Adel, burgers en arbeiders - Tekst 4 Leven op stand, Montijn

6 belangrijke vragen over Adel, burgers en arbeiders - Tekst 4 Leven op stand, Montijn

Waaruit bestond de Nederlandse maatschappelijke bovenlaag begin twintigste eeuw?

Bovenlaag bestond uit adel en patriciaat.
Grenzen waren echter onduidelijk: levenswijze gelijk, beiden patriciërsfamilies, bieden protestants, superioriteitsgevoel (men voelde zich verheven).
Adel en patriciaat vormden bestuurlijke/culturele bovenlaag.
Bovenlaag verdeeld door adel/niet adel en katholieken die ondervertegenwoordigd waren. Patriciaat stond open voor nieuwkomers, adel niet.

Je had adel en patriciaat, wat is het verschil?

De adel was pas na 1815 door koning Willem 1 in de stand verheven. Van de ‘oude adel’ die in 1795 met de Bataafse revolutie was afgeschaft waren nog maar zo’n 10 families over. Die kregen nu weer erkenning van de koning. De nieuwe adel moest horen bij het ‘patriciaat’, dat wil zeggen de regenten.


Definitie: families waarvan minstens drie generaties voor 1795 hoge functies hadden bekleed. Niet iedereen wilde een titel. Je had dus adel en patriciaat

Wanneer kwam je in het blauwe boekje?

In 1903 kwam het Adel’s boekje, gevolgd in 1910 door het blauwe boekje voor het patriciaat. Het blauwe boekje ging dus niet op basis van geboorte, maar op basis van deftigheid. Haalde je dat niet dan behoorde je bij de ‘kleine burgerij’
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

De sociale quaestie is inderdaad niet enkel een arbeidersquaestie, ze is deels ook een middenstandsquaestie’.
Wat zou de schrijver van de Tilburgsche courant hiermee bedoelen?

De arbeiders hadden weliswaar te maken met slechte leef- en werkomstandigheden, maar ook de ‘kleine burgerij’ had het moeilijk.

Er wordt gepleit voor meer aandacht voor middenstanders die volgens de auteur de ‘ruggegraat’ van de samenleving vormen, aangezien zij de Nederlandse maatschappij draaiende houden.

Wat verstond men onder burgelijk?

- 'Burgerlijk' was tot diep in de twintigste eeuw een neerbuigende term in de mond van mensen die door buitenstaanders (kunstenaars, socialisten, aristocraten) juist bij uitstek burgerlijk zouden zijn gevonden.

- David Meldrum (eng) viel op dat niemand in Nederland was er trots op om voor burgerlijk te worden uitgemaakt,  Hij bedoelde met 'niemand' natuurlijk zijn eigen keurige soortgenoten: beoefenaars van vrije beroepen die in in Engeland eenvoudig middle class, of evt upper middle heetten.

- 'Burgerlijk' was een makkelijke term om alles af te doen waarboven men zich verheven voelde - maar met een plezierige ondertoon van objectiviteit.

Uit welke literatuur haalt Ileen Montijn haar informatie over 'leven op stand'?

Uit etiquette boekjes

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo