Het grote gebeuren
17 belangrijke vragen over Het grote gebeuren
Waarom zal macro-economie als makkelijk en moeilijker worden gezien?
- Alles gewoon optellen
- Hoe tel je op?
- Fallacy of composition
- Op macroniveau geldt niet altijd wat wel op micro niveau geldt (en andersom)
Wat is het BBP? Hoe bereken je het BBP?
- Het BBP laat de totale marktwaarde van alle finale goederen/diensten zien die jaarlijks geproduceerd worden in een land (dus binnen de landsgrenzen), dus het gaat om de marktwaarden (geldbedragen).
- Het gaat uitsluitend om finale goederen om dubbeltellingen te voorkomen. Het gaat dus om de toegevoegde waarde.
- Alleen verdiende inkomens, dus geen overdrachten
- Het BBP kan je dan berekenen door;
- Verkoop aan publiek - invoer
- Totaal verdiende inkomens
- Verkopen - inkopen (waaronder invoer)
Wat valt onder de Private Investeringen (I)? Wat zit niet in het BBP?
- Investeringen van bedrijven in bijvoorbeeld kapitaalgoederen
- Ook inclusief vervanging, want als je een nieuw kapitaalgoed koopt is het alsnog een nieuwe productiewaarde.
- Ook als we voorraden over hebben nemen we dit mee in het BBP!
- Land (maar wel als je de grond meer waard laat worden, zoals bouwrijp maken)
- Bestaande machines, gebouwen (want geen nieuwe productiewaarde)
- Financiële activa (dus ook geen aandeel), want geen productiewaarde
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat is het probleem bij overheidsbestedingen?
- De meeste goederen en diensten hebben geen marktprijs bij overheidsbestedingen, zoals onderwijs.
- We nemen de kostprijs (wat het kost om het te maken) als productiewaarde. Dus de waarde is de kostprijs.
- Per definitie dus geen winst/verlies.
Waarom zou het negatief kunnen zijn als je meer exporteert dan importeert?
- Je staat je dan druk te maken om het buitenland, dus buitenlanders profiteren van onze productieve inspanningen.
- Maar je kan het ook positief opvatten, want we verdienen eraan.
Welke bijzonderheden heb je bij het BBP?
- Zwarte circuit
- Het zwarte circuit wordt ook bij het BBP meegerekend, zoals hennep, want dit is gewoon productiewaarde.
- Maar dingen als inbraak, roof, moord hoort er niet bij (want dit is geen nieuwe productiewaarde)
- Thuisproductie
- Dit is heel ingewikkeld om te meten, dus tellen we niet mee. Ook al zou het eigenlijk wel moeten.
Wanneer is er sprake van economische groei? Met welke 2 gezichten kan je kijken naar economische groei?
- Er is sprake van economische groei bij een toeneming van het reële BBP.
- Korte termijn: conjunctuur (de beweging van het BBP op de korte termijn)
- Lange termijn: structuur (de structurele ontwikkeling van het BBP over lange termijn)
Als je kijkt naar de korte termijn beweging van het BBP, dus de conjunctuur. Welke 2 fases heb je dan?
- Recessie - dal (meer werkloosheid dan gemiddeld)
- Expansie - dal (minder werkloosheid, meer inflatie)
- Deze golfbeweging is vaak onregelmatig.
- De oorzaak hiervan is schokken.
- Op korte termijn: starre prijzen productiefactoren, dus alleen reageren met hoeveelheidsaanpassing.
Welke factoren zitten achter de groei op de lange termijn?
- Hulpbronnen
- Arbeid
- Kapitaalgoederen
- Technologie
Welke discussie is er ontstaan als het gaat om het BBP?
- BBP en andere ontwikkelingen samen bekijken, zoals ecologisch, sociaal, dus verschillende maatstaven naast elkaar.
- BBP-maatstad uitbreiden, dus 1 nieuw aangepaste maatstaf (bijvoorbeeld een "groen" BBP)
Is het BBP negatief voor "echte" welvaart?
- Soms wel: extra productie die vervuilt, verdeling schever maakt, gezondheid aantast, gendergelijkheid tegengat etc.
- Soms niet: extra productie in de vorm van zonnepanelen, sanering bio-industrie, onderzoek naar milieu-innovatie etc.
Wat is het BBP-gap/output gap?
- Dit is het verschil tussen het huidige BBP en het potentiële BBP
- Als we een positieve output gap hebben dan is het huidige BBP dus groter dan het potentiele BBP.
- De output gap geeft dus de kosten van de werkloosheid weer.
Welke 3 soorten inflatie heb je?
- Bestedingsinflatie:
- Dit staat aan de top van de conjunctuur (korte termijn)
- Dit komt omdat mensen meer gaan besteden, waardoor de vraag te groot is in vergelijking met de productiecapaciteit. Daarom moet de prijzen stijgen om de vraag terug te drinken
- Kosteninflatie
- Als de productieprijzen stijgen, moet dit afgewenteld worden in prijs.
- Stagflatie
- Kosteninflatie in een recessie
Welke directe gevolgen heb je voor werkloosheid?
- Maar 1 groep: de werklozen
Wat zijn de directe gevolgen van inflatie?
- De mensen met een vast inkomen
- De spaarders
- De crediteuren
- De debiteuren
Welke indirecte gevolgen hebben zowel werkloosheid en inflatie?
- Zowel werkloosheid als inflatie schaden groei, dus iedereen getroffen
Welke vergoedingen zitten in je rente?
- Uitstel consumptie
- Risico
- Verwachte inflatie (inflatiepremie)
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden