Diagnostische en formatieve assessment
8 belangrijke vragen over Diagnostische en formatieve assessment
Wat is de overeenkomst en wat het verschil tussen diagnostische en formatieve assessment?
Verschil: formatief vindt plaats tijdens het leren (gericht op leerproces), diagnostisch vóór het leren (gericht op inzicht verkrijgen in studenten en daar instructie op aanpassen).
Overeenkomst: ze liggen vrij dicht bij elkaar.
Welke 2 doelen heeft diagnostische assessment met het meten van leermoeilijkheden?
- Identificeren welke leerdoelen een student nog niet heeft behaald
- Voorstellen wat de oorzaak/redenen zijn dat de student deze nog niet heeft behaald.
Focus op leerproblemen en ingrijpen op wat de leerling nog niet weet of kan!
Er wordt gezegd dat formatieve assessment eigenlijk een loop (cirkel) is (Sadler). Leg dit uit en welke vragen zijn hierbij relevant die een student zichzelf kan stellen?
Het begint met een focus op de leerdoelen, daarna de evaluatie daarvan en vervolgens wordt gekeken wat er nog verbeterd kan worden om het leerdoel te behalen (zelfevaluatie). Er wordt dan weer bij het begin begonnen.
Een student kan zichzelf de volgende vragen stellen:
- Wat is mijn doel?
- Hoe dicht ben ik bij dat doel?
- Wat moet ik daarnaast nog doen om het doel te bereiken?
Assessment moet gericht zijn op de studenten maar begint in dit geval bij de docenten. Zij moeten een duidelijk leerdoel, criteria, en interesse en participatie vd leerlingen teweeg brengen.
- Hogere cijfers + sneller leren
- Niets twee keer studeren
- 100% zeker alles onthouden
Wat werkt beter, zelfevaluatie of evaluatie door klasgenoten?
Zelfevaluatie. Al moet de leerkracht wel helpen bij het bedenken van goede technieken en naderhand een goede evaluatie geven.
Wat zijn de voordelen van formatieve assessment?
- Leerling krijgen duidelijk wat ze zelf kunnen en waarbij ze hulp nodig hebben
- Actieve vorm van leren waarbij leerling gefocussed blijft op de leerdoelen.
- Vooral peer evaluatie en zelfevaluatie helpen de student bij de sociale construct van kennis
- Het geeft gerichte feedback waardoor leerling weet wat die moet veranderen om het te verbeteren.
Cognitie: studenten horen wat ze kunnen doen om hun leren te verbeteren en leren hoe ze kunnen leren.
Motivatie: ontwikkelen betere zelfregulatie en krijgen daarom meer het idee dat ze hun leerproces kunnen controleren.
Welke elementen worden aan elkaar verbonden door leerdoelen?
- Opdrachten
- Formatieve feedback van docent en zelfevaluatie student
- Summatieve assessment
- Scorings criteria.
Feedback bij formatieve assessment moet beschrijvend, specifiek en informatie geven voor verbetering. Leg dit uit?
Beschrijvende feedback geeft informatie over het werk (goed doordacht). Deze beter dan evuluatieve omdat het potentie geeft aan de student om zijn werk te verbeteren.
Feedback kan varieren in of het resultaten of de onderliggende processen beschrijft: uitkomsten feedback (resultaten) of cognitie feedback (relatie met taakaspect wordt beschreven, waardoor ze leren wat ze kunnen verbeteren).
Er is ook nog evaluatieve feedback: deze geeft een oordeel (vb goed werk!)
Verbale feedback kan ook variëren in manieren zoals ook andere communicatiemiddelen dat doen. In welke manieren?
- In helderheid: studenten moeten feedback begrijpen
- In specificiteit: generale doelen zijn vaak minder belangrijk dan specifieke.
- In persoon: gebruik eerste- en derdepersoons feedback.
- In toon: houd de toon ondersteunend.
De vragen op deze pagina komen uit de samenvatting van het volgende studiemateriaal:
- Een unieke studie- en oefentool
- Nooit meer iets twee keer studeren
- Haal de cijfers waar je op hoopt
- 100% zeker alles onthouden