Samenvatting: Ecma Onderzoek 1A
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ECMA Onderzoek 1a
-
Onderzoek
Dit is een preview. Er zijn 23 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 06/11/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Ambtelijk statistisch materiaal
Statistische gegevens die via overheidspublicaties beschikbaar zijn. Ze bevatten gegevens over bevolkingsopbouw en andere demografische kenmerken, sociaal culturele onderwerpen, economie, natuur en milieu -
Evaluerend (of toetsend) onderzoek
Onderzoek waarbij het doel is om een hypothese te toetsen of een (beleids)maatregel te evalueren. -
Samenvatting onderzoek doen
Dit is een preview. Er zijn 36 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 23/12/2014
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het verschil tussen praktijkgericht onderzoek en wetenschappelijk onderzoek?
Praktijkgericht, nieuwe diagnose stellen, vb medisch milieu of fonetisch onderzoek.
Wetenschappelijk, nieuwe kennis opdoen. VB, hoe motiveer ik iemand om zijn werk beter te doen. -
Wat houden de begrippen beschrijvend, exploratief en toetsende onderzoekmethodes in?
Beschrijvend: je hebt geen voorkennis en je wilt een situatie in kaart brengen
Exploratief: je hebt een grotere voorkennis maar je weet nog niet precies waarom.
Toetsend: hypothes (verwachting) toetsen. Evaluatie hoort hier ook bij. -
Je hebt kwalitatief en kwantitatief onderzoek, noem van beiden voorbeelden;
Kwalitatief: interview, observatie, gesprek (uitslag in cijfers uit te drukken!
Kwantitatief: enquete, vragenlijst (uitslag is veelal cijfermatig)
Zie voorbeeld in samenvatting! -
Als je een onderzoek gaat houden begin je met de volgende fasen, welke? 1 t/m 8
1. Aanleiding (motivatie, wetenschappelijk of praktijkonderzoek?)
2. Inkadering (doelstelling waarom onderzoek? bereiken, opleveren,)
3. Onderzoeksmethode (desk- fieldresearch, kwalitatief of kwantitatief onderzoek)
4. Keuze datatverzamelingsinstrument (enquête, interview etc.)
5. Populatie en steekproefbepaling (wie en hoe benader je)
6. Ontwikkeling en afname van het dataverzamelingsinstrument (uitvoeren)
7. Analyse van de gegevens
8. Beantwoording probleemstelling, rapportage onderzoek. -
Wat is belangrijk bij en het formuleren van een doelstelling? En beschrijf het rijtje van de doelstelling!
deze moet SMART zijn, SPECIFIEK, MEETBAAR, ACCEPTABEL, REALISTISCH en TIJDSGEBONDEN.
Doelstelling-> probleemstelling-> Centrale vraag-> deelvragen-> onderzoeksvragen -
Met welke 2 aspecten moet je rekening houden als je een steekproef trekt?
Voldoende respons
Steekproef moet groot genoeg zijn om statistische verbanden waar te nemen. -
Wat zijn dan Selecte steekproeven?
In tegenstelling tot Aselecte Steekproeven heb je bij Selecte steekproeven geen steekproefkader nodig. Nadeel is wel dat er soms getwijfeld word aan de representativiteit: Is dit wel een goede afspiegeling van de populatie? -
Wat is een sneeuwbal steekproef/methode?
Je vraagt aan je respondenten of ze nog meer mensen kennen die aan dit onderzoek zouden kunnen deelnemen. Wordt veel gebruikt bij moeilijke doelgroepen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden