Toetsvragen e commerce
19 belangrijke vragen over Toetsvragen e commerce
1a. Kotler (2017) beschrijft diverse vormen van betaalde media die bedrijven inzetten om hun boodschap(pen) over te kunnen brengen. Eén van die vormen is reclame.
Wat houdt dit begrip in?
1b. Volgens Kotler (2017) moeten er vier belangrijke beslissingen gemaakt worden bij het opstellen van een reclamecampagne (zowel online als offline).
Noem 2 beslissingen en licht ze toe.
• Reclamebudget vaststellen: welk budget kan/gaat er uitgegeven worden aan reclame?
• Reclamestrategie ontwikkelen: de reclameboodschap en het reclamemedium bepalen.
• Evaluatie van de reclamecampagne: de evaluatie van de reclame en de rentabiliteit van de reclame-investering.
1c. Bedrijven kunnen kiezen uit veel beschikbare media als ze reclame willen maken. Kotler (2017) noemt 6 belangrijke mediavormen. Twee vormen daarvan zijn: tijdschriften en digitale & sociale media.
Geef bij iedere vorm één voordeel en één beperking.
o Voordeel: Sterke geografische en demografische selectiviteit, geloofwaardigheid en prestige, reproductie van hoge kwaliteit, lange duur, een exemplaar wordt door meerdere mensen gelezen
o Beperking: lange tijd tussen reclame en aankoop, een gedeelte van de oplage wordt niet verkocht, geen garantie op positie
• Digitale &
sociale media:
o Voordeel: hoge selectiviteit, lage kosten, directheid, interactieve mogelijkheden
o Beperking: relatief lage impact, publiek heeft controle over de exposure
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
2a. Kotler (2017) spreekt over de marketingcommunicatiemix.
Wat houdt dit begrip in?
2b. Kotler (2017) spreekt over geïntegreerde marketingcommunicatie.
Wat houdt dit begrip in?
2c. Een manier om klanten te werven via betaalde kanalen is affiliate marketing (Visser, 2018).
Leg uit wat affiliate marketing is en geef een voorbeeld van affiliate marketing.
zij maken op hun homepage gebruik van diverse affiliate links.
2d. Een andere manier om klanten te werven, is via eigen kanalen (Visser, 2018). Hiervoor is zoekmachinemarketing een ideale manier.
Welke twee vormen van zoekmachinemarketing zijn er? Licht ze toe en noem per vorm een voordeel.
• SEO: zoekmachineoptimalisatie. Het optimaliseren van een website voor bepaalde zoekacties, zodat de website zo hoog mogelijk in de resultaten van een zoekmachine getoond wordt.
o Voordelen:
? Voor bezoekers die klikken wordt niet betaald aan Google.
? Een betere vindbaarheid betekent vaak structureel meer verkeer.
• SEA: zoekmachineadverteren. Het plaatsen van advertenties die worden getoond als iemand een specifiek ingekocht zoekwoord intikt.
o Voordelen:
? Er is direct resultaat
? Er zijn duidelijke kosten/baten
? Er zijn goede meetmogelijkheden
? Er is veel vrijheid in het aanpassen van advertenties
3a. Volgens Kotler (2017) kan het communicatieproces worden toegelicht aan de hand van 9 elementen. Twee elementen uit dit proces zijn coderen en decoderen.
Licht deze elementen toe en geef een voorbeeld.
Decoderen: het proces waarbij de ontvanger een betekenis toekent aan de door de zender gecodeerde symbolen. Voorbeeld: de consument ziet de advertentie voor mobiele telefoons van Samsung en interpreteert de woorden en beelden.(2p per uitleg
4p totaal)
4c. Wat wordt verstaan onder de “diepte” van het assortiment?
Geef met behulp van breed/smal en diep/ondiep de categorisering aan welke het beste past bij een warenhuis als de Bijenkorf en motiveer je keuze.
Geef met behulp van breed/smal en diep/ondiep de categorisering aan welke het beste past bij een speciaalzaak als een wijnboer en motiveer je keuze.
5a. Een metric kan onder meer een ratio zijn. Geef in eigen woorden aan wat wordt bedoeld met een ratio en leg aan de hand van een concreet marketing voorbeeld uit wat bedoeld wordt met een “ratio”.
5b. Volgens Oosterveer (2018) is het belangrijkste doel van metrics om de organisatie te stimuleren om actie te ondernemen, wanneer doelstellingen uit zicht raken.
Noem 3 eisen waaraan goede metrics moeten voldoen, en licht deze toe.
• Simpel. De cijfers moeten voor iedereen in het bedrijf te begrijpen zijn.
• Doelgericht. Een metric moet de doelen, die uniek zijn voor de organisatie en website, goed kunnen meten.
• Relevant. Welke metric relevant is hangt van de situatie. Metrics moeten bij de situatie passen.
• Actueel. De metrics moeten up-to-date zijn en aansluiten bij de actuele doelen.
• Vergelijkbaar. Dat de organisatie in staat is om een metric te vergelijken met andere tijdsperiodes, groepen gebruikers of concurrentie helpt te begrijpen welke ontwikkelingen er spelen.
5c. Volgens Oosterveer (2018) bestaan er veel modellen die het beslissingsproces van de klant visualiseren. Vanuit het oogpunt van analytics is het belangrijk om onderscheid te maken tussen 3 factoren. Twee van die factoren zijn associaties en beslissingen.
Leg uit hoe deze 2 factoren een rol spelen bij het beslissingsproces en licht ze toe.
2. Beslissing: welke afwegingen doet een consument voordat deze een beslissing neemt?
5d. Een metric die bedrijven graag gebruiken bij externe rapportage is een vanity metric.
Geef in eigen woorden aan wat met een “vanity” metric wordt bedoeld, geef daarvan een concreet voorbeeld binnen de marketing context en leg uit waarom de gekozen metric “vane” is.
6b. Om de conversie van een website te optimaliseren, kun je een a/b test inzetten. Noem een voorbeeld waarbij je toelicht wat een a/b test inhoudt.
6c. Wat is een voordeel van een a/b test ten opzichte van week-op-week vergelijkingen van de cijfers?
6d. Zodra de bedrijfscijfers van een bepaalde tijdsperiode bekend zijn, zullen deze gerapporteerd moeten worden. Welke elementen zijn belangrijk bij het effectief rapporteren van bedrijfscijfers? Noem er 3.
Schets de context
Data moet ondersteunend zijn aan het verhaal
Vertel een verhaal
8c. Volgens Visser (2018) is content een belangrijk onderdeel van een website. Interessante content zorgt voor veel bezoekers en externe verwijzigingen. Er zijn vier contentstijlen die een bedrijf kan gebruiken bij het schrijven van content.Noem er twee en licht ze toe.
• Motiveren: content die bedoeld is om de lezen in beweging te brengen.
• Verkoopgericht: doel om de lezen een keuze te laten maken voor een product of dienst.
• Servicegericht: content die bedoelt is voor websitegebruikers die al iets gekocht hebben.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden