Samenvatting: Duitsland 1871-1945
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Duitsland 1871-1945
-
1 Het Duitse keizerrijk
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
1.1 De Duitse eenheid komt tot stand
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe zijn de staten en staatjes van ''Duitsland' samengebracht?
Otto von Bismarck, Rijkskanselier van het koninkrijk Pruisen, wist deze staten bij een te brengen door de Frans-Duitse Oorlog -
Waar en wanneer werd het Duitse keizerrijk uitgeroepen?
Op 18 januari 1871 in de Spiegelzaal van het paleis in Versailles. (Toen Frankrijk nagenoegen verslagen was) -
1.2 Staatsinrichting met grote macht van de keizer
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Welke macht had de keizer in Duitsland?
1. Rijkskanselier benoemen en ontslaan
2. Keizer was militair opperbevelhebber -
Welke macht had de Rijksdag wel en niet?
1. Mocht Begrotingen, belastingmaatregelen en wetten goed-of afkeuren
2. mocht NIET Rijkskanselier en zijn ministers verantwoording roepen of tot aftreding dwingen -
Door wie kon de Rijksdag ontbonden worden?
Door de Rijkskanselier en de Bondsraad -
1.4 Gelaagdheid van de bevolking
-
Wat zijn de lagen van de bevolking?
1. Adel,offieren en hoge ambtenaren
2. Grotefabrikanten en bankiers
3.Werknemers in dedienstensector , lage ambtenaren, kleineondernemers , chefs van afdeling van grotere ondernemingen
4. Boeren, arbeiders in de landbouw en de industrie, lagere ambtenaren -
Wat is de omschrijving van (1) Adel, offieren en hoge ambtenaren?
1. Beheersen de openbare mening -
Wat is de omschrijving van Grote fabrikanten en bankiers?
1. Verkeerde in de hoogste kring
2. Raakte door huwelijk met adel en officieren verbonden -
Wat is de omschrijving van 3. Werknemers in de dienstensector, lage ambtenaren, kleine ondernemers, chefs van afdeling van grotere ondernemingen?
1. Deze groep genoot niet veel aanzien
2. Voelde zich bekneld tussen de lagen boven en beneden haar -
Omschrijving van de groep 4. Boeren, arbeiders in de landbouw en de industrie, lagere ambtenaren?
1. Deze groep staat onderaan de samenleving
2. Boeren waren trouw aan de overheid en hun religie
3. Merkte in eigen kring niks van toenemende welvaart
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden