Samenvatting: Economie 6 Vwo Thema Crisis
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie 6 vwo thema crisis
-
1 Conjunctuur
Dit is een preview. Er zijn 12 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Welke 2 visies zijn er in de economie?
De conjunctuurvisie en de structuurvisie -
Wat kan er volgens de Keynesiaanse economen op korte termijn gebeuren?
Volgens deKeynesiaanse economen kunnen er op korte termijn groteschommelingen zijn in het bbp door veranderingen in debestedingen (effectieve vraag). -
Wat is een conjunctuurindicator en welke drie soorten zijn er?
Het geeft in 1 cijfer weer wat de stand van de conjunctuur is.
Soorten conjunctuurindicatoren:
1. Voorlopende indicatoren: geven de stand van de conjunctuur op middellange termijn aan.
2. Gelijklopende indicatoren: geven de huidige stand van de conjunctuur aan.
3. Achterlopende indicatoren: geven een extra bevestiging dat de conjunctuur zich in een volgende fase bevindt. -
Waar geloven de Keynesianen in wat betreft de overheid?
Ze geloven in een actieve rol van de overheid waarbij een overheidsbeleid ervoor moet zorgen dat de conjunctuurbeweging wordt afgezwakt. In tijden van laagconjunctuur moet de overheid de effectieve vraag stimuleren en in tijden van hoogconjunctuur juist afremmen. -
Welke 2 dingen zorgen voor een lang termijn groei van het bbp?
1. Dehoeveelheid productiefactoren : arbeid, kapitaal, natuur en ondernemerschap
2. Dekwaliteit van deproductiefactoren : de productiviteit -
Door welke 4 dingen wordt de hoeveelheid arbeid bepaalt?
1. Het aantal mensen dat kan werken
2.Arbeidsparticipatie
3.Vergrijzing
4.Pensioenleeftijd -
Waardoor groeit de hoeveelheid kapitaal?
Door (uitbreidings-) investeringen groeit de hoeveelheid kapitaal. Hoe meer machines, fabrieken en computers, hoe meer we kunnen produceren. -
2 Begrotingsbeleid
Dit is een preview. Er zijn 19 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de collectieve lastendruk en waar heeft de overheid met haar ontvangsten en uitgaven grote invloed op?
- Dit is het percentage van het
bbp dat in de vorm van onder andere belastingen en premies naar de overheid gaat. - Collectieve
lastendruk = collectieve lasten/bbp x 100% - De overheid heeft grote invloed op de
productie enbestedingen in een land met haarontvangsten en uitgaven.
- Dit is het percentage van het
-
Welke 3 belangrijke begrippen kun je afleiden van de overheidsbegroting?
- Begrotingssaldo
- Financieringssaldo
- Staatsschuld
- Begrotingssaldo
-
De landen in de Economische en Monetaire Unie (landen met de euro als betaalmiddel) hebben voor de overheidsfinanciën 2 belangrijke voorwaarden gesteld (EMU-normen). Wat zijn de 2 EMU-normen?
- EMU-financieringsquote: het financieringstekort mag niet meer bedragen dan 3% van het bbp
- EMU-financieringsquot= financieringssaldo /bbp x 100%
- EMU-staatsschuldquote = staatsschuld (einde van het jaar) / bbp x 100%
- EMU-financieringsquote: het financieringstekort mag niet meer bedragen dan 3% van het bbp
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden