EBD Angststoornissen

27 belangrijke vragen over EBD Angststoornissen

Welke stelling(en) is/zijn waar?

Stelling I: er is geen bewijs voor biologische aanleg m.b.t. Angst
Stelling II: er is een matige erfelijkheid m.b.t. Angst

I niet waar II waar

De assessement van angst wordt aan de hand van een driedelig model van angst gedaan. Wat houdt dit in?

Gedragsmatige reactiesystemen
Cognitieve reactiesystemen
Lichamelijke reactiesystemen

Leg in het kort de 3 methoden van assessement uit.

1. Interview en zelfrapportage. ADIS-c) zelfrapportage geeft inzicht in de 3 aspecten van het angstmodel.
2. Observatie.
3. Fysiologische metingen. Hartslag en bloeddruk
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Welke 3 doelen heeft CGT?

1. Het kind leren om de tekenen van angst en alertheid te herkennen
2. Het kind leren om de cognitieve processen te identificeren m.b.t. Angst en alertheid
3. Het kind leren om strategieën en vaardigheden te gebruiken om met angst om te gaan

Wat houden het FEAR & FRIENDS programma in?

Fear: aanleren van 4 vaardigheden: herkennen van lichamelijke symptomen van angst, herkennen van angstcognities, ontwikkelen van copingstrategieen, het nadenken over positieve gevolgen.
Friends: aangepaste vorm van FEAR, familie wordt er bij betrokken.

Welk medicijn is het mest effectief voor de behandeling van angststoornissen?

SSRI

Wat zijn de DSM criteria voor specifieke fobie?

Specifieke fobie ( hardnekkige, ongebruikelijke en buitensporige bangheid voor een specifiek object of situatie)
1. Onmiddellijke angstreactie bij blootstelling aan fobische stimulus
2. Persoon realiseert zich dat de angst buitensporig/ onredelijk is
3. Vermijden van angstsituaties, of ervaart stress/ angst bij blootstelling
4. Bangheid zorgt voor veel stress, interfereert significant met het dagelijks leven, academisch functioneren of sociale relaties
5. Minstens een duur van 6 maanden

Specifieke fobie ontstaat in de vroege tot midden kindertijd, en kan aanhoudend zijn. Er kan zelfs verbetering optreden. Waar of niet waar?

Waar

Leg het ontwikkelingsverloop van sociale angst uit.

4/5 jaar: vermogen om zichzelf als sociaal object te zien en om gevoelens van beschaming te ervaren
8 jaar: vermogen om een voorstelling te maken van het perspectief van anderen en het ervaren van bezorgdheid over een mogelijke negatieve evaluatie

Wat zijn de DSM criteria van schoolweigering?

Schoolweigering: buitensporige angst om naar school ge gaan.
Geen DSM, symptoom van separatie angst
Angst,voor specifiek aspect van de schoolervaring: specifieke/ sociale fobie
Vaak depressie

Wat is het verschil tussen spijbelen en schoolweigering?

Bij spijbelen zijn de kinderen niet bang om naar school te gaan
Bij schoolweigering weten de ouders dat kind lange tijd niet naar school gaat

Wat zijn de DSM criteria voor gegeneraliseerde angststoornis?

GAS: buitensporige angst en bezorgdheid over verschillende gebeurtenissen of activiteiten. Moeite om te controleren.
Minstens 6 maanden, op de meeste dagen, 1 of meer van de symptomen.
1. Rusteloosheid, nervositeit
2. Snel vermoeid zijn
3. Concentratieproblemen
4. Prikkelbaarheid
5. Gespannen spieren
6. Slaapproblemen

Kind: 1 symptoom
Volwassene: 3 symptomen

Symptomen moeten interferentie met functioneren van het kind.

Stelling I: Gas ontstaat gemiddeld rond een leeftijd van 10 jaar.
Stelling II: vaak ook depressie, fobieën, scheidingsangst.

Welke stelling(en) is/zijn waar?

Beide waar

GAS lijkt niet van tijdelijke aard te zijn. Wat zijn de comorbide stoornissen?

Jonge kinderen: separatie angst
Adolescenten: sociale fobie of depressie

Wat zijn de DSM criteria van paniekaanvallen?

Paniekaanvallen: een korte period van intense bangheid of paniek die plotseling begint en binnen 10 minuten een piek bereikt. Tijdens de paniekaanvallen moeten erin tenminste 4 symptomen voorkomen.
1. Hartkloppingen of versnelde hartslag
2. Zweten
3. Trillen
4. Kortademigheid
5. Gevoel van stikken
6. Pijn op de borst
7. Misselijkheid of buikpijn
8. Duizeligheid, flauwvallen
9. Derealisatie of depersonalisatie
10. Gevoel van verlies van controle of gek worden
11. Angst om te sterven
12. Verdoofd gevoel
13. Koud gevoel of opvlieger

Onverwachte paniekaanvallen vinden spontaan plaats
Verwachte paniekaanvallen kunnen situationeel gebonden zijn

Wat zijn de DSM criteria van paniekstoornis?

Paniekstoornis: sprake van terugkerende onverwachte paniekaanvallen.
Minstens 1 van de paniekaanvallen minstens 1 maand
1. Hardnekkige zorgen over het hebben van paniekaanvallen
2. Zorgen over de implicaties van de paniekaanvallen
3. Een significante gedragsverandering, die gerelateerd is aan de paniekaanval

Paniekstoornis word altijd gediagnosticeerd voor de midden of late adolescentie.
Paniekaanvallen komen evenveel voor bij meisjes en jongens

Welke stelling(en) is waar?

Stelling 1 is niet waar, word pas in de midden of late adolescentie gediagnosticeerd
Stelling. 2 is waar, paniekstoornis kont vaker bij meisjes voor

Wat zijn de DSM criteria van PTTS?

Trauma: een niet alledaagse ervaring, die bij bijna iedereen tot stress zou leiden. Kind moet blootgesteld zijn aan een traumatische gebeurtenis, waarop het kind extreem angstig op heeft gereageerd. Daarnaast minstens 1 maand sprake zijn van de ptss triade van symptomen.
1. Herbeleven van traumatische gebeurtenis
2. Vermijden van trauma-gerelateerde stimuli en verdoofde algemene responsiviteit
3. Hardnekkige symptomen van een verhoogde alertheid, zoals slaap en concentratie problemen

Symptomen moeten significant interfereren met het functioneren van de jongere.

Wat is het verschil tussen de symptomen van kinderen ouder dan 4 jaar en jonger dan 4 jaar, mbt PTSS?

Intensiteit van angst tijdens traumatische ervaring (hele jonge kinderen hoeven geen intense angst te vertonen)
Verschil in aantal en soort symptomen van herbeleving, vermijding en alertheid.

Stelling I. Meer dan de helft van de kinderen wordt gediagnosticeerd met PTSS.
Stelling II: PTSS komt vaker voor onder jongens
Stelling III: het meest voorkomende symptoom is herbeleving.

stelling I is onjuist, 1/3 tot de helft wordt gediagnosticeerd
Stelling II is onjuist, vaker bij meisjes
Stelling III: juist

Het ontwikkelingsverloop van PTSS is als volgt. De symptomen nemen over de tijd heen af, maar kinderen blijven klachten houden. Kinderen met een negatieve copingstrategie hebben een grotere kans op hardnekkige symptomen.

Juist

Wat is het verschil tussen PTSS en ASS?

ASS: acute stress stoornis, vergelijkbaar maar symptomen duren tussen de twee dagen en een maand.
Aanwezigheid van dissociatieve symptomen (depersonalisatie gevoel buiten de werkelijkheid te staan) en dissociatief geheugenverlies (onvermogen om belangrijke onderdelen van het trauma te herinneren)

Van ASS naar PTSS

Wat zijn de DSM criteria van OCD?

OCD: obsessieve compulsieve disorder.
Obsessies: ongewilde, herhaaldelijke en indringende gedachten. (Bv. Smetvrees)
Compulsies: herhaalde stereotype gedragingen. Gevoel dat deze uitgevoerd moeten worden om angst te verminderen of een gebeurtenis te voorkomen. (Wassen van handen, regelmatig lichtknopje aan uit doen)

1. Persoon is zich ervan bewust dat de gedragingen en gedachten onredelijk zijn (hoeft bij kinderen niet aanwezig te zijn)
2. Obsessies en compulsies kosten veel tijd en interfereren met dagelijks leven

Bij kinderen vaker compulsies dan obsessies, bij volwassenen andersom. Waar of niet waar?

Niet waar, bij kinderen vaker obsessies dan compulsies. Bij volwassenen even prevalent

OCD gaat vaak samen met andere stoornissen, welke?

Angst, ADHD, depressie, gedrag en syndroom van Tourette of andere tic stoornis

Wat zijn de biologische oorzaken van OCD?

Erfelijkheid
Neurobiologische afwijking in basal ganglia
PANDAS: ontstaan of verergeren van OCD symptomen, en tics na een infectie. Cellen van de basale ganglia raken ontstoken.

Welke. 2 vormen van behandeling zijn er voor OCD?

CGT: blootstelling aan responspreventid
Medicijn SSRI

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo