Geld crisis

30 belangrijke vragen over Geld crisis

Wat behoort tot de geldhoeveelheid M1?

  • M1 is geld in enge zin. Het bestaat uit giraal geld en chartaal geld.
    • Chartaal geld
      • Munten en bankbiljetten in handen van het publiek
    • Giraal geld
      • Tegoeden in handen van het publiek (geld via elektronische systeem)
  • Tot de M1 hoort niet het geld van de staat of het bezit van de bank, anders zijn er dubbeltellingen. Het gaat om geld in de private sector, om het geld in handen van het publiek.
    • Dus ook niet in handen van de centrale bank, kredietinstellingen en de centrale overheid.

Hoe blijft het vertrouwen in de garantie voor de waarde van het geld bestaan?

  • Dit is niet vanwege de intrinsieke waarde van het geld, want de extrinsieke waarde van geld overstijgt de intrinsieke waarde van geld: anders zou men bijvoorbeeld munten kunnen omsmelten.
  • Ook niet vanwege de garantie op inwisselbaarheid, vroeger kon je een gulden inwisselen voor een tegenwaarden in goud, maar is niet meer mogelijk (de gouden standaard).
  • Maar: het hele systeem berust op het vertrouwen in de waardevastheid.
Maar waar is dit vertrouwen op gebaseerd?
  • Het is een algemeen aanvaard ruilmiddel, dus de algemene acceptatie
  • Het is een wettelijk betaalmiddel
  • Het is relatief schaars

Hoe kan je de mogelijke geldschepping uitrekenen?

  • De mogelijke geldschepping = vrije reserve : kasreserve %
  • Een instrument van de CB ter beheersing de geldhoeveelheid M1.
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Hoe kan de CB;
  • De geldhoeveelheid vergroten/verkleinen?
  • Met de geldhoeveelheid de rente beïnvloeden?
Teken het verband tussen de geldhoeveelheid en rente in een grafiek.

  • De geldhoeveelheid kan hij vergroten en verkleinen door het rentekaspercentage.
  • Als hij de geldhoeveelheid vergroot, omdat die CB dat wilt, dan ga je naar een lagere rente.
    • En als die geldhoeveelheid verkleint, gaat die rente omhoog.

Welke 2 doelstellingen heeft het monetair beleid?

  • Stabiele prijzen
    • Enige inflatie (niet meer en niet minder)
  • Macro-economisch evenwicht
    • Want als de CB iets met de rente kan doen, betekent dat dat iets betekent voor de economie. Het BBP is afhankelijk van de rente, want hoe hoger de rente, hoe lager de investeringen en hoe lager de consumptie (en andersom).

Wat betekent "easy money policy" en "tight money policy"?

  • Als de geldhoeveelheid omhoog moet noemen we dat "easy money policy" = verruimend (monetair) beleid.
  • Als de geldhoeveelheid omlaag moet noemen we dat "tight money policy" = verkrappend (monetair) beleid.

Wat wordt er met de doelstelling "stabiel prijspeil" in het monetair beleid bedoelt?

  • Dit betekent geen inflatie en geen deflatie
  • Het betekent niet 0, want ze willen voor de veiligheid een beetje inflatie, omdat deflatie gevaarlijker is dan deflatie.
  • In de praktijk is iets beneden de 2% inflatie de doelstelling van de CB.
    • Reden:
      • Uit veiligheid bij deflatie vandaan blijven

Wat is het recept bij monetair beleid als het gaat om inflatiebestrijding en deflatiebestrijding?

  • Bij inflatiebestrijding, dan moet je verkrappen (kleinere geldhoeveelheid). Dus de 4 instrumenten gebruiken in de richting van een kleinere geldhoeveelheid.
  • Delflatiebestrijding: dan moet je verruimen (grote geldhoeveelheid). Dus de 4 instrumenten gebruiken in de richting van een grote geldhoeveelheid.

Wat wordt er bedoelt met de doelstelling "macro economisch evenwicht, wat te maken heeft met de reële economie" als het gaat om het monetair beleid?

  • De CB heeft als doelstelling om het prijspeil stabiel te houden, maar kan zich ook bezighouden met de reële economie, en er kan dan een conflict ontstaan.
    • Op de geldmarkt wordt de rente gevormd, en dit heeft gevolgen voor de reële economie, dus het BBP.
    • Dit vertaalt zich via de I en C naar de reële economie; dit heet de monetaire transmissie.

Wat is vervolgens het recept bij het reële economie?

  • Als er sprake is van een recessie dan moet je verruimen, dus de 4 instrumenten gebruiken voor meer geldhoeveelheid.
  • In een opleving moet je verkrappen, dus de 4 instrumenten gebruiken voor meer geldhoeveelheid.

Meestal lopen deze twee doelstellingen gelijk op, maar soms is dit niet het geval. Wat doe je dan?

  • Je kunt bijvoorbeeld in een recessie een kosteninflatie hebben, dus dan is er een conflict tussen beide doelstellingen.
    • Dit is dan een kwestie van kiezen welke voor gaat.

Wat is de Federeal Reserve System? (Fed)

  • Het Fed is niet 1 centrale bank, maar een cluster van 12 banken die samen het federale systeem vormen
  • Deze hebben onafhankelijke gouverneurs, benoemd door de president.
  • Hier is de doelstelling gemengd: prijsstabiliteit en groei/werkgelegenheid, allebei van belang.
    • Bij een conflict moeten zij dus kiezen.

Hoe ziet de Europees Centrale Bank eruit?

  • De ECB is onafhankelijk
  • Directe ECB: Het bestaat uit 6 leden, benoemd door 19 deelnemers.
  • ECB-raad bestaat uit de directe van ECB + presidenten van de Centrale Banken.
  • De hoofddoelstelling is hier stabiele prijzen.

Welke praktische problemen kent het monetair beleid?

  • Er zijn hier vertragingen/tijdsverlies
    • Herkenningslek
    • Uitwerking
  • Het verschil met begrotingsbeleid, is dat de besluitvorming bij het monetaire beleid heel snel kan vanwege de onafhankelijkheid, en bij het begrotingsbeleid gaat dit langzamer.
  • Cyclische assymmetrie:
    • Verkrapping werkt wel direct, verruimend onzeker.

Wat gebeurde er in 2007-2008?

  • We hebben in 2007-2008 3 crises gehad.
    • Kredietcrisis
      • Een crisis in het bankwezen
    • Economische crisis
      • Het BBP is ingezakt
    • Schuldencrisis
      • De overheden kwamen in de financiële problemen

Wie waren de verliezers in deze kredietcrisis in Amerika?

De banken!

Wie zijn de winnaars in deze kredietcrisis in Amerika?

  • De beleggers
    • Die belegt hebben op het "waardeloos worden van producten"
    • Dit noem je ook wel Investeerders die short gaan; die beleggen met het oogmerk dat iets minder waard wordt en daar geld mee verdiend.

De kredietcrisis begon dus in Amerika, maar hoe komt dat probleem vervolgens ook hier terecht?

  • Dit komt omdat het internationale bankwezen 1 groot geheel is; bijvoorbeeld de ING had voor 10 miljard € aan rommelhypotheken op zijn balans; als dit weggestreept wordt, dan heb je een groot probleem.
  • Dit probleem vertaalt zich dus naar het internationale bankwezen.
  • Dus overal banken in moeilijkheden!

Er waren dus veel banken in moeilijkheden, en dit had allerlei gevolgen. Welke gevolgen waren er?

Als een bank in crisis gaat, heeft dit grote gevolgen, namelijk:
  • De kredietverstrekking droogt op, waardoor C en I dus omlaag gaan, want I komt vooral uit leningen.
  • Het spaargeld zit bij de banken, dus als die er niet meer zijn is ons spaargeld weg.
  • Het gevaar voor een bank run
Maar het grootste probleem bij de grote banken: als de systeemcrisis betekent betalingsverkeer wegvalt.

Welke gevolgen heeft het als door de systeemcrisis de betalingsverkeer wegvalt?

  • Het betalingsverkeer is zo cruciaal dat het gevolgen heeft voor het beleid, want het beleid zal zeggen: dit laten we niet toe. Dit betekent dat we dus zeker weten dat grote banken altijd gered zullen worden. Dit weten de banken ook, dus dit betekent dat zij meer risico nemen dan goed voor ze is, want ze worden toch gered.
  • Dit is dus de bankensteun; in veel landen een omvangrijke bankensteun.

Hoe zijn de banken nu uiteindelijk terechtgekomen?

  • Deze banken zijn toen weer langzaam uit het dal gekropen en de schulden de overheid zijn voor een groot deel afbetaald.
  • Nationalisaties (oa ABN) voor flink deel weer op de beurs
  • Maar wel:
    • ECB heeft veel geld geleend, en die zit nog te wachten op terugbetaling.
    • Maar gelukkig veel schulden wel afbetaald.
  • Maar: kredietverlening hapert, want banken zijn voorzichtiger met kredietverlening.

We gaan nu verder met de Economie Crisis. Welke gevolgen had de kredietcrisis voor de economie?

  • Voor alle landen geldt: de gevolgen van die kredietcrisis heeft zich vertaalt in de reële economie, zorgde voor 4% krimp.
  • Maar: daar kwam voor sommige landen nog veel meer ellende bij.

Welk probleem speelt vooral in Zuid-Europa?

  • In Zuid-Europa is er qua groei van productiviteit altijd achterstand is in vergelijking van Noord-Europa.
  • Maar de loonstijging is daar juist sterker!
  • Dit betekent dat je daar continue kosten stijgingen hebt.

Welke "oplossing" werd hier vroeger voor getroffen?

  • Voortdurende depreciatie van de munt
    • Als jouw munt in waarden zakt, dan kan je de kosten laten stijgen, en heeft dit voor export geen gevolgen; dus handel blijft redelijk op peil.
    • Maar: dit zorgt wel voor inflatie.
    • Dus: loonstijgingen blijven, en het probleem blijft.

Hoe ziet de overheidsbegroting er in het Zuiden uit?

  • Er is sprake van een economische krimp, en budgettair wanbeleid, want teveel overheidsuitgaven en te weinig belastingen.
  • Dus de overheidsfinanciën ontsporen verder en te weinig/te laat ingrijpen door Europa.

Wat was het gevolg van de schuldencrisis?

  • Omdat eind 2009 de financiële markten het vertrouwen verliezen in Griekenland, Spanje etc.
    • Vrees voor het domino-effect
  • Gevolg: rente voor deze landen sterk omhoog.

Welke norm werd in EU gesteld net na de crisis? Dit was voor veel landen niet het geval, dus wat moest er gebeuren?

  • Het saldo: maximaal tekort 3% BBP
  • Schuld: maximaal 60% BBP
    • maar: dit was in veel landen niet het geval, dus moest daar iets op gebeuren.
      • 1) Natuurlijk zelf de orde op zaken stellen
      • 2) Maar zonder hulp van buitenaf ging dat niet meer, bijvoorbeeld:
        • Groot tekort niet in 1 keer weg
        • Dus voorlopig moet er nog geleend worden, maar als je daarvoor 20% rente betaalt..
    • 3) Monetair beleid helpt ook

Welk doel stelde het monetair beleid?

  • Het doel van het monetair beleid was inflatie omhoog naar iets onder de 2%, en tegelijk stimulering economie.

Eind 2009 waren dus de Zuid-Europese landen in moeilijkheden. Welke afweging was er voor schuldeisers?

  • Niets doen, het risico is om alles kwijt te raken
  • Steun verlenen, kans om het deels terug te krijgen.
    • Hoe kunnen ze dit doen?
      • ECB: opkopen staatsobligaties zodat de rente in deze landen weer omlaag gaat.
      • Er was gigantische sten door EU en OMF: bijna 500 mild, de voorwaarde hiervoor was hervormingen.

Welke structurele maatregelen waren er?

  • De sanering van de overheidsfinanciën
    • Minder ambtenaren
    • Arbeidsvoorwaarden ambtenaren
    • Profijtbeginsel
    • Belastingdienst
    • Pensioen
    • Arbeidsmarkt
    • Woningmarkt
  • Privatisering

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo