Samenvatting: Drie Jaar Rome Ii In De Rechtspraktijk

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 24 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Drie jaar Rome II in de rechtspraktijk

  • 1 Inleiding

  • Op wat voor soort verbintenissen is de Rome II-Verordening op van toepassing? Wat is het doel van de verordening?

    Rome II regelt het toepasselijke recht op niet-contractuele verbintenissen. Dit zijn aldus de verbintenissen die voortvloeien uit:
    • onrechtmatige daad;
    • zaakwaarneming (art. 11 Rome II);
    • onverschuldigde betaling;
    • ongerechtvaardigde verrijking (art. 10 Rome II);
    • afgebroken onderhandelingen (art. 12 Rome II). 


    Het doel van de verordening is de harmonisatie van het conflictenrecht ter zake van de niet-contractuele verbintenissen.
  • 2 Toepassingsgebied Rome II

  • Stel: een bestuurder wordt door een vennootschapscrediteur aansprakelijk gesteld voor een door de bestuurder gepleegde onrechtmatige daad. Is de Rome II Verordening van toepassing? En wanneer hij aansprakelijk wordt gesteld op grond van een misleidende voorstelling van de financiële toestand in de jaarrekening of het jaarverslag?

    Kwesties betreffende niet-contractuele verbintenissen die voortvloeien uit het vennootschaps- en rechtspersonenrecht vallen buiten het toepassingsbereik van Rome II en worden door het incorporatierecht beheerst (art. 10:118 BW). In beginsel kan een bestuurder die door een vennootschapscrediteur aansprakelijk wordt gesteld op grond van bijvoorbeeld de Beklamel-vordering, dan geldt Rome II wel. 

    Wanneer een bestuurder aansprakelijk wordt gesteld op grond van een misleidende voorstelling van de financiële toestand in de jaarrekening of in het jaarverslag, dan ligt de toepassing van het incorporatierecht (art. 10:118 BW) voor de hand.
  • Leg uit hoe het 'gat' tussen Rome II en het commune IPR recht van Nederland is gedicht. Welk gevolg heeft dit voor het recht dat van toepassing is op de uitoefening van het Nederlandse openbaar gezag?

    In art. 10:159 BW is bepaald dat op verbintenissen die buiten de werkingssfeer an Rome II vallen en als OD kunnen worden aangemerkt, de bepalingen van Rome II van overeenkomstige toepassing zijn, met dien verstande dat op verbintenissen voortvloeiend uit de uitoefening van Nederlands openbaar gezag Nederlands recht van toepassing is. Op deze manier is het 'gat' tussen Rome II en het commune IPR gedicht
  • 3 Conflictregels van Rome II

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welk recht is volgens de Rome II Verordening van toepassing in geval van vermogensschade bij het houden van aandelen op een beurs in Amsterdam?

    Volgens art. 4 lid 1 Rome II is het recht van toepassing van de plaats waar het schadebrengende feit zich voordoet. In het geval van vermogensschade is dat de plaats waar de beleggingsrekening wordt aangehouden. Wanneer aandelen op een beurs in Amsterdam worden gehouden en daar vermogensschade wordt geleden, is het Nederlandse recht van toepassing.
  • Welk recht is volgens de Rome II Verordening van toepassing bij bestuurdersaansprakelijkheid wegens misleiding in de jaarstukken?

    Ook hier is art. 4 lid 1 Rome II van toepassing, en aldus het recht waar het schadebrengende feit zich voordoet. Bij misleiding in de jaarstukken door de bestuurder is dit de plaats van publicatie van de misleidende stukken. In beginsel zal dit het land zijn naar welk recht de vennootschap is opgericht.
  • Hoe kan een 'waaier' van toepasselijke rechtsregels in het geval dat directe schade zich in verschillende landen voordoet, door de partijen worden vermeden?

    Een 'waaier' van toepasselijke rechtsregels onder Rome II kan door partijen worden vermeden indien zij ex art. 14 Rome II een rechtskeuze uitbrengen.
  • 4 Rechtskeuze in Rome II

  • Kunnen partijen onder Rome II door een rechtskeuze uit te brengen het tussen hen liggende geding "internationaliseren"?

    Nee, dit is niet mogelijk. Art. 4 lid 2 Rome II stelt dat indien alle op het tijdstip van de schadeveroorzakende gebeurtenis mogelijke aanknopingspunten zich in een ander land bevinden dan dat waarvan het recht is gekozen, de rechtskeuze de toepassing van de rechtsregels van dat andere land waarvan niet bij overeenkomst kan worden afgeweken, onverlet. Internationalisering van hun geding door het doen van een rechtskeuze is aldus niet mogelijk.
  • Ten aanzien van welke niet-contractuele verbintenissen is het doen van een rechtskeuze onder Rome II niet toegetaan? Waarom is dit niet toegestaan?

    Voor een vordering uit hoofd van oneerlijke concurrentie en daden die de vrije concurrentie beperken (art. 6 lid 4 Rome II) en voor een inbreuk vordering op een intellectueel eigendomsrecht (art. 8 lid 3 Rome II) geldt dat partijen geen rechtskeuze mogen uitbrengen. Uit punt 31 Considerans blijkt dat deze beperkingen van de rechtskeuze worden gerechtvaardigd door het streven de zwakke partijen te beschermen.
  • 5 Bijzondere conflictregel

  • Welke bijzondere conflictregels kent de Rome II Verordening?

    In art. 5 Rome II is de conflictregel opgenomen voor productaansprakelijkheid. Voor NL is dit artikel echter zonder belang, omdat art. 28 Rome II voorrang geeft aan het Haags Productaansprakelijkheidsverdrag, waarbij NL partij is.

    Art. 6 Rome II regelt het conflictenrecht op het terrein van oneerlijke mededinging, waarbij een onderscheid wordt gemaakt tussen "oneerlijke concurrentie" (21 Considerans), "daden van beperking van de mededinging" (22 Considerans) en daden van oneerlijke concurrentie gericht tegen een bepaalde concurrent en tegen meer concurrenten.
  • 5.1 Oneerlijke concurrentie en daden van de beperking van de vrije concurrentie

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Is een rechtskeuze mogelijk waarbij concurrentieverhoudingen in het algemeen worden geschaad?

    Bij concurrentieverhoudingen die in het algemeen worden geschaad, is het niet duidelijk wie de benadeelde is en welke markt door de daad wordt geschaad. Een rechtskeuze is dan niet mogelijk. Hetzelfde geldt voor daden van beperking van de vrije concurrentie.
LET OP!!! Er zijn slechts 24 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Drie Jaar Rome Ii In De Rechtspraktijk