Samenvatting: Economie
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie
-
1 Micro economie
-
1.2 De prijsvcrming op een markt zonder macht
-
Wat is een markt zonder macht?
Een markt zonder macht is een markt waar alle marktpartijen prijsnemer zijn. Niemand is er prijszetter. Iedereen moet de aangegeven prijs accepteren.
De vragers en aanbieders kunnen wel hun gevraagde of aangeboden hoeveelheid aanpassen. -
1.2.1 De Markt
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de vier eigenschappen van een markt zonder macht?
1. Er zijn talrijke vragers en aanbieders. (Marktatomisme, de marktpartijen treden onafhankelijk van elkaar op bij onderhandelen van de prijs)
2. Homogene goederen (er zijn geen betekenisvolle verschillen tussen de verhandelde producten. Het speelt dus geen rol met wie je zaken doet)
3.Vrije toetreding en uittreding (de markt kan niet worden afgeschermd, wel kan men bepaalde voorwaarden opleggen die voor iedereen gelden. Bv diplomavereisten)
4. Transparantie en vrije doorstroming van marktinformatie. (prijsdiscriminatie wordt onmogelijk, dezelfde prijs geldt voor iedereen. Dat veronderstelt wel dat iedereen toegang heeft tot de informatie) -
1.2.2 De confrontatie van vraag en aanbod
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is economische rationaliteit?
Zowel de aangeboden hoeveelheid als de gevraagde hoeveelheid van een goed wordt bepaald door de prijs.
Vragers worden aangemoedigd door lage prijzen een ontmoedigd door hoge prijzen.
Aanbieders worden aangemoedigd door hoge prijzen en ontmoedigd door lage prijzen. -
Wanneer spreek je van een marktevenwicht?
Men spreekt van een marktevenwicht als de gevraagde hoeveelheid gelijk is aan de aangeboden hoeveelheid.
Er zijn geen tekorten of overschotten.
Iedere vrager vindt een aanbieder.
Iedere aanbieder vindt een vrager.
De prijs zal niet meer stijgen of dalen. -
Wanneer is er aanbodoverschot of vraagtekort?
Als de prijs hoger is dan de evenwichtsprijs.
De vrager (kopers) staan dus sterk.
Er is een neerwaartse druk op de prijs tot de prijs terug gelijk is met de evenwichtsprijs. -
1.2.3 De vraag
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.3
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe wordt de marktvraag zelf bepaald?
- Door economische beslissingen van elke vrager afzonderlijks.
- Door het optellen van de gevraagde hoeveelheden van deze individuele vragers.
- Door economische beslissingen van elke vrager afzonderlijks.
-
Uitzonderingen op de factoren die elasticiteit vd prijs bepalen?
De Giffen-goederen zijn INFERIEURE goederen.
Hier werkt het inkomsteneffect anders.
"als men armer is, koopt men anders"- Als koopkracht van inkomen daalt: koopt men meer
- als koopkracht van inkomen stijgt: koopt men minder
Er zijn goederen die enkel door armen gekocht worden.
Er zijn goederen die enkel door rijken gekocht worden.
Als het inkomen stijgt schakelt men over naar andere producten. (bv goedkope vleessoorten zin inferieure goederen)
Inferieur ligt niet aan de goederen zelf maar aan de consument; -
1.2.4 Het aanbod
-
Hoe stellen we het aanbod voor in een grafiek?
Het aanbod is een tweede curve.
De aangeboden hoeveelheid stijgt in functie van de prijs.
Als de prijs stijgt wordt de aangeboden hoeveelheid groter.
Als de prijs daalt wordt de aangeboden hoeveelheid kleiner. -
Welke clausule wordt hier ook toegepast?
De 'Ceteris Paribus' is hier ook van toepassing. -
1.2.5 Verschuivingen van vraag en aanbod
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2.5
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de definitie van omzet.
Omzet is de prijs maal hoeveelheid.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Economie
-
Micro economie
-
Macro economie - Macro economische aggregaten - De inflatie
-
Macro economie - Macro economische aggregaten - Binnelands product, binnelands inkomen en binnenlandse bestedingen
-
Macro economie - De aggregatieve vraag en het aggregatieve aanbod
-
Macro economie - Het geldwezen - De interne (binnenlandse) koop- en betaalkracht van het geld
-
Macro economie - Het geldwezen - De externe (buitenlandse) waarde van het geld