Samenvatting: Economische En Maatschappelijke Topics

Lees hier de samenvatting en de meest belangrijke oefenvragen van ECONOMISCHE EN MAATSCHAPPELIJKE TOPICS

• 1 DEFINITIE EN BEGRIPSAFBAKENING

  Dit is een preview. Er zijn 18 andere flashcards beschikbaar voor hoofdstuk 1
  Laat hier meer flashcards zien

• WAT BETEKENT SCHAARTE ALS HYPOTHESE?

   = de economie plaatst zich aan de oorsprong van de keuzeproblematiek (niet alleen spectaculaire keuzes, maar ook alledaagse keuzes)
   Geen schaarste  geen keuze  geen economie

• WAT ZIJN DE RELATIVITEIT VAN DE MEESTE BEHOEFTEN?

    absolute/objectieve behoeften: economen maken geen onderscheid in van persoon tot persoon, plaats tot plaats,… er is geen hiërarchie in behoeften. De markt bepaalt wat er gekocht en dus gemaakt wordt.  ongelijke verdeling
  - persoonlijk vlak; men is in staat om de behoeften te rangschikken volgens voorkeur

• GEEF DE KENMERKEN WEER VAN BEHOEFTEN VOLGENS DE ECONOMISCHE BRIL?

   Subjectief - Talrijk en van verschillende aard
  - Verzadigbaar
  Vatbaar voor substitutie
  - Tijd en plaatsgebonden
  - Materieel en immaterieel
  - Individueel en collectief

• WELKE SOORTEN BEHOEFTEN KEN JE NOEM OP?

   Primair en levensnoodzakelijk - Gewoontebehoeften
  - Luxebehoeften
  - Economische behoeften en niet-economische behoeften

• IN WELKE 3 GROEPEN  VALLEN DE ECONOMISCHE GOEDEREN? DEEL ZE ONDER IN DE JUISTE GROEP?

   Zuiver individueel o Meeste goederen en diensten
  o Rivaliserend
  o Uitsluitbaar
  o Productie in bedrijven
  o Marktprijsprincipe
  - Zuiver collectief
  o Heel specifiek
  o Niet rivaliserend
  o Niet uitsluitbaar
  o Productie door overheid
  o Kostprijsprincipe
  - Quasicollectief
  o Individueel maar uit sociale overweging collectief
  o Rivaliserend
  o Uitsluitbaar
  o Productie door overheid tussenkomst bedrijven
  o Lagere prijs dan marktprijs

• HOE REDENEERT EEN RATIONAAL DENKEND MENS?

  deneert een rationeel denkend mens? - Economisch principe: voorkeurschema afhankelijk van het subjectief nut
  - Keuze maken zodat maximale behoeftebevrediging bereikt wordt

• WELKE ZIJN DE DRIE GROEPEN BINNEN DE ECONOMISCHE HUISHOUDENS?

  Gezinnen: zorgen voor het grote deel van de consumptie - Bedrijven: zorgen voor de productie van goederen en diensten
  - Overheid:
  o regulerende instantie die de spelregels binnen de staat vastlegt
  o producent van goederen en diensten
  - (buitenland)

• WAT IS HET VERSCHIL TUSSEN ECONOMISCHE GEZINNEN EN BEDRIJVEN?

   Gezin: = niet noodzakelijk een familieband, maar ook vzw en gemeenschap
  Bedrijven:
  = niet enkel de commerciële sector. Ook non-profitorganisaties, financieren hun werking met
  subsidies, ledenbijdragen, giften… (publieke non-profitorganisatie; eigendom van de overheid)

• WELKE 3 VERSCHILLENDE VRIJETIJDSMARTKECONOMIE KEN JE NOEM OP 3?

  ALLOCATIE
  INDIVIDUELE VRIJHEID
  PRIJSMECHANISME REGELT DE CONCURENTIESTRIJD

• WAT BETE'KENT BINNEN VRIJEMARKTECONOMIE DE PRIJSMECHANISME?

   Individuele vrijheid: = vrijheid van het individu om zijn eigenbelang na te streven, mag enkel beperkt worden door de
  vrijheid van anderen om hun belang na te streven
  = beslissingen worden op het individuele niveau genomen, zowel voor consumenten als producenten
  Prijsmechanisme regelt de concurrentiestrijd:
  - Economisch doelmatig: consumenten zijn niet bereid te betalen als het goed niet voldoet aan hun wensen
  - Technisch doelmatig: manier om prijs van zijn producten zo laag mogelijk te houden en om de consumenten met beperkte middelen toch de kans te geven om zoveel mogelijk goederen te kunnen verkrijgen