Samenvatting: Dsm-5 Che

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 70 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van DSM-5 CHE

  • 1 DSM-5

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • In de praktijk van je werk als sociaal werker heb je de DSM 5 niet nodig. Wat heeft je cliënt dan wel nodig in de praktijk als social worker?

    Wat je cliënt nodig heeft aan ondersteuning, hulp of begeleiding, kan je niet afleiden van zijn DSM-diagnose, maar uit persoonlijke gesprekken met de cliënt en zijn naasten, met een betrokken professionele relatie als basis.
  • 2 Stemmingsstoornissen

    Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de plaats van antidepressiva bij de behandeling?

    De hippocampus? Psychiater/dokter schrijft dit voor.
  • Wat zijn belangrijke aandachtpunten in het omgaan met depressieve mensen?

    • Stel open vragen, 
    • durf (door) te vragen, 
    • oordeel niet, 
    • vraag naar de behoefte van de ander,


    https://www.heyhetisoke.nl/gesprekstips
  • 4 Verslaving

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke groepen kunnen middelen, op basis van hun werking, worden ingedeeld?

    1. Middelen met een dempende werking
    • Alcohol en opiaten
    1. Middelen met een stimulerende werking
    • Amfetamine (speed) en cocaïne
    1. Middelen met een ontregelende werking
    • Marihuana (=cannabis), xtc,
  • Hoe komt het dat verslavende middelen tot afhankelijkheid leiden? Wat is (op hoofdlijnen) het neurobiologische mechanisme?

    Ontstaat door biologische, psychische  en sociale factoren.
    Biologische factoren:
    - Genetische aanleg
    - Neurotransmittersystemen  (ontregelen bij gebruik van middelen)
    Pychische factoren:
    - Persoonlijkheid (Wat voor type persoon ben je)
    - Copingstrategieën (wat voor copingstrategieën heb jij ontwikkelt om met stress om te gaan)  
    Sociale factoren:
    - Gezin
    - Vrienden
    - Media
    - Beschikbaarheid (veel alcohol bijv en drugs, makkelijk te verkrijgen)
  • Wat wordt bedoeld met Dubbele diagnose?

    Verslaving staat niet opzichzelf. Verslaving gaat vaak gepaard met andere psychiatrische ziektebeelden!
    Voorbeelden:
    • Persoonlijkheidsstoornis
    • Depressie
    • Posttraumatische stress stoornis
    • Schizofrenie  
  • Uit welke elementen bestaat de behandeling van verslaving?

    Het doel: drugsvrij leven, of beheerst gebruik
    belangrijke voorwaarde, is dat de cliënt gemotiveerd is. Motiverende gesprekstechnieken zijn erg belangrijk, plaats in te nemen om de client gemotiveerd te houden, te blijven, te maken als hij dat niet meer is.  

    De behandeling begin met een detoxificatie, soms wordt je daar voor opgenomen, onthoudingsverschijnselen, ondersteunt worden met medicijnen. Hierna rest nog een lange weg; psychosociale behandeling/begeleiding.
    Terugvalpreventie: plan, wat gaan we doen als je gaat terug vallen in je verslaving.
  • 5 Persoonlijkheidsstoornissen

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 5
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke drie clusters worden onderscheiden bij de persoonlijkheidsstoornissen en wat typeert die clusters?


    Cluster A: vreemde, excentriekecluster
    Cluster B: dramatische, emotionele, egocentrische, onvoorspelbare cluster¨
    Cluster C: angstige, onzekere cluster
  • 6 Psychose

    Dit is een preview. Er zijn 8 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat houdt het diathese-stress (kwetsbaarheidstressmodel) model in?

    Diathese-stress modellen helpen bepalen wie een stoornis zal ontwikkelen en wie niet. In de context van depressie kan het diathese-stress model bijvoorbeeld helpen verklaren waarom persoon A depressief wordt en persoon B niet, zelfs niet wanneer hij aan dezelfde stressoren wordt blootgesteld. Meer recentelijk is het diathese-stressmodel gebruikt om uit te leggen waarom sommige mensen meer risico lopen op het ontwikkelen van een stoornis dan anderen.
  • Wat is schizofrenie en waarom is dat zo'n ongelukkige term?

    Een aandoening die wordt gekarakteriseerde door psychotische episoden ‘waarbij de patiënt het vermogen om de realiteit te toetsen verliest’.Mensen met schizofrenie hebben niet meerdere persoonlijkheden. Het woord schizofrenie komt uit het Grieks en betekent 'gespleten geest'. Hierdoor verwarren mensen het soms met een dissociatieve stoornis.
    Ook werd vroeger wel gedacht dat schizofrenie werd veroorzaakt door een verkeerde opvoeding. Inmiddels weten we dat dat niet klopt.
LET OP!!! Er zijn slechts 70 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart