Theorievragen - B1: Gezinnen ruilen over tijd
4 belangrijke vragen over Theorievragen - B1: Gezinnen ruilen over tijd
In de economie zijn er twee soorten grootheden. Noem deze en geef van beide grootheden een voorbeeld.
- Voorraadgrootheden: hiervan wordt de waarde op een bepaald moment vastgesteld, zoals goederen in een magazijn, het saldo op een bankrekening of de staatschuld in een land.
- Stroomgrootheden: hiervan wordt de waarde over een bepaalde periode vastgesteld, zoals de bij-en afschrijvingen op een bankrekening en de inkomsten en uitgaven van een land.
Leg uit hoe je consumptie in de tijd verschuift door te sparen of te lenen.
Als je 4% rente op he spaargeld krijgt en de inflatie in een land dat 2,1% is, wat is dan de nominale rente die je dat jaar krijgt?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is de invloed renteverlaging op de consumptie en investeringen?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden