Samenvatting: Economische Crisis
- Deze + 400k samenvattingen
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden
Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van Economische crisis
-
1 De grote recessie
-
1.2 Financiële markten
Dit is een preview. Er zijn 13 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1.2
Laat hier meer flashcards zien -
waarvan is het aangeboden geld van de vermogensmarkt afkomstig?
besparingen -
Waar worden aandelen en obligaties verhandeld?
Op de effectenbeurs -
Waar let de geldgever op?
Kredietwaardigheid en de reputatie van de geldnemer -
Welk risico speelt bij leningen met en vaste rente, bijvoorbeeld bij obligatieleningen een grote rol?
Inflatie . Dereële rente verandert -
2 Inkomen, hoe verdien je dat?
-
2.1 Toegevoegde waarde, productie en inkomen
Dit is een preview. Er zijn 2 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is macro niveau?
Alle bedrijven in een land samen -
Hoe bereken je in een bedrijfskolom de totale productie van de bedrijven?
Door de toegevoegde waarde van de afzonderlijke bedrijfstakken bij elkaar op te tellen -
2.2 Van micro naar macro
Dit is een preview. Er zijn 3 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 2.2
Laat hier meer flashcards zien -
Wat is het netto nationaal product?
Hetzelfde als bbp alleen bij nnp zijn de afschrijving eraf gehaald -
3 Structuur en conjunctuur
-
3.2 Structuur
Dit is een preview. Er zijn 1 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2
Laat hier meer flashcards zien -
Hoe noemt men de gemiddelde groei van de productie over een langere periode? (wordt bepaald door de ontwikkeling van de productiefactoren arbeid, kapitaal, natuur en ondernemerschap)
Structurele ontwikkeling, trendmatige groei of de trend -
3.2.1 Arbeid
Dit is een preview. Er zijn 15 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 3.2.1
Laat hier meer flashcards zien -
Waarvan zijn de loonkosten per product afhankelijk?
de loonkosten per werknemer en de arbeidsproductiviteit -
Hoe noemt men het verschil tussen de loonkosten en het nettoloon (besteedbaar loon)
Wig (= gelijk aan de werkgevers- en werknemerspremies plus de directe belastingen)
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden