De praktijkrichtlijn

11 belangrijke vragen over De praktijkrichtlijn

Wat is de definitie van de NPR 6070?

Duurzame inzetbaarheid is het vermogen van de medewerkers om nu en in de toekomst toegevoegde waarde te leveren voor een organisatie en daarbij zelf ook meerwaarde te ervaren.

Er zijn verschillende niveaus van duurzame inzetbaarheid, welke zijn dit en geef een korte toelichting:

- Macro (organisatiecontext). Dit zijn de politieke, economische en maatschappelijke ontwikkelingen die van invloed zijn op duurzame inzetbaarheid. Hierbij zijn grote ontwikkelingen belangrijk. bijvoorbeeld: wat betekent het voor een branche als er straks minder technisch geschoold personeel is.

- Meso (Bedrijf). Hierbij wordt gekeken naar het organisatieniveau. Het gaat hier bijvoorbeeld om het oplossen van knelpunten, het anticiperen op toekomstige ontwikkelingen of bijsturen van competenties en vitaliteit.

- Microniveau (Mensen in de organisatie). Hier wordt gekeken naar de invloed en impact van de voorgaande twee niveaus op de verschillende idividuen binnen de organisatie.

Bolwijn en Kumpe hebben de ontwikkelingsgang van het Nederlandse bedrijfsleven in chronologische zin geschetst. Ze komen daarbij tot vier fasen van ontwikkeling. Welke fasen zijn dit>?

Fase 1: Concurreren op doelmatigheid
Fase 2: Concurreren op kwaliteit
Fase 3: Concurreren op snelheid en flexibiliteit
Fase 4: Concurreren op innovatie
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Fase 1: Concurreren op doelmatigheid. Licht toe:

Duurzame inzetbaarheid hangt vooral samen met de fysieke vitaliteit van de medewerkers. Alles wat in de organisatie gebeurt, wordt gerelateerd aan kosten en opbrengsten

Fase 2: Concurreren op kwaliteit. Licht toe:

De toegenomen marges zorgen ervoor dat ook intern kwaliteit wordt herkend. De medewerker wordt nu vooral gezien als deskundige. Hoe beter hij is in zijn vak, hoe meer hij wordt gewaardeerd. De inzetbaarheid in dit soort organisaties wordt vooral bevorderd door de vakbekwaamheid op peil te houden.

Fase 3: Concurreren op snelheid en flexibiliteit. Licht toe:

Doelmatigheid en kwaliteit wordt als vanzelfsprekend gezien. Het is hier belangrijk dat de organisatie snel en op maat aan de klant kan leveren. In deze organisatie levert de medewerker  naast vakbekwaamheid de eigen eigenschappen die zijn productiviteit verhogen zoals: klantgerichtheid, servicegerichtheid en flexibele instelling. De inzetbaarheid in deze organisaties wordt dus bepaald door de aanwezigheid van deze eigenschappen. evenals motivatie en betrokkenheid

Fase 4: Concurreren op innovatie. Licht toe:

Hier is het voor de organisatie van belang steeds met iets nieuws te komen dat beter en creatiever in elkaar zit dan de vorige versie. De medewerkers moet naast vakmanschap, motivatie en betrokkenheid ook creatief zijn.

Een organisatiescan moet uitwijzen waar de organisatie staat. Eerst op basis van ist en dan op basis van soll. Hiernaar worden de vier verschillende clusters benoemd en volgt een opsomming van clusterfactoren. Welke clusterfactoren zijn dit?

Cluster 1: De integratie van duurzame inzetbaarheid in het HR-beleid.
Cluster 2: De inhoud en organisatie van het werk
Cluster 3: De functionele geschiktheid van medewerkers
Cluster 4: De vitaliteit van de medewerkers

Welke factoren vallen er onder cluster 1?

- Leiderschapsstijl
- Eigenaarschap 
- Focus
- Communicatie

Welke factoren vallen er onder cluster 3?

- Kennis
- Competenties

Welke factoren vallen er onder cluster 4?

- Fysieke conditie
- Mentale conditie
- Sociale cohesie
- Motivatie

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo