Samenvatting: Dlinfi

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van DLINFI

• 1 Les 1 Algemene introductie microbiologie

  Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• De student kan voorbeelden noemen van omgevingen waar micro-organismen voorkomen

  • Glycocalyx houdt cellen bij elkaar een vast aan oppervlakte
  • Biofilm
    
  • Bodem/water
  • Druppels
  • Lichaam
    

• De student kan voorbeelden noemen van biotechnologische toepassingen van micro-organismen

  
  

  • Productie eten en drinken
  • Antibiotica
  • Producten

• De student kan de term medische microbiologie omschrijven

  • diagnostiek van infectieziekten (bacteriologie, virologie, serologie, mycologie en parasitologie)
  • Serologie (antigenen, eiwitten van M.O.,s
  • Mycologie (gist, schimmels, Mycoplasma)
    

• De student kan enkele grote doorbraken in de ontwikkeling van de microbiologie benoemen en weet wie voor deze doorbraken heeft gezorgd

  • De ontdekking van bacteriën door Antonie van Leeuwenhoek en de ontwikkeling van de germ theorie door Louis Pasteur.
  • Alexander Flemming, Pennicilline door schimmel op bacterie petrischaal.

• De student kan de term micro-organismen definiëren en de globale indeling van micro-organismen reproduceren

  • bacteriën, (Cocci, Bacilli, Spiral)
  • virussen hebben genetisch materiaal door proteïneomhulsel.

  • schimmels (eukaryoot)(celwand)
  • protozoa zijn eencellige organismen met complexere structuren.

• De student kan uitleggen op welke manier genoverdracht tussen bacteriën plaatsvindt.

  • Naar offsping en andere microben.
  • Horizontale gene transfer: DNA van Donorcel versmelt met ontvangercel: recombinant.
  • Plasmids en transposons van Chromosoom gen overdracht naar andere chromosoom of van cel.
  • Plasmides van circulair DNA naar andere cell.
  • Transposons (Jumping genes) Kleine stukken DNA naar een ander.
    

• De student kan de opbouw van de celwand van gram positieve en gram negatieve bacteriën

  • Gram positief: Dikke lagen peptidoglycan met ruimte daartussen dat periplastic space heet met granule laagvan lipoteiichoic acid (spanning) en wall teichoic acid: gelinkt an peptidogklycan laag en hebben antigeen specialiteit. Neemt meer kristalviolet op.

  • Gram negatief: paar lagen peptidoglycan en outermembraan, periplasm en bevat LPS.

• De student kan benoemen op basis van welke aspecten inschaling in BSL categorieën plaatsvindt en voorbeelden noemen van manieren (inclusief VMT regels) om laboratoriumwerknemers te beschermen tegen besmetting en infectie.

  
  BSL aspecten zijn
  
  - overdraagbaarheid
  - Ernst
  - VMT-regels

• De student kan uitleggen hoe (an-)aerobe respiratie, fermentatie én mechanismen om schadelijke zuurstofmoleculen te vermijden de zuurstofvereisten van micro-organismen verklaren, en daarmee de optimale kweekcondities beïnvloeden.

  • (Aan-)aerobe respiratie is dat M.O. zuurstof gebruiken om energie te produceren.

  • Fermentatie: micro-organismen energie produceren zonder zuurstof te gebruiken.
    

  • Mechanismen om schadelijke zuurstofmoleculen te vermijden beschermen micro-organismen tegen oxidatieve stress.

  • Processen hebben invloed op kweekcondities

• De student kan bacteriën indelen in psychrofielen, mesofielen en (hyper)thermofielen, en kent de betekenis van de term halofiel.

  • psychrofielen (koude minnende bacteriën)
  • mesofielen (gematigde bacteriën)
  • (hyper)thermofielen (hitte minnende bacteriën).
  • Halofielen leven in zoute omgevingen