschap nog niet geheel opgehelderd
 
Hebben een echte schelp
 
Bilaterale symmetrie is vaak niet goed meer herkenbaar door sterke modificatie
 
Hebben vaak complexe ogen en zenuwstelsel

Kenmerken van keverslakken/chitons?

Marien; tot 4000 m diepte
 
Meestal enkele cm; sommige tot 30 cm
 
600 soorten bekend
 
Schelp bestaat eigenlijk uit 8 platen gefuseerde spicula; niet homoloog met de schelpen van de Conchifera
 
Bilaterale symmetrie onveranderd: frontale mond, terminale anus
 
Radula van pyriet
 
Microscopische eenvoudige oogjes over de gehele dorsale zijde

Wat zijn kenmerken van angiospermen?


Meercellig

 

Fotoautotroof (chlororofyl a en b)

 

Heteromorfe diplohaplont

 

generatiewisseling

 

sporofyt dominant

 

bestuiving door wind of dieren (insecten)

 

dubbele bevruchting

   
na bevruchting
 
verdikte ovariumwand (=pericarp)
 
verspreiding
   

Bedektzadig

 

Heterospoor

 

Bloemen

 
Kelk
 
Kroon
 
Meeldraad
 
Vruchtbeginsel
 
(zie ook hoofdstuk 38)

wat zijn belangrijke kenmerken van zaadplanten?

 

Zaden

 

`Gereduceerde gametofyten

 

`Gametofyten ontwikkelen in en op sporofyt

Heterosporie


Ovula

 

Ovulum = megasporangium + megaspore + één of twee beschermende integumenten

 

Gymnospermen à één integument

 

Angiosperm à twee integumenten


Pollen (stuifmeel)

 

Microsporen ontwikkelen zich tot stuifmeelkorrels waarin de mannelijke gametofyt

 

Pollinatie = overdracht pollen naar ovula

 

Pollen kan worden verspreid door de wind of door dieren (insecten)

 

Pollen kiemt à pollenbuis deponeert spermakern(en) in vrouwlijke gametofyt

 


Ovulum à zaad, met daarin sporofyt embryo, voedsel (endosperm) omgeven door beschermende zaadhuid

     

 

Wat zijn belangrijke kenmerken van basidiomicota?

ØHeterotroof (saprofytisch, parasitair)
 
ØMeercellig
 
ØHaplont (basidiosporen aan basidia in basisiocarp = vruchtlichaam = paddestoel)
 

Wat zijn kenmerken van glomeromycota?

Belangrijkste kenmerken
 
ØHeterotroof (symbiont)
 
ØMeercellig
 
Voorbeelden vertegenwoordigers
 
Ø Glomus mosseae
 
Levenscyclus
 
ØHaplont
 
Ecologie
 
Ø Bodem - mycchoriza

Wat is kenmerkend van  

 FUNGI - Chytridiomycota?

ØHeterotroof (saprofytisch, parasitair)
 
ØÉén- of meercellig
 
Voorbeelden vertegenwoordigers
 
Ø Chytridium spp.
 
Levenscyclus
 
ØHaplont (?) met zoösporen (flagel)
 
Ecologie
 
ØZoetwater en bodem
 
Bijzonderheden
 
ØParafyletisch (?)

Wat zijn kenmerken van fungi?

 

Monofyletisch en zeer divers

 

Heterotroof

 

Extern afbreken complexe moleculen door exoenzymen

 

Absorptie kleinere moleculen

 

Bouw

 

Ééncellig

 

Meercellig met hyfen (schimmeldraden), mycelia en vruchtlichamen


Asexueel door mitotische sporen (vegetatief)

 

Haplont (vaak met ontkoppeling van plasmogamie en karyogamie)

 

Plasmogamie: versmelten van cytoplasma van twee ouder mycelia

 

Heterokaryon: haploïd mycelium met genetisch verschillende kernen

 

Karyogamie: versmelten van kernen (diploïd)

 

Zeer korte diploïde fase

   

wat zijn kenmerken van TRACHEOPHYTEN - Pterophyta ?

Sporen (geen zaden)

 

Overwegend isospoor

 

Meercellig

 

Fotoautotroof (chlorofyl a en b)


Heteromorfe diplohaplont

Wat zijn kenmerken van TRACHEOPHYTEN? 

 
Groene stengels (15-30 cm hoog)
 
ØDichotoom vertakt
 
ØCentrale protostele (vaatbundel)
 
ØStomata (huidmondjes)
 
ØCuticula (waslaagje)
 
Nog geen bladeren
 
Nog geen wortels
 
ØRhizoïden aan een verdikte stengelbasis
 

Diversificatie vanaf Devoon


Heteromorfe diplohaplont

 
 

wat zijn algemene kenmerken Charophyceae-Plantae?

 

 

Morfologie structuren voor cellulose synthese in plasma-membraan

 

Specifieke enzymen in de peroxisomen

 

Structuur spermatozoïd-flagellen

 

Vorming van een fragmoplast bij celdeling


Monofyletisch

 

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo