Het mededingingsbeleid
26 belangrijke vragen over Het mededingingsbeleid
Waar gaat het Structure- Conduct- Performance paradigma (SCP paradigma) vanuit?
Het SCP paradigma gaat ervan uit dat een aantal basiskarakteristieken de marktstructuur bepalen.
Van welke basiskarakteristieken in een marktstructuur gaat het SCP paradigma uit?
Structuur
1. Aantal vragers/aanbieders
2. Marktaandeel/ mate van concentratie
3. Mogelijkheden tot toetreding.
Gedrag
4. Kostenstructuur
5. Reclame strategie
6. Onderzoek en ontwikkeling
Resultaat
7. Welvaart
8. Winstgevendheid
9. Werkgelegenheid
10. Duurzaamheid
Waar heeft de marktstructuur invloed op?
Op het marktgedrag van ondernemingen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Welke karakteristieken heeft het marktgedrag?
1. Prijsstelling
2. Product/reclame strategie
3. Investeringsbeslissingen
4. Ontwikkeling
5. Juridische tactieken
Wanneer wordt gesproken van economies of scale en wanneer van economies of scope?
Van economies of scale is sprake indien het produceren van meerdere producten schaalvoordelen met zich meebrengt. Van economies of scope is sprake indien de productiekosten van verschillende producten omlaag gaan wanneer zij gemeenschappelijk worden geproduceerd.
Leg de theorie van de betwistbare markten uit.
Dit is een bekritisering van het SCP paradigma, omtrent de toetredingsbelemmeringen. Hoge kosten toetredingsbelemmeringen hoeven volgens deze theorie niet als belemmerend worden ervaren, indien zij niet verzonken zijn. De toetreder kan immers nog winst behalen door via een hoge prijs toe te treden, en een lagere prijs voor de goederen te vragen (hit en run winsten.)
Wanneer is een kartel inwendig/uitwendig of geheel stabiel?
Inwendig stabiel -> wanneer geen enkele deelnemer een prikkel heeft om het kartel te verlaten.
Uitwendig stabiel -> wanneer geen enkele ondernemer tot het kartel wil toetreden.
Geheel stabiel -> in beide bovenstaande gevallen.
Waar hebben horizontale mededingingsregelingen betrekking op?
Samenwerking tussen ondernemingen die op het zelfde niveau in de bedrijfskolom actief zijn.
Waardoor wordt de stabiliteit van kartels bevorderd?
1. Overeenstemming over de kartelstrategie. ( Hoe minder deelnemers, hoe stabieler.)
2. Gezamenlijke economische machtspositie op de markt + beperking van toetreding tot de markt.
3. Effectieve sancties voor naleving van de kartelafspraken.
4. Homogene groep van kartelleden
5. Zwakke productdifferentiatie (weinig verschil in het productaanbod)
Wat is een verticale mededingingsregeling, en welke vormen hiervan bestaan er?
Afspraak tussen ondernemingen in verschillende niveaus van de bedrijfskolom, die de handelingsvrijheid beperkt.
1. Prijsregelingen
2. Quoteringsregelingen
3. Marktverdelingsregelingen (exclusieve distributieregelingen.)
4. Franchiseovereenkomsten
Wat wordt er bedoeld met full-line forcing?
Wanneer een distributeur door een leverancier wordt verplicht om het volledige assortiment te verkopen
Op welke vormen van concurrentie stuit men bij de effecten van verticale overeenkomsten op de mededinging?
1. Intra brand concurrentie -> dit treedt op bij distributeurs van hetzelfde product bij dezelfde fabrikant
2. Inter brand concurrentie -> Zelfde product, verschillende fabrikanten
Welke kenmerken worden gebruikt voor het onderscheiden van marktmacht of marktmisbruik?
1. Het aantal concurrenten, het marktaandeel en het niveau van de horizontale concentratie. (oftewel de concentratie.)
2. Mate van substituten en productdifferentiatie.
3. Eventuele toetredingsbelemmeringen
4. De aard van de oligopolistische interacties, bijv hoeveelheidscompensatie en strategische interactie
Welke 3 dimensies kunnen worden afgebakend voor de relevante markt?
1. De productmarkt.
2. De geografische markt.
3. De temporele dimensie.
Bij welke categorieën van marktaandelen kan worden gesproken van een machtspositie?
Marktaandeel:
- kleiner dan 20 procent
- tussen 20 en 45
- tussen 45 en 60
-groter dan 60
- kleiner dan 20 procent -> nauwelijks sprake van een machtspositie
- tussen 20 en 45 -> mogelijke machtspositie, kwalitatieve criteria zijn van belang.
- tussen 45 en 60 -> vermoeden
-groter dan 60 tot 65 -> voldoende om machtspositie vast te stellen
Wanneer is sprake van prijsdiscriminatie en wanneer van prijsonderbieding?
Van prijsdiscriminatie is sprake wanneer identieke producten worden verkocht tegen uiteenlopende prijzen, terwijl er geen kostenverschillen zijn. Van prijsonderbieding is sprake wanneer een bepaald product wordt verkocht tegen te lage prijzen, waardoor concurrenten geen kans meer maken.
Wat zijn de bekendste vormen van fusies?
1. Bedrijfsfusie -> alle bezittingen worden overgebracht in een nieuwe onderneming, die worden uitbetaald in aandelen.
2. Aandelenfusie ->aandelen worden overgedragen aan de nieuwe onderneming in ruil voor nieuwe aandelen.
3. Juridische fusie -> de bezittingen en schulden worden overgedragen, waarna de fuserende partijen ophouden te bestaan
Wat is het verschil tussen een coöperatieve joint venture en een concentratieve joint venture?
Alleen een concentratieve joint venture beïnvloedt de concentratiegraad op de markt.
Noem drie motieven voor fusies en overnames.
1. Groeimotieven
2. Synergiemotieven = kostenbesparing ten gevolge van technische efficiëntie
3. Strategische motieven
Over welke gebieden strekt het EU mededingingsbeleid zich uit?
Wegnemen concurrentieverstorende ovk's en machtsmisbruik
Controle op concentraties
Controle op staatssteun
Liberalisering staatsgerelateerde economie
Welke doelstellingen heeft het EU mededingingsbeleid?
- Bevorderen van de marktintegratie
- Handhaven effectieve mededinging
Wanneer is volgens het VWEU sprake van een verboden kartel?
Overeenkomst tussen ondernemingen die de handel tussen lidstaten ongunstig beïnvloed + een poging tot feitelijke mededingingsbeperking. (merkbaarheidsvereiste.)
Wanneer is een op het eerste gezicht verboden kartel toegestaan?
Indien een eerlijk deel van de voortvloeiende voordelen toekomt aan de gebruikers.
Welke criteria zijn belangrijk om te beoordelen of er sprake is van machtsmisbruik?
Marktstructuur, concurrentieverhoudingen eventuele toetredingsbelemmeringen en marktmacht.
Op welke drie vormen van mededingingsbeperking richt het mededingingsbeleid zich?
1. kartels/samenwerking
2. misbruik van een machtspositie
3. concentraties (fusies en overnames)
Wat is het verschil tussen liberaliseren en privatiseren?
Bij liberalisering ligt de markt open voor concurrenten (naast de ovh), bij privatisering is er sprake van eigendomsoverdracht van de publieke naar de private sector.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden