Samenvatting: Eck Nu Nederlands Niveau 3/4 | 8717927085660 | Onbekend

Samenvatting: Eck Nu Nederlands Niveau 3/4 | 8717927085660 | Onbekend Afbeelding van boekomslag
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ECK Nu Nederlands Niveau 3/4 | 8717927085660 | Onbekend

  • 6 Schrijven

  • 6.1.6.1 Vragen: Aantekeningen

  • Noem de 3 hoofdzaken bij het schrijven van aantekeningen.

    1. Onderwerpen en deelonderwerpen.
    2. Definities en omschrijvingen.
    3. Verbanden tussen woorden: oorzaken, gevolgen, oplossingen, conclusies.  
  • Noem 3 manieren hoe je verbanden tussen woorden snel zichtbaar kunt maken.

    1.   Streepjes, cijfers en letters als zijnde
         opsommingen.
    2. Andere tekens:
        - = (is)
        -  > (gevolg, conclusie)
        -  < (oorzaak)
        -  ? (onduidelijk)
        -  !! (belangrijk)
    3. Afkortingen:
        - bv (bijvoorbeeld)
       - def
    (definitie)
       - enz (enzovoort)
  • 6.2.1.1 Vragen : Schrijven in fasen

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 6.2.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Benoem de 4 stappen van de voorbereiding voor het schrijfplan.

    Fase 1 Voorbereiding
    1. Kies een onderwerp dat niet te breed, maar ook niet te beperkt is.
    2. Kies de tekstsoort die past bij jouw doel en publiek.
    3. Verzamel betrouwbare bronnen op internet, in de bibliotheek, via interviews en/of enquêtes en noteer direct de vindplaats van jouw bronnen (zie Bijlage 8 op bladzijde 275).
    4. Maak een schrijfplan waarin de deelonderwerpen en de korte inhoud per alinea of hoofdstuk staan. Voorbeelden vind je op bladzijde 98 en 118.
  • Benoem de 4 stappen van de fase uitvoering van het schrijfplan.

    Fase 2 Uitvoering
    1. Schrijf de eerste, ‘ruwe’, versie van het middenstuk of de hoofdstukken.
    2. Zoek de informatie op die je nog mist.
    3. Verwerk nieuwe inzichten en pas zo nodig je schrijfplan aan.
    4. Herschrijf je tekst net zolang tot je helemaal tevreden bent over de inhoud.
  • Benoem de 4 stappen van de fase afronding van je schrijfplan.

    Fase 3 Afronding
    1. Verbeter de taalfouten.
    2. Voeg, afhankelijk van de tekstsoort, een inhoudsopgavebronvermeldinginleidingconclusie/samenvattingvoor- en nawoordtitelpagina en omslag toe.
    3. Zorg voor een passende en duidelijke lay-out.
    4. Controleer je tekst nog één keer en haal de laatste foutjes eruit.
  • 7 Grammatica

  • 7.1.1 Werkwoorden

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Welke 4 aspecten geven werkwoorden in de zin centraal aan?


    Welke handeling
    Welke toestand
    Welk proces
    Welke tijd
  • 7.1.1.1 Werkwoorden - Niet in het boek

    Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.1.1.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • In welke twee soorten werkwoorden kunnen we de hoofdwerkwoorden onderverdelen?

    1. Zelfstandige werkwoorden
    2. Koppelwerkwoorden
  • 7.1.1.2 Oefening 1.1 - Werkwoorden

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.1.1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat geeft het voltooid deelwoord aan?

    Het voltooid deelwoord geeft aan dat iets eerder is gebeurd.  

    VB:
    Fatma heeft een DTP-cursus gevolgd.
  • 7.1.2.1 Oefening 1.2: Naamwoorden en lidwoorden

    Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 7.1.2.1
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat duid een zelfstandig naamwoord aan?

    Zelfstandige naamwoorden zijn woorden die ‘een zelfstandigheid’ aanduiden.
    Dat kunnen concrete zaken zijn als mensen (man, Ineke), dieren (paard) en dingen (huis, hout). Maar het kunnen ook plaatsen zijn (Den Haag, Frankrijk) en abstracte zaken als gevoelens (liefde), tijdsruimten (dag), eigenschappen (grootte), gebeurtenissen (botsing) en denkbeeldige personen of zaken (elf, Luilekkerland).


    Zelfstandige naamwoorden kun je meestal combineren met een van de lidwoorden de, het of een. Het is de/een kast, het/een huis, de/een week, enz.
  • Wat is de rol van een bijvoeglijk naamwoord?

    Het bijvoeglijk naamwoord (bn) geeft extra informatie over een zelfstandig naamwoord: een interessante vacature, de beste film.

    Soms staan er meerdere bijvoeglijke naamwoorden voor een zn. De bijvoeglijke naamwoorden zijn dan gescheiden door een komma: een verplicht, moeilijk vak. Een bn kan ook achter een zn staan: Mijn stagebegeleidster is erg behulpzaam. Op de meeste bijvoeglijke naamwoorden kun je de trappen van vergelijking toepassen:

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Eck Nu Nederlands Niveau 3/4