Samenvatting: Economie | 9789462873827 | Ton Bielderman

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie | 9789462873827 | Ton Bielderman

  • 1 Schaarste en Ruil

    Dit is een preview. Er zijn 14 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
    Laat hier meer flashcards zien

  • 1.2 Schaarste en Kiezen

    Dit is een preview. Er zijn 10 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Hoe maken consumenten keuzes door schaarste?

    • Bekijken alternatieve aanwendbaarheid van middelen.
    • Bedrijven kiezen investeringen of productie.
    • Opportuniteitskosten spelen een rol.
  • Voorbeeld opdracht:truus heeft een maandelijks inkomen van 300 euro dit geeft zij uit aan kleding en uitgaaan. Een kledingstuk kost 30 euro en avondje uit kost 20 euro vraag: berekn de opofferingskosten voor 1 kledingstuk in aantal avonden uit

    Antwoord= 1.5

    berekening: door 20 door 30 te delen kom je op het antwoord
  • Hoe beïnvloeden opofferingskosten de keuzes van Tymen?

    • Tymen kiest tussen inkomen en vrije tijd.
    • Opofferingskosten zijn loon vs. ontspanning.
    • Keuzes worden gemaakt op basis van prioriteit.
  • Wat zijn de opofferingskosten voor Aniek?

    • Aniek kiest oppassen of concert bijwonen.
    • Oppas kost €25, maar ze verliest €40 voor concert.
    • Opofferingskosten bedragen in totaal €35.
  • Wat zijn opofferingskosten voor bedrijven?

    • Bedrijven ervaren opofferingskosten bij keuze.
    • Voorbeeld: transportbedrijf gekozen tussen €400 en €450.
    • Opofferingskosten = waarde niet-gekozen optie.
  • Hoe maakt de overheid keuzes met betrekking tot opofferingskosten?

    • Overheid weegt opofferingskosten af.
    • Kan belasting verlagen of andere zaken financieren.
    • Investeert in onderwijs of infrastructuur.
  • Wat is je besteedbare inkomen?

    • Inkomen na belasting en premies.
    • Bepaalt productcombinaties binnen budget.
    • Voorbeeld: budgetlijn opstellen.
  • Hoeveel kledingstukken kan Lianne kopen met een budget van €100?

    • Kledingstuk kost gemiddeld €20.
    • Sieraad kost €10.
    • Mogelijkheden:
    • - 5 kledingstukken, 0 sieraden
    • - 4 kledingstukken, 2 sieraden
    • - 0 kledingstukken, 10 sieraden
  • Wat toont de grafiek over de aankopen van Lianne?

    • Zoveel sieraden als kledingstukken ze kan kopen.
    • Budgetlijn toont combinaties van sieraden \((q_1)\) en kledingstukken \((q_2)\).
  • Wat kosten de sieraden en kledingstukken per stuk?

    • Sieraden kosten €10 per stuk.
    • Kledingstukken kosten €20 per stuk.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart