Procenten - Nieuw - oud : oud
16 belangrijke vragen over Procenten - Nieuw - oud : oud
Opdracht 15.
Bij een steekproef onder werknemers van Luiers BV is hen gevraagd of ze wel of geen kinderen hadden. Er waren 54 werknemers die zeiden wel kinderen te hebben terwijl 96 werknemers zei dat zij geen kinderen hadden.
Bereken hoeveel procent kinderen heeft.
Opdracht 16:
Op een feest waren 557 gasten aanwezig.
412 gasten zijn gebleven tot het einde.
Hoeveel procent is dat?
Opdracht 17:
Ruben moest op 79 adressen pakjes bezorgen.
Op 15 van die adressen was niemand thuis.
Hoeveel procent is dat?
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Opdracht 18:
Op het Wolfert College was een verkiezing van de leerlingenraad.
320 leerlingen hebben gestemd, 30% daarvan stemden op Johan.
Bereken hoeveel leerlingen dat zijn.
Opdracht 19:
Een wasmachine is nu in de aanbieding met 19% korting te koop voor € 425.
Bereken de normale prijs.
Opdracht 20:
Een bepaald artikel kost in een land € 52 (met 12% korting).
Bereken de prijs zonder deze korting.
Rond af op 2 decimalen.
Opdracht 21:
Op een bepaald artikel wordt 25% korting gegeven.
Bij de kassa moet er € 330 betaald worden.
Bereken de korting in euro's.
Rond af op een heel getal.
Opdracht 22:
Martijn verdient €1.800 per maand.
Stef verdient €1.750 per maand.
Bereken hoeveel procent Martijn meer verdient dan Stef.
Opdracht 23:
Een zak chips bij de Lidl kost nu €0,98, vorig jaar was dat nog €1,05.
Bereken met hoeveel de prijs is gedaald.
Opdracht 24:
In Oesterbeek wonen op dit moment 245.238 mensen.
Vijf jaar geleden waren er 236,885 inwoners.
Bereken de procentuele verandering.
Opdracht 25:
Het loon van Fabian is gestegen van €2250,75 naar 2.550,75.
Bereken de loonstijging in procenten.
Opdracht 26:
Maarten verdiende €1.750 per maand.
Hij heeft een salarisverhoging gekregen van 5%.
Wat is zijn nieuwe inkomen?
Opdracht 27:
Een bepaald artikel kost in een land €56,- (met 19% belasting).
Bereken de prijs zonder deze 19% belasting.
Rond af op 2 decimalen.
Opdracht 28:
De prijs van een product werd eerst met 8% verhoogd, toen met 18% verlaagd.
Bereken hoeveel % de prijs uiteindelijk is gestegen/ gedaald.
Rond af op 1 decimaal.
Opdracht 29:
Je krijgt altijd minder rente als je geld spaart dan wanneer je geld moet betalen als je geld leent. Leg met een rekenvoorbeeld uit dat banken zo hun geld verdienen.
Opdracht 30:
Voetbalclub Feyenoord had in 2008 gemiddeld 15% mer supporters die naar het stadion gingen ten opzicht van jaar 2007.
In 2007 gingen namelijk gemiddeld 40.198 mensen naar het stadion.
Hoeveel supporter gingen er in 2008 gemiddeld naar het stadion?
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden