Dm en orale medicatie
11 belangrijke vragen over Dm en orale medicatie
Adviezen bij nietmedicamenteuze behandeling bij DM2
• De huisarts en POH geven de volgende adviezen.
• Stoppen met roken
• Voldoende bewegen
• Goede voeding
• BMI >25 afvallen
• Bij patiënten met een BMI >25 leidt 5 tot 10% gewichtsverlies al tot lagere glucosewaarden, een betere vetstofwisseling en een lagere bloeddruk
Dhr. Jansen heeft na het stellen van de diagnose door de leefstijlinterventie begeleid door POH en dietist 10 kg aan gewicht verloren en was normoglycaemisch Nu weer aangekomen, terug op 95 kg nGlu 8,5 mmol/l, HbA1c 58 mmol/mol (7,5 %)
1. Metformine
2. SU‐derivaat
3. leefstijlinterventie
Bij de jaarcontrole: Medicatie: metformine 2 dd 1000 mg nGlu 8.8 mmol/l, HbA1c van 51 mmol/mol Wat is je volgende stap in de behandeling?
2. SU‐derivaat toevoegen
3. DPP‐4 remmer toevoegen
4. Geen verandering in medicatie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Stappenplan boedglucoseverlagende middelen
- start met metformine
- voeg een sulfonylureumderivaat aan de methformine toe
- voeg een NPH insuline eenmaal daags aan de orale bloedgucoseverlagende middelen toe
Sulfonylueumderivaat met de voorkeur voor gliclazide
• Geen dosisaanpassing nodig bij verslechterende nierfunctie
• Risico op hypoglykemieen is laag
• Bij patienten die reeds een ander sulfonylureumderivaat gebruiken en een goede glykemische regulering hebben wordt dit sulfonylureumderivaat gecontinueerd.
Werking DPP-4 remmers
• HbA1c‐verlaging van 7‐9 mmol/mol t.o.v. placebo.
• Gewichtstoename t.o.v. placebo van circa 0,7 kg.
• Leverfunctiestoornis,ernstig hartfalen (vildagliptine, saxagliptine).
• Geen direct bewijs voor effectiviteit op (diabetesgerelateerde) mortaliteit en morbiditeit.
Werking GLP-1 analogen
• HbA1c‐verlaging van 11 mmol/mol t.o.v. placebo
• Gewichtsafname t.o.v. placebo 0,7‐2,5 kg; misselijkheid, acute pancreatitis,lange termijnveiligheid onbekend
• Geen direct bewijs voor effectiviteit op (diabetesgerelateerde) mortaliteit en morbiditeit
Verband therapietrouw dosering frequentie en compliance?
bij 2/ per dag 58%
bij 3/ per dag 46%
bij 4 / per dag 40%
Afwijken gangbare therapie
(metformine, sulfonylureumderivaat, insuline)
op bezwaren (bijwerkingen, contra‐indicaties) stuit, dan dienen eerst de andere twee genoemde middelen uit het stappenplan te worden ingezet.
Blijven er daarna desondanks dwingende redenen bestaan om een van de overige middelen voor te schrijven dan kan keuze bepaald worden door:
• de mate van HbA1c‐daling
• het risico op hypoglykemieen,
• eventuele gewichtstoename,
• veiligheid op langere termijn
• kostenaspect
Wat is de werking van Methformine?
Waarom hoeft de methformine niet 3x daags worden gegeven?
dus 2x 1000mg
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden