Behavioral Theory & Competitive & Corporate Strategy - Behavioral Theory of the Firm

7 belangrijke vragen over Behavioral Theory & Competitive & Corporate Strategy - Behavioral Theory of the Firm

Satisfycing behavior houdt in dat de beloning hoger is dan het doel (de aspiratielevels), waardoor niks wordt veranderd.

Loss aversion: verlies wordt te doorslaggevend gevonden;
Risk aversion: risico's verminderen door minder optimale situaties overeind te houden;
availability bias / myopia: voorspellingen baseren op recente informatie in plaats van kansberekeningen;
anchoring: vertrouwen op 1 bron van (irrelevante) informatie;
gambler's fallacy: inschattingen van kansen in de toekomst baseren op uitkomsten uit het verleden;
confirmation bias: mensen en bewijzen zoeken dat past bij de overtuiging;
ikea-effect: meer waarde toekennen doordat het zelf gemaakt is;
endowment effect: meer waarde toekennen aan het eigen bezit;
hyperbolic discounting: huidige payoffs versus toekomstige payoffs in lijn brengen;
framing: de wijze van alternatieven aanbieden.

Organizational slack is het totaal van resources en betalingen die nodig zijn om de coalitie in stand te houden.

Organizational slack wordt gekoppeld aan bounded rationality door:

organisatorische veranderingen is het nemen van risico's - vs. - risico aversie;
organisaties zijn sterk gehecht aan beslissingen uit het verleden - vs. - excalation of commitment;
organisaties veranderen alleen als ze minder presteren dan de aspiratielevels - vs. - loss aversion.

Een rationelere besluitvorming ontstaat door:

debiasing: individuen trainen om bewuster te zijn van biases en deze te verminderen of te elimineren uit de beslissingen;
nudging: manieren om mensen naar een bepaalde uitkomst te sturen;
encouraging dissent: het aankaarten van biases. Hiervoor is een open cultuur nodig;
routines: het afvinken van een checklist om het aantal fouten te laten dalen.

Competitive strategy: de set van samenhangende keuzes op het niveau van de business unit;
corporate strategy: de set van keuzes met betrekking tot de portfolio van de verschillende business units in een organisatie.

De overheid grijpt in op marktmacht, omdat dit slecht is voor consumenten. Hierdoor worden negatieve consequenties voorkomen.

De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:

Onthoud sneller, leer beter. Wetenschappelijk bewezen.