Basic Science for Novice Trainees - Pharmacology essentials - Local anasthetic agents
17 belangrijke vragen over Basic Science for Novice Trainees - Pharmacology essentials - Local anasthetic agents
Noem 4 manieren om lokaal anestheticum toe te dienen/te gebruiken
2. Infiltratie: veldblok van oppervlakkige zenuwen
3. Intraveneus: voor iv regionale anesthesie (IVRA) met behulp van tourniquet (bv Bier's block, vaak met prilocaine)
4. Perineuraalm, epiduraal of subduraal: voor perifere zenuwblokkades en blokkade van spinale zenuwen.
Waarop wordt de keus van een bepaald lokaal anestheticum gebaseerd?
- Hoe lang het blok effectief moet zijn (duur operatie)
- Hoeveelheid volume tov oppervlak en de maximale dosering
Beschrijf het werkingsmechanisme van lokaal anethetica
Hiervoor moet het LA wel lipide oplosbaar zijn om de membraan te kunnen passeren. Dit is het lokaal anestheticum in zijn niet-geioniseerde vorm. Eenmaal binnen het axon, wordt het LA weer geinoniseerd om zijn blokkerende actie te kunnen volbrengen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Waardoor wordt de onset time van het blok door bepaald?
Waardoor wordt het in geinoniseerde of niet geioniseerde staat verkeren van een LA beinvloed?
- Of het LA een zwak zuur of een zwakke base is.
- De pKA van het LA; de pH waarbij de geinoniseerde en niet geioniseerde vormen in gelijke hoeveelheden aanwezig zijn.
- De pH van de omgeving.
LA zijn zwakke basen. Onder hun pKA verkeren zij in geioniseerde vorm.
Hoe verhouden lidocaine en bupivacaine qua onset time van het blok en potentie?
Lidocaïne heeft een snellere onset van het blok (25% in niet geioniseerde vorm, vs 15% bij bupivacaine in geval van pH 7.4)
Hoe kan je ervoor zorgen dat de onset van het blok sneller wordt?
Waarom is een abces vaak moeilijk lokaal te verdoven?
Waarom kan de additie van adrenaline (1:200,000) aan een lokaal anestheticum zoals lidocaïne nuttig zijn?
Bij lokale infiltratie treedt lokale vasoconstrictie op en mogelijk dus minder bloedverlies.
Anesthesiologisch gezien:
Door vasoconstrictie door adrenaline wordt absorptie van lidocaïne beperkt en wordt de duur van het blok verlengd. Tevens kan hierdoor de maximale dosis lidaocaine verhoogd worden tot 7mg/kg ipv 3mg/kg. (Bij bupivacaine is dit effect er eigenlijk niet omdat duur van het blok met name door eiwitbinding wordt bepaald)
Hoe beïnvloeden structurele verschillen tussen de twee groepen lokaal anesthetica de farmacokinetiek?
Esters hebben dus een kortere werkingsduur en worden daardoor minder vaak gebuikt voor lokaal anesthesie.
Wat is een andere toepassing van lidocaïne behoudens lokaal anestheticum?
Beschrijf de farmacokinetische eigenschappen van lidocaine
Gemetaboliseerd in de lever. 65% eiwitbinding
Wat zijn de bijwerkingen van lidocaïne?
Wat zijn contra-indicaties voor lidocaïne?
Noem 2 voorbeelden van ester lokaal anesthetica
Cocaïne
--> worden dus sneller afgebroken dan amide LA en meer geassocieerd met overgevoeligheidsreacties.
Wat is de maximale dosering van bupivacaine met en zonder adrenaline?
Welke topisch toepasbare lokaal anesthetica zijn er?
Is er voorkeur voor het een of ander en waarom?
Ametop = tetracaine (4%)
Beiden moeten 30-60min voor prikken geplaatst worden, maar ametop werkt iets sneller. EMLA heeft een werkingsduur van ongeveer 5 hr, ametop werkt korter. Bij ametop krijg je ook minder vasoconstrictie, wat een voordeel kan zijn bij iv cannulatie.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden