Samenvatting: Economie H1-4 (Tw1 - H5)
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie H1-4 (TW1 - H5)
-
1 Ruilen over de tijd
-
1.1 Wanneer heb je geld nodig?
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn levensfasen en hoe koppel je dit aan de grootheden?
Elke fasen in je leven met een eigen financiële situatie
voorraadgrootheden- bezittingen
- schulden
stroomgrootheid- inkomsten
- uitgaven
-
Hoe kan je de begrippen sparen en lenen koppelen?
Sparen en lenen zijn beide 'het uitstellen van consumptie'
bij sparen is het afzien van consumptie en bij lenen is het naar voren haren van consumptie. -
Hoe koppel je de prijs van lenen aan intertemporele ruil?
Prijs van lenen =rente intertemporele ruil = ruilen over de tijd > Het uitstellen of vervroegen van consumptie.
Doordat je ruilt over de tijd, betaal je een prijs > rente. -
1.2 Sparen of lenen?
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat zijn de spaarmotieven en de gevolgen?
Spaarmotieven- zekerheidsmotief
- doelmotief
- vermogensmotief
gevolg = je koopt nu minder > later extra veel (tenzij hoge inflatie) -
Wat zijn de leenmotieven en de gevolgen?
Leenmotieven- lenen om tegenslag op te vangen
- aanschaf van (duurdere) consumptie goederen
- tijdelijk tekort opvangen
gevolg: je koopt nu iets waar je later voor betaald + rente -
Hoe koppel je de prijs van tijd aan de individuele en de algemene prijs van geld?
Individuele prijs van tijd- prijs die je bereid bent te betalen voor een lening
algemene prijs van tijd- de prijs die je betaald voor een lening
-
Hoe kun je met een balans ruilen over de tijd van bedrijven toelichten?
Links staan bezittingen- pand
- inventaris
- bank
Rechts staat het vermogen- Eigen vermogen
- hypothecaire lening
- banklening
Hierin kun je dus duidelijk zien wat de bedrijven lenen of dat ze eigen vermogen hebben wat ze kunnen investeren in het bedrijf. -
1.3 De invloed van inflatie
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.3
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is de invloed van inflatie op sparen en lenen?
Invloed vaninflatie op sparen- minder mensen sparen > nadelig
invloed vaninflatie op lenengeleende bedrag wordt minder waard- bedrag dat je
aflost daalt reëel in waarde
-
Wat zijn de vier hypotheekvormen?
Annuïteitenhypotheek- Rente daalt
- Aflossing stijgt
Lineaire hypotheek- Rente daalt
- aflossing blijft gelijk
Aflossingsvrije hypotheek- alleen rente
Levenshypotheek- rente blijft gelijk
- premie blijft gelijk
-
2 De overheid ruilt over de tijd
-
2.1 inkomsten en uitgaven van de overheid
Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Uit welke onderdelen bestaan de inkomsten en uitgaven van de overheid?
inkomsten
Belastingen- direcht > betaald door bedrijven/gezinnen aan overheid
- indirect > belastingen die via bedrijven aan overheid gegeven worden. (BTW, accijns enz.)
- niet-belastingontvangsten
sociale premies
uitgaven (stroomgrootheid)- rentelasten staatsschuld
- verschillende ministeries
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden