Bedrijven en hun kosten - Kosten

12 belangrijke vragen over Bedrijven en hun kosten - Kosten

Wat zijn alternatieve kosten?

Alternatieve kosten zijn de kosten die een bedrijf moet maken om productiefactoren aan te trekken of te weerhouden van alternatieve productiemogelijkheden.

Welke 2 soorten economische kosten heb je? Leg deze uit.

  • Expliciete kosten: dit zijn de betalingen in geld aan derde. Denk bijvoorbeeld aan loon, materiaal en brandstof.
  • Impliciete kosten: alternatieve kosten die een bedrijf maakt wanneer ze haar eigen productiefactoren gebruikt in plaats van het aan te beden op de markt.

Wat is het verschil tussen de korte en de lange termijn als het gaat om de tijd die bedrijven nodig hebben om zich aan te passen aan de veranderde vraag?

  • Op de korte termijn is er sprake van een vaste fabriek waardoor de hoeveelheid arbeid en materiaal wel aan te passen zijn, maar de periode te kort is om de output zo te veranderen dat het weer aansluit bij de vraag.
  • Op de lange termijn is er een variabele fabriek. Het bedrijf heeft dan genoeg tijd om alle productiefactoren aan te passen (inclusief productiecapaciteit)
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Leg uit wat het marginale product is (MP). Hoe bereken je deze?

  • Het marginale product (MP) is de extra output verkregen door het toevoegen van één extra eenheid.
  • MP = verandering in de totale output : verandering in variabele

Wat is het gemiddelde product (GP). Hoe bereken je deze?

  • Het gemiddelde product is ook wel de arbeidsproductiviteit: de output per arbeider.
  • GP (AP) = totale output : aantal arbeidseenheden

Welke kosten bestaan er binnen een bedrijf op de korte termijn?

  • Vaste kosten: deze veranderen niet wanneer de output veranderd (bijvoorbeeld de huur van een gebouw)
  • Variabele kosten: deze veranderen wel mee met de output (bijvoorbeeld materiaalkosten)
  • Totale kosten: vaste kosten + variabele kosten

Waaruit bestaat de gemiddelde kosten per eenheid product?

  • Deze bestaat uit de vaste gemiddelde kosten en de variabele gemiddelde kosten op de korte termijn. Op de lange termijn bestaan er alleen variabele kosten.
  • Totale kosten : aantal eenheden = gemiddelde kosten per eenheid product.

Waaruit bestaan de productiekosten op de lange termijn?

  • Alleen letten op de gemiddelde totale kosten, want er is geen onderscheid meer tussen vaste en variabele kosten, want alles is variabel.

Bij de lange termijn productiekosten van een bedrijf is de curve van het bedrijf U vormig van de gemiddelde veranderlijke kosten. (bij oneindig veel fabrieken). Waardoor wordt deze U-vorm veroorzaakt? En waardoor worden ze vooral niet veroorzaakt?

Deze U-vorm wordt veroorzaakt door:
  • Schaalvoordelen
  • Specialisatie van arbeid
  • Specialisatie van het management
  • Efficiënt kapitaal
  • Andere factoren zoals opstartingskosten en ontwikkelingskosten
Deze U-vorm wordt vooral niet veroorzaakt door:
  • Stijgende prijzen van de productiefactoren, want deze zijn constant.
  • Wet van de afnemende meeropbrengsten, want deze is niet van toepassing op de lange termijn. Deze wet geldt alleen bij een vaste input.

Wat wordt er bedoelt met de minimale efficientie schaal?

Dit is de minimale output waarbij de GTK op de lange termijn het laagste zijn. Dit is het punt waar de constant returns to scale begint. (dit zie je in de grafiek op blz 144). Je ziet dus in dee grafiek dat er bij een hele kleine output de GTK hoog zijn, en bij een hele hoge output ook. Dat zorgt ervoor dat te kleine bedrijven die niet de minimale efficiëntie schaal kunnen bereiken, niet kunnen concurreren.

Wat zijn sunk kosten?

  • Sunk kosten zijn kosten die niet terug te draaien zijn. Het kan bijvoorbeeld een investering zijn om een nieuw product te ontwikkelen. Als het niks wordt met dit product, kunnen deze kosten niet worden terugverdiend. De producent zou met deze kosten ook geen rekening moeten houden bij de beslissing of hij door moet gaan of stoppen.

Zodra bedrijven groter worden, worden de GTK eerst lager, maar daarna kunnen ze weer stijgen. Hoe groot zouden bedrijven moeten zijn om de laagste GTK te hebben? Laat dit zien in een grafiek.

  • Dit hangt af van de output van een bedrijf.
In de grafiek:
  • Je ziet in de grafiek 5 verschillende grootten van bedrijven afgebeeld. Bij de output van 20 kruizen de grootte van bedrijf 1 en 2 elkaar (omslagpunt), dus bij een output van minder dan 20 zou je voor een grootte van bedrijf 1 moeten kiezen voor de laagste GTK en bij een output groter dan 20 voor bedrijf 2.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo