Samenvatting: Economie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie
-
2 Consument
-
2.1.1 budgetlijn
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Budgetlijn indien de prijs van de goederen veranderen
Qbier veranderd niet Qsnacks zal wijzigen -
2.3 Verschuiving van de vraagcurve
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom is de vraagcurve exponentieel
Bij een verhoging van de prijs zal een consument zijn interesse verliezen en naar andere producten grijpen waardoor hij minder budget zal steken in het verduurde product -
2.3.1 Verandering van inkomen
-
Hoe veranderd de vraagcurve bij een verandering van het inkomen
Verschuifd evenwijdig en is nog steeds exponentieel
bij een afname van het inkomen zal de curve naar links verschuiven -
2.3.2 Verandering van voorkeur
-
Hoe kan de voorkeur van een product of dienst veranderen
Reclame
duurder worden van het product
verandering van smaak -
Verloop van vraagcurve door verandering van voorkeur
Zal ook evenwijdig blijven en nog steeds exponentieel net als bij de verandering van inkomen -
2.3.3 Verandering van prijs van andere goederen
-
Wat is de invloed op een product door de verandering van de prijs van andere goederen
Complementaire goederen- ze horen bij elkaar, de behoefte kan enkel gebruikt worden door de twee goederen samen te kopen
- tandenborstel en tandpasta
- als auto's duurder worden zullen minder auto's verkocht worden en dus ook minder brandstof
- vervangbare goederen
- thee en koffie
- als appels duurder worden zal je peren gaan kopen en zuller er minder appels verkocht worden
beiden voorbeelden verkrijgen een zelfde verandering in grafiek -
2.4.3 Elasticiteit en omzet
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.4.3
Laat hier meer flashcards zien -
Waarom heeft het geen zin voor een elektriciteitsmaatschappij om korting te geven?
Totaal omzet zou dalen
mensen gaan ook duurdere elektriciteit kopen, want ze willen electriciteit voor verwaming, licht... -
3 Producent
-
3.2 Toenemende en afnemende meeropbrengst
-
Wanneer ontstaat er een toenemende of afnemende meeropbrengst?
Bij inzet van extraproductie factoren betekend dit niet altijd een evenredige stijging van de opbrengst. Als er bijvoorbeeld te veel lpersoneel is zal de totale winst zakken omdat het extra personeel niet genoeg werkt heeft om voor extra goederen te zorgen -
Grafiek van de toenemende en afnemende meeropbrengst
0: als er geen arbeiders zijn is er geen productie en geen opbrengst
1: wanneer arbeiders aan de slag gaan zie je een evenredige stijging doordat ze kunnen gaan samenwerken gaat het werk sneller. Productiviteitsstijging
7: er is nog een stijging van de productie, maar niet meer in dezelfde mate, minder dan evenredig. Dit kan komen omdat arbeiders nu in elkaars weg lopen
11: daling van de totale productie. Er zijn te veel werknemers. Dit is het verzadigingspunt.
productie zal altijd plaats vinden voor het verzadigingspunt -
3.3.1 Vaste (constante) kosten
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.3.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wanneer is personeel een constante kost
Mensen die niet in de productie zelf helpen
bv poetsvrouw, administratie
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden