Samenvatting: Economie En Bedrijfsomgeving | 9789001807665 | W Hulleman, et al
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie en bedrijfsomgeving | 9789001807665 | W. Hulleman, A.J. Marijs.
-
1 Produceren 17
Dit is een preview. Er zijn 45 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de netto marktwaarde van een product
Intermediair gebruik + netto toegevoegde waarde
Intermediair gebruik:
* Grondstoffen
* Hulpstoffen
* Diensten
Netto toegevoegde waarde:
* Arbeid
* Kapitaal(goederen)
* Grond
* Ondernemerschap
-
Productiefactoren Productiebenadering van de toegevoegde waardeInkomensbenadering van de toegevoegde waarde
Productiefactor Beloning
* Arbeid * Loon
* Kapitaal (goederen) * Rente
* Grond * Pacht (ook wel onder rente gezet)
* Ondernemerschap * Winst
-
1.1 Algemene economie en bedrijfsomgeving 18
Dit is een preview. Er zijn 6 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Noem een aantal variabelen van de monetaire economie?
- wisselkoersen (en stelsels)
- rentevorming
- vermogensmarkten
- monetair beleid van de centrale bank
-
Waarom is het een verrijking als managers kunnen omgaan met voorspellingen van omgevingsvariabelen en inzien dat ze een risico voor de onderneming kunnen opleveren en het beleid ook deze manier voeren?
In werkelijkheid treden er enorme fluctuaties op in deze variabelen en als deze bij interne rendementsberekeningen voor heel lange periode stabiel worden verondersteld vereenvoudigt dit de realiteit veel te sterk -
1.2 Absolute en relatieve gegevens 20
Dit is een preview. Er zijn 27 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
In welke vorm komen cijfermatige gegevens voor?
In absolute vorm, als getallen
In relatieve vorm, als procentuele veranderingen
-
Nominale en reële stijging: Hoe noemt men de waardestijging van een variabele en hoe noemt men de volumeverandering?
- de waardestijging van een variabele noemt met de nominale stijging
- de volumeverandering noemt men de reële stijging.
- de nominale verandering is dus gelijk aan de reële verandering plus de prijsstijging.
-
Hoe luidt de formule voor het bruto binnenlands product BBP?
BBP = Av * ap
Bruto binnenlands product = vraag naar arbeidskrachten, het aantal werknemers, de totale werkgelegenheid * arbeidsproductiviteit (de productie per eenheid arbeid per tijdseenheid) -
De waarde van de consumptie stijgt in een bepaald jaar met 4%. Het Centraal Planbureau wijst erop dat de stijging grotendeels is veroorzaakt door een inflatiepercentage van 3. Kunt u dit uitleggen?
De inflatie is gelijk aan de consumentprijsindex. Het is dus de prijscomponent van de consumptie. Bij een stijging van de prijzen met 3% en een totale waardestijging van 4%, blijft een volumestijging van 1% over. De hoeveelheid producten is dus met 1% gestegen. -
Hoe kan de relatie tussen veranderingen binnen het BBP worden weergegeven?
g bbp = g av + g ap
relatieve groei bruto binnenlands product = relatieve groei arbeidsvraag + relatieve groei arbeidsproductiviteit. -
Welke oorzaken kan een toename van de productie in een onderneming of in een land hebben?
- een toename van het aantal werkenden
- een toename van de arbeidsproductiviteit
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden