Samenvatting: Economie

Studiemateriaal generieke omslagafbeelding
  • Deze + 400k samenvattingen
  • Een unieke studie- en oefentool
  • Nooit meer iets twee keer studeren
  • Haal de cijfers waar je op hoopt
  • 100% zeker alles onthouden
LET OP!!! Er zijn slechts 44 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.
Gebruik deze samenvatting
Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.
Trustpilot-logo

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economie

  • 2 Het economisch probleem

    Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2
    Laat hier meer flashcards zien

  • Leg uit: "there is no such thing as a free lunch"

    Dat economen veronderstellen dat:
    -Mensen rationele keuzes maken 
    -een gevolg daarvan is dat de middelen efficiënt gebruikt zullen worden. (dus nooit ineficiëntie)
    Dus daarom zal elke keuze in de economie een tradeoff zijn
  • A) Wat is opportuniteitskost? Geef een voorbeeldB) Wat gebeurt er bij economische groei?

    De opportuniteitskost van iets is het beste dat je moet opgeven om het te krijgen. Dit begrip hoort bij de PMG.
    BVB: bij productie van gsm's en dvd's:
      De opportuniteitskost van een GSM is de vermindering van het aantal DVD’s gedeeld door de stijging van het aantal GSM’s als we bewegen op de PMG.
    Hier spreken we dus van een stijgende opportuniteitskost

    B) Economische groei is het uitbreiden van de productiemogelijkheden.
    Bij economische groei gaat de PMG lijn naar buiten schuiven
  • Wat voor goederen bestaan er bij economie?

    Consumptie-goederen en -diensten (B2C) bvb: gsm's, films,...
    Kapitaalgoederen (B2B) bvb: Kranen, machines, vrachtwagens,..
  • Wat is een absoluut- en comparatief- voordeel

    Als een persoon of land productiever is dan een ander (heeft minder inputs of tijd nodig om een goed te produceren of om een productietaak uit te voeren) dan zeggen we dat deze persoon (of land) een absoluut voordeel heeft.

    We spreken over een comparatief voordeel als een persoon een activiteit kan uitvoeren of een goed of dienst kan produceren aan een lagere opportuniteitskost dan iemand anders.

    ZIE VOORBEELD IN PPT HFTST 3 SLIDE 36
  • Geef een situatie waarbij een bedrijfsproces buiten hun PMG kan produceren.

    Door te outsourcen van andere bedrijven zoals bijvoorbeeld in de ppt (slide 36) je hebt 2 bedrijven en door alle 2 de bedrijven te laten specialiseren in één van de 2 producten kunnen ze zo handelen en hebben beide bedrijven een efficiëntie boven hun PMG. (dus boven hun max efficiëntie)
  • 3 Vraag & Aanbod

    Dit is een preview. Er zijn 4 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3
    Laat hier meer flashcards zien

  • Leg volgende begrippen uit:A) Een marktB) Een markt met perfecte concurrentieC) Gevraagde hoeveelheidD) de MarktvraagE) Het marktaanbodF) Aangeboden hoeveelheid

    A) Waar kopers en verkopers samenkomen (hoeft niet noodzakelijk een fysieke plek)
    B) Veel kopers en veel verkoper waarbij geen enkele (ver)koper de prijs kan beïnvloeden.
    C)  de hoeveelheid van een goed of dienst die consumenten bereid zijn te kopen gedurende een bepaalde periode tegen een specifieke prijs. (bvb het aantal gevraagde brode per maand)
    D) Is de som van alle individuele vraagcurve
    E)Is de som van alle individuele aanbodcurve
    F) De hoeveelheid van een goed of dienst dat de producenten bereid zijn te verkopen (bvb het aantal broden aangeboden deze maand)
  • 4 Elasticiteit

    Dit is een preview. Er zijn 5 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 4
    Laat hier meer flashcards zien

  • Wat is de prijselasticiteit van de vraag en hoe bereken je dit?

    geeft weer in welke mate de gevraagde hoeveelheid wijzigt t.g.v. een prijswijziging.

    berekening:
    %verandering in gevraagde hoeveelheid  
    % verandering in prijs 

    % verandering in gevraagde hoeveelheid =
    (Nieuwe hoeveelheid - oorspronkelijke hoeveelheid)
    ( (nieuwe hoev. + oorspr. hoev.) /2                                 ) X 100

    % Verandering in prijs =
    (NieuweP - oude P)
    (           Oude p.        ) X 100
  • Hoe ziet de prijselasticiteit van de vraag eruit op een lineaire vraagcurve (rechtelijn)

    Het middelpunt = Unitair elastisch
    Boven het middelpunt = elastisch
    Onder het middelpunt = inelastisch
  • Wat is de link tussen Prijselasticiteit van de vraag en de totale omzet?

    Totale omzet (TO): Prijs*kwantiteit (P*Q)
    De totale omzet test: is een methode voor het schatten van prijselasticiteit van de vraag door het observeren van de verandering in de totale omzet die het gevolg is van een prijswijziging.
    als vraag elastisch is:
    -> Als de prijs en de totale omzet in de tegengestelde richting veranderen, is de vraag elastisch.
    Als vraag unitair elastisch is:

    -> Als een prijswijziging de totale omzet onveranderd laat, is de vraag unitair elastisch. Als vraag Inelastisch is:
    -> Is de prijs en de totale omzet in dezelfde richting veranderen, is de vraag inelastisch.
  • Wat zijn beïnvloedende factoren bij prijselasticiteit van het aanbod?

    2 categoriën:
    Productiemogelijkheden:
    Goederen die slechts in een bepaalde vaste hoeveelheid kunnen geproduceerd worden, hebben een perfect inelastisch aanbod
    Opslagmogelijkheden:   
    Het aanbod van lang houdbare goederen is elastisch
    De opslagkost heeft de grootste invloed op de elasticiteit van het aanbod van houdbare goederen.
LET OP!!! Er zijn slechts 44 flashcards en notities beschikbaar voor dit materiaal. Deze samenvatting is mogelijk niet volledig. Zoek a.u.b. soortgelijke of andere samenvattingen.

Om verder te lezen, klik hier:

Lees volledige samenvatting
Deze samenvatting +380.000 andere samenvattingen Een unieke studietool Een oefentool voor deze samenvatting Studiecoaching met filmpjes
  • Hogere cijfers + sneller leren
  • Niets twee keer studeren
  • 100% zeker alles onthouden
Ontdek Study Smart

Onderwerpen gerelateerd aan Samenvatting: Economie