Startpagina / Samenvattingen / Economics / rentevoet-cpi-goederen

Het meten van de kosten van het levensonderhoud

5 belangrijke vragen over Het meten van de kosten van het levensonderhoud

Het CPI is geen perfecte maatstaf voor het bepalen van levensonderhoudskosten. welke drie problemen zijn er bekend?

substitutiebias: wanneer prijzen veranderen, veranderd niet alles proportioneel: sommige prijzen zullen meer toenemen dan de andere en de consumenten zullen er anders op reageren. dit word niet meegenomen in de berekeningen.

introductie van nieuwe goederen: wanneer er een nieuw product wordt geïntroduceerd, hebben consumenten meer keuze en daarom wordt de euro waardevoller. omdat de prijsindex werkt met een standaard "mand" van goederen en diensten veranderd er dus weinig.

ongemeten verandering in kwaliteit: als de kwaliteit slechter wordt, zal de effectieve waarde van de euro afnemen.

Wat is nou precies het verschil tussen het CPI en het BBP?

de GDP-deflator reflecteert de prijzen van alle goederen die geproduceerd zijn in het binnenland
het CPI reflecteert alle goederen en diensten gekocht door de consument

Wat zijn cost-of-living allowances, oftewel COLA?

lange termijn contracten over lonen tussen bedrijven en vakbonden die gedeeltelijk of helemaal geïndexeerd aan het CPI

Wat is de nominale rentevoet?

de rentevoer die gewoonlijk gerapporteerd wordt zonder de effecten van inflatie weer te geven

Wat is de reële rentevoet?

de rentevoet die gecorrigeerd is voor de effecten die inflatie met zich meebrengt.

reële rentevoet = nominale rentevoet - inflatiepercentage
(dus het verschil tussen de nominale rentevoet en de inflatiegraad)

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Economics

Bekijk samenvatting